|
|
|
S. Coolsma Ismail en Moerti , druk 1, 64 blz. | Ismail en Moerti "waren uit de Soendaneezen van West-Java de eerstelingen Gode en het Lam." (Openb. 14 : 4.) Hoe zij toegebracht en ondanks allerlei tegenstand bekrachtigd en ten zegen gesteld werden, alsmede hoe zij in woord en wandel hunnen God en Zaligmaker verheerlijkten en in vrede zijn ontslapen, deelt de bekende en geachte oud-zendeling Coolsma ons hier op aangrijpende wijze mede. Het boekje te lezen was ons een genot. Het treft en beschaamt diep, het verkwikt en bemoedigt in hooge mate. Wij bevelen het niet alleen voor jongere lezers, maar ook voor meer gevorderden in leeftijd gaarne ter lezing aan. De vorm en de strekking beide dunken ons alleszins uitnemend. Wij hebben geene enkele opmerking, dan alleen deze, dat wij hier, gelijk ook in al de andere nummers, liever "Heere" in plaats van "Heer" hadden aangetroffen. Het bijschrift op het titelblad: "Wedergeboren tot eene levende hoop", 1 Petri 1 : 3, teekent met een woord der Schrift de hoofdgedachte van dit treffend verhaal. Het plaatje aan de binnenzijde geeft ons de Zendelingen der Nederl. Zendingsvereeniging te zien. Welk eenen treffender aanblik biedt die groep van mannen in de kracht van het leven, die zich hebben overgegeven voor den naam en de zaak van onzen Heere Jezus Christus. Tusschen den tekst staan slechts een tweetal kleine en weinig sprekende illustraties. In dit opzicht is dit schoone boekje minder bedeeld, dan de andere nieuwe uitgaven dezer serie. Doch heel het verhaal zelf is een treffend schoon tafereel. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1902 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
S. Coolsma Ismail en Moerti , druk 2 | Geïll. omslag. Gecartonneerd. 3 plaatjes in zwartdruk en een kaartje van West-Java. Prijs 35 cent. In dit boekje wordt ons verhaald de geschiedenis van de eerstelingen uit de Soendaneezen, die als vrucht op den Zendingsarbeid werden toegebracht tot het geloof in Christus. De Schrijver heeft voor een groot deel deze geschiedenis zelf mee doorleefd en dit verhoogt de aantrekkelijkheid van het verhaal. De bijzondere leiding des Heeren, waardoor eerst Ismaël en daarna ook zijn vrouw kwamen tot de kennis van het Evangelie, de krachtige werking des Geestes, die hen in zoo korten tijd tot het geloof en een heldere kennis der waarheid bracht, is treffend geteekend. Hoe bezwaarlijk het gaat, om Heidenen en Mahomedanen tot het Christendom te bewegen; hoeveel zulke menschen te verduren hebben van hun vroegere geloofsgenooten; hoe zwaar ook de geestelijke strijd is, wordt hier helder in 't licht gesteld; doch ook, hoe verrassend en heerlijk vast het geloof na lange en bange worsteling wordt. Toch neemt dit niet weg, dat we bij sommige gedeelten wel eens een vraagteeken plaatsten; o.a. op blz. 20, 21 en 22. Daar wordt namelijk verhaald, hoe Ismaël een stem van boven hoort in de Soendaneesche taal welke hem toeroept: "Reinig! Straks over drie dagen zal ik tot u komen!" Volgens den Schrijver is deze stem een stem Gods geweest, waardoor Hij zich aan Ismaël openbaarde. Na verloop van de drie dagen ziet en ondervindt Ismaël allerlei vreemds. Hij vindt wonderlijke dingen. De Heer Coolsma verklaart die wonderlijke verschijnselen als werkingen van den duivel. Al hebben we natuurlijk geen reden, om dit in twijfel te trekken, toch vinden we dat dit gedeelte het overigens mooie verhaal eenigszins ontsiert. Ofschoon dit boekje onder de Zondagsschoollectuur voorkomt, kan niet bepaald gezegd, dat het een kinderboekje is. Daarvoor