Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Ida Keller

Ismaël's eerste zendingsreis, druk 1, 157 blz.
De recensie van dit boek zouden wij met drie woorden kunnen afdoen: goed, fraai, goedkoop. Drie aanbevelingen dus voor ééne. Doch deze kostelijke uitgave verdient ten volle, dat wij er iets nader bij stilstaan. Ismaël is de zoon van eenen zendeling en doet met zijn jonger broertje de reis met de "Elviera" naar Nederland. Hij spreekt met den kapitein, met den ouden Wob, met den kajuitsjongen Tim en met anderen over de vergeving der zonden en de noodzakelijkheid, om den Heere te vreezen. Hij bidt aan het krankbed van den stervenden Tim en getuigt bij diens lijk van de opstanding en het eeuwige leven. Hij bidt in het woeden van den storm, de wind legt zich neder, de zee bedaart, de golven worden stil en der schepelingen hart is getroffen. Zoo is Ismaël op de reis naar Nederland een kleine zendeling, die eenvoudig en vrijmoedig getuigenis aflegt van zijn geloof in het lijden en sterven van den Heere Jezus en voor Tim, voor den kapitein en voor eenen medereiziger het middel tot waarachtige bekeering wordt. Later doet Ismaël de reis met hetzelfde schip in tegengestelde richting, om als zendeling in de Oost te gaan arbeiden, maar de medereiziger van voor ± 15 jaren beweert, dat zendeling Van Duyn zijne eerste zendingsreis reeds gedaan heeft, toen hij naar Nederland toe voer. En zoo wordt de zaak klaarblijkelijk ook door de Schrijfster beschouwd. De gang der vertelling is zeer geregeld, de stijl vloeiend, de taal vrij zuiver. De correctie laat nogal wat te wenschen over: stoomboot, vlaag, punt en hand zijn mannelijk gebruikt, stoel daarentegen vrouwelijk. Met zulke bekende en veel gebruikte woorden moesten geene abuizen worden begaan. Op blz. 57 staat: "Er waren geene kinderen meer aan boord"; bedoeld is blijkbaar: "Er waren niet meer kinderen (dan Ismaël en Benjamin) aan boord." Op blz. 59 staat "niets goed" in plaats van "niets goeds". Voorts trokken onze aandacht de Germanisrnen onderbreken en opvallen. Enkele psychologische onwaarschijnlijkheden teekenden wij aan. Zoo deden wij ons de vraag, of de verklaring op blz. 44: "Aan elk haar hing een zweetdroppel" (omdat de kapitein met het kleeden der jongens niet best terecht kon n.l.) navraag zou kunnen lijden. Bij de lezing van blz. 66 rees de bedenking zou inderdaad zulk eene (betrekkelijk lange) samenspreking tusschen den kapitein en den ouden Wob zijn gehouden, alvorens de laatste Tim nasprong? En was men den volgenden morgen nog in de nabijheid van het wrak? Is de mededeeling van den kapitein aan de Wed. Van Doorn van Tims dood naar de natuur geteekend? Ook schijnt het beroep van de dochter op de Juftrouw van de Zondagsschool, om hare moeder te doen beseffen, dat het in den hemel zoo heerlijk moet zijn, ons wat vreemd. Immers de weduwe is ons tevoren als eene geloovige vrouw voorgesteld en hare dochter heeft haar daarom op de Schrift, op het Woord Gods, gewezen. Voorts merkte, een der commissieleden op, dat er eene bijzondere mate van menschen- en kinderkennis toe vereischt wordt, om een kind een zoo gewichtige rol te doen vervullen, als in dit verhaal geschied is. Maar deze bedenkingen zinken in het niet bij de onmiskenbaar groote verdiensten van dit schoone verhaal. Menige bladzijde getuigt van hoogere ernst, die u diep in de oogen kijkt. De Christus Gods en de verzoening door zijn bloed treden helder in het licht. Ook, dat de Heere een hoorder der gebeden is. Krachtige drangredenen komen uit dit boekje tot de ouders, om hunne kinderen vroeg met den Heiland bekend te maken. Uit de inhoudsopgave zou iemand misschien kunnen afleiden, dat de plotselinge bekeeringen zich hier opeenstapelen. Maar dit is niet bet geval. Men ziet langs de lijnen, door Gods Woord aangegeven, de zielsprocessen zich afwikkelen. Bepaald foutief echter is, dat de Schrijfster op bladz. 104 aan den nog niet tot bekeering gekomen Gezagvoerder een "twijfelend Thomashart" toekent. Hier toont zij, het ongeloof van Thomas nooit recht begrepen te hebben. Doch dit zij slechts in het voorbijgaan gezegd. De jeugdige Ismaël met zijne eenvoudige, kinderlijke godsvrucht is een wel geboetseerd beeld, dat zeker in het hart van menigen lezer diepen indruk zal maken. Van den vorm niets dan goed. De Uitgever besteedde veel zorg aan het gewaad. De mooie omslag, de heldere druk, de fijne plaatjes maken het tot een treffelijk exempel van een goed kinderboek. Met warmte bevelen wij het aan. Het kan onder den zegen des Heeren voor jongen en ouden van groot en veelzijdig nut wezen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1905

Open Jachin-boekbeoordelingen.


Ida Keller

Ismaël's eerste zendingsreis, druk 2, 158 blz.
Dit is een boekje met teergevoelige bladzijden. 't Afscheid tusschen de moeder, zendelingsvrouw op Java, en haar jonge kinderen, die naar Holland moeten; 't sterven van Tim, den bootsmansjongen, die een sterk verlangen had naar zijn arme moeder, tegen wier zin hij was gaan varen; en zijn begrafenis midden in den oceaan, dat alles maakt de oogen wel vochtig. En telkens weer zien die oogen met schuchtere bewondering dan dat oudste zendelingsjongetje, dat zoo vrijmoedig over Jezus spreekt, voor ons grooteren soms wat onnatuurlijk, en zeker wordt de oude matroos Wob, die bij maanlicht zijn grijze hoofd buigt over 't Bijbelblad, aller vriend. De strijd bij den kapitein tusschen geloof en twijfel zal wel boven de bevatting gaan. Misschien zal een flinke jongen ook wel zijn hoofd schudden, als hij zich daar Ismaël denkt, bij hevigen storm biddend, en on hem heen de bemanning en passagiers als in een kerk. En dat, als 't schip slingert en kraakt! Zeker zou 't boekje er bij winnen, als 't onnatuurlijke er uit werd gelicht. Overigens kan 't aanbevolen voor 12-jarigen en ouderen. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1913
Ida Keller

Ismaël's eerste zendingsreis, druk 2, 158 blz.
Geïll. gecartonneerde omslag. Vier plaatjes in zwartdruk. Prijs 60 cent. De recensie van dit boek zouden wij met drie woorden kunnen afdoen: goed, fraai, goedkoop. Drie aanbevelingen dus voor één. Doch deze kostelijke uitgave verdient ten volle, dat wij er iets nader bij stilstaan. Ismaël is de zoon van een zendeling en doet met zijn jonger broertje de reis met de "Elviera" naar Nederland. Hij spreekt met den kapitein, met den ouden Wob, met den kajuitsjongen Tim en met anderen over de vergeving der zonden en de noodzakelijkheid, om den Heere te vreezen. Hij bidt aan het krankbed van den stervenden Tim, en getuigt bij diens lijk van de opstanding en het eeuwige leven. Hij bidt in het woeden van den storm. De wind legt zich neder, de zee bedaart, de golven worden stil en der schepelingen hart is getroffen. Zoo is Ismaël op de reis naar Nederland een kleine zendeling, die eenvoudig en vrijmoedig getuigenis aflegt van zijn geloof in het lijden en sterven van den Heere Jezus en voor Tim, voor den kapitein en voor een medereiziger het middel tot waarachtige bekeering wordt. Later doet Ismaël de reis met hetzelfde schip in tegengestelde richting, om als zendeling in de Oost to gaan arbeiden, maar do medereiziger van voor ±15 jaren beweert, dat zendeling Van Duyn zijn eerste zendingsreis reeds gedaan heeft, toen hij naar Nederland toe voer. En zoo wordt de zaak klaarblijkelijk ook door de Schrijfster beschouwd. De gang der vertelling is zeer geregeld, de stijl vloeiend, de taal vrij zