|
|
|
A.L. van Hulzen In de holle boom, druk 1, 75 blz. | G.K.C.O. (Cartonnen band). 9 t.d.t. Dit boekje met een zéér geslaagden omslag is een vurig pleidooi voor vogelbescherming. Brammetje, een kleine dreumes, woont in de stad, en mag een paar dagen buiten op de boerderij van Oom en tante, die zelf geen kinderen hebben, komen logeeren. Brammetje geniet. Hij is echter onvoorzichtig, raakt te water, doch klautert weer tegen den kant op. In een hollen boom ontdekt hij een nest met drie jonge merels. Dat vindt hij reusachtig aardig. Een buurjongen, Gerrit, vertelt in 't geheim aan Bram, dat hij de jonge vogeltjes uit hun nest wil halen om ze in een kooi te zetten. Hij voegt er de noodige bedreigingen bij, als Bram 't verklapt. Toch heeft de laatste geen rust. Hij besluit stilletjes de merels te halen en het nest in een holte van een pereboom te brengen, wat hem ook gelukt. Gerrit komt er achter; als hij Bram ontmoet, geeft hij hem een pak ransel. Maar Bram zegt niet, waar de vogeltjes zijn. Gelukkig komt Oom ter juister tijd en jaagt Gerrit met een paar schoppen weg. Op een middag gaan Oom en Tante, met Bram en zijn moeder naar Gerrits ouders om alles te vertellen. Het gedrag van Bram wordt algemeen goedgekeurd. Alleen Gerrit bromt wat, maar hij legt er zich ten slotte bij neer. We kunnen het gegeven qualificeeren als aardig bedacht en goed bedoeld. Maar dit boekje met zijn vertel-deugden en met zijn mooie illustraties en zijn prachtigen omslag, en met zijn fijne buiten-leven-sfeer mist volslagen de evangelisatie-gedachte. "De Heere Jezus wil je altijd helpen", dat is het Evangelie van dit boekje. "Heer, ik ben zo'n bang jongetje. Wilt U mij helpen om een dappere flinke jongen te worden? Dat is zo heel erg moeilijk. Om Jezus' wil, Amen". Zie dan het gebed van Brammetje. Het spijt Ons, maar we hebben voor onze Zondagsscholen iets anders noodig. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937 |
A.L. van Hulzen In de holle boom, druk 1, 75 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 10-12 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Bram, een stadsjongetje, komt een paar dagen met vacantie bij zijn oom en tante op de boerderij. Aan den slootkant staat een holle boom. In de holte zit een nest met merels. De jongen van den buurman, met wie Bram kennismaakt, wil het nest uithalen en de jonge merels in een kooi doen. Bram bedenkt een plan. Hij haalt tegen den schemeravond het nest uit en brengt het in een pereboom, opdat het daar veilig wezen zal. De buurjongen komt er achter en slaat Bram een blauw oog. Tevoren had hij al een dikken neus opgeloopen door den steek van een bij in den hollen boom en een nat, vuil pak, doordat hij van een plank over de sloot viel. Oom en tante en buurman komen tenslotte alles te weten en dan komt er verzoening en een goed afloopend slot van de historie. Algemeene op- of aanmerkingen: Een echt jongensboek, waarin heel aardig beschreven is het beschermen der dieren. Bram kan niet hebben, dat de jonge merels in een kooi worden gezet. De godsdienstige waarde van dit boekje is gering. Het is wel mooi beschreven. Het woord Heer en Heere wordt gebruikt. Conclusie: matig aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937 Open Boekbeoordeling. |
A.L. van Hulzen In de holle boom, druk 2, 75 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 8-10 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Brammetje, die in de stad woont, logeert bij Oom Aart. Oom en tante, die geen kinderen hebben, zijn erg op hem gesteld. Op een van zijn tochten in den omtrek van Oom Aart's boerderij valt hij in een sloot. Men is eerst bang, dat hij verdronken is, maar men vindt hem in de schuur. Hierdoor komt hij in aanraking met dikken Gerrit. Deze vertelt hem, dat hij een nest met jonge lijsters weet in een hollen boom. Hij wil dat nest uithalen en voor de jonge vogels heeft hij al een kooi gemaakt. De dierenliefde van Bram komt hiertegen in verzet, Hij brengt na een moeilijke tocht in het halfdonker de vogels in veiligheid. Een vechtpartij met Gerrit is het gevolg. Bram wordt door Oom Aart verlost. De jongens verzoenen zich met elkaar bij het vreugdevuur, dat Oom Aart den laatsten avond van Brams vacantie op het weiland ontsteekt. Algemeen op- of aanmerkingen: Een goed geschreven hoekje. De episode van de jonge vogels, die door Bram gered worden, is, hoewel wat al te sentimenteel beschreven, van opvoedkundige waarde. De godsdienstige strekking is echter zeer gering. Het woord Heer wordt naast Heere gebruikt. Conclusie: matig aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1939 Open Boekbeoordeling. |