is het te weinig in den kindertoon en naar kinderlijke bevatting geschreven. Alleen grootere en meer ontwikkelde jongens en meisjes zullen het, met genoegen lezen. De uitvoering is net. Enkele drukfouten komen in het boekje voor. De plaatjes zijn mooi, doch een onderschrift tot verduidelijking zou niet overbodig zijn geweest. Dit neemt echter niet weg het vele goede, dat we aantroffen. Het boekje levert een uitstekende bijdrage tot de zendingslectuur; de strekking is uitnemend. Het bedoelt kennis omtrent het werk der zending te verbreiden, ons te schetsen de moeilijkheden en tegenspoeien, die de zendelingen steeds weer ontmoeten, doch bovenal helder in het licht te stellen wat de Heere in Zijn groote genade deed en nog steeds doet onder Mohammedanen en Heidenen, tot blijdschap en bemoediging van hen, die in dat gedeelte van 's Heeren wijngaard arbeiden. In dit alles is de Schrijver uitmuntend geslaagd. Een kaartje van West-Java in dit boekje afgedrukt, doet ons bovendien nog het terrein van den arbeid zien. Jammer is het, dat we bij het lezen telkens stootten op het gebruik van "Heer'' in plaats van "Heere". Wij twijfelen niet, of het boekje zal zeker de belangstelling, en zoo wij hopen, ook het gebed voor den arbeid der zending vermeerderen. Wij bevelen het dan ook gaarne aan. Nu de belangstelling in de zending krachtig toeneemt, is het te begrijpen, dat de Uitgevers ook Zendingslectuur aanbieden. 't Is niet alleen te begrijpen, maar ook van harte toe te juichen! De vrienden der Zondagsschool zijn als van zelf ook vrienden der Zending. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911 |
S. Coolsma Ismail en Moerti , druk 2 | »Ismaël en Moerti« geeft ons een aardigen kijk op de groote moeilijkheden, waarmede de Zending op Java te kampen heeft. Op eenvoudige, boeiende wijze verhaalt de schrijver, hoe een echtpaar (het eerste) uit overtuiging van het Mohammedanisme tot het Christendom overging. De vijandschap der Mohammedanen tegen Ismaël en Moerti, zoo heetten de man en de vrouw, is groot, doch niettegenstaande dat alles volharden zij en Ismaël verbergt het ontvangen licht niet onder een koornmaat. Integendeel, allen, met wie hij in aanraking komt, wijst hij op den Christus als den eenigen Zaligmaker van zondaren. Aanbevolen voor kinderen van 12-14 jaar. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911 |
S. Coolsma Ismail en Moerti , druk 3, 64 blz. | Leeftijd 12-14 jaar. "De eerstelingen Gode en het Lam". Een geschiedenis, welke door jong en oud dient gelezen te worden. De schrijver vertelt van zijn moeilijk werk onder de Soendaneezen, van teleurstelling en van gebed, maar ook van zegen. Een Soendanees, Ismaël geheeten, is de eerste, in wiens hart God komt te werken. Zijn vrouw, Moerti, is de tweede. Wat een strijd in het binnenste van Moerti, éér hij tot een openbare belijdenis komt. Maar dan ook staat hij vast. Zijn familie, zijn omgeving mijden hem, hij komt tot armoe. Wat een strijd ook naar buiten! Hij verbergt het ontvangen licht niet onder een korenmaat: zijn heele leven is verder één getuigen van den Christus, in woord en geschrift. Zelfs als een ernstig maaglijden hem op het ziekbed werpt, waarvan hij niet meer opstaat, gaat hij daarmee door en 't is aandoenlijk, hoe hij vóór zijn dood 't Evangelie brengt aan zijn naaste familie. Wat heeft hij veel geleden om 't geloof, maar Christus heeft een gestalte gekregen in Ismaël, die den geest van het Evangelie bezit. Wat een blijdschap voor Ismaël, dat hij met den Gouverneur-Generaal en diens vrouw tezamen mag nederknielen! Bij het lezen van deze boeiende geschiedenis denken we aan Jezus' woord: "Al wat mij de Vader geeft, zal tot mij komen". Moerti wordt, nà den dood van haar man, een moeder in het kleine geestelijke Israël te Tjiandjoer. De inleiding is leerzaam en geeft een mooie uiteenzetting van de situatie. Zeer aanbevolen voor de oudste leerlingen der Zondagsschool. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1931 Open Boekbeoordeling. |
S. Coolsma Ismail en Moerti , druk 3, 64 blz. | G.K.C.0. Met kaartje en 3 repr. n. photo's. 38 cent. In dit boekje wordt ons verhaald de geschiedenis van de eerstelingen uit de Soendaneezen, die als vrucht op den Zendingsarbeid werden toegebracht tot het geloof in Christus. De schrijver heeft voor een groot deel deze geschiedenis zelf mee doorleefd en dit verhoogt de aantrekkelijkheid van het verhaal. De bijzondere leiding des Heeren, waardoor eerst Ismaïl en daarna ook zijn vrouw kwamen tot de kennis van het Evangelie, de krachtige werking des Geestes, die hen in zoo korten tijd tot het geloof en een heldere kennis der waarheid bracht, is treffend geteekend. Hoe bezwaarlijk het gaat, heidenen en Mohammedanen tot het Christendom te bewegen; hoeveel zulke menschen te verduren hebben van hun vroegere geloofsgenooten; hoe zwaar ook de geestelijke strijd is, wordt hier helder in 't licht gesteld; doch ook, hoe verrassend en heerlijk vast het geloof na lange en bange worsteling wordt. Toch neemt dit niet weg, dat we bij sommige gedeelten wel eens een vraagteeken plaatsten; o.a. op blz. 20, 21 en 22. Daar wordt namelijk verhaald, hoe Ismaïl een stem van boven hoort in de Soendaneesche taal, welke hem toeroept: "Reinig! Straks over drie dagen zal ik tot u komen!" Volgens den schrijver is deze stem een stem Gods geweest, waardoor Hij zich aan Ismaïl openbaarde. Na verloop van de drie dagen ziet en ondervindt Ismaïl allerlei vreemds. Hij vindt wonderlijke dingen. De heer Coolsma verklaart die wonderlijke verschijnselen als werkingen van den duivel. AI hebben we natuurlijk geen reden, om dit in twijfel te trekken, toch vinden we dat dit gedeelte het overigens mooie verhaal eenigszins ontsiert. Ofschoon dit boekje onder de Zondagsschoollectuur voorkomt, kan niet bepaald gezegd, dat het in den kindertoon en naar kinderlijke bevatting is geschreven. Alleen grootere en meer ontwikkelde jongens en meisjes zullen het met genoegen lezen. De uitvoering is zeer net. De plaatjes zijn mooi, doch een onderschrift tot verduidelijking zou niet overbodig zijn geweest. Dit neemt echter niet weg het vele goede, dat we aantroffen. Het boekje levert een uitstekende bijdrage tot de zendingslectuur; de strekking is uitnemend. Het bedoelt kennis omtrent het werk der zending te verbreiden, ons te schetsen de moeilijkheden en tegenspoeden, die de zendelingen steeds weer ontmoeten, doch bovenal helder in het licht te stellen wat de Heere in Zijn groote genade deed en nog steeds doet onder Mohammedanen en Heidenen, tot blijdschap en bemoediging van hen, die in dat gedeelte van Gods wijngaard arbeiden. In dit alles is de schrijver uitmuntend geslaagd. Een kaartje van West-Java, in dit boekje afgedrukt, doet ons bovendien nog het terrein van den arbeid zien. Jammer is het, dat we bij het lezen telkens stootten op het gebruik van "Heer" in plaats van "Heere". Wij twijfelen niet, of het boekje zal zeker de belangstelling, en zoo wij hopen, ook het gebed voor den arbeid der zending vermeerderen. Wij bevelen het dan ook gaarne aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1931 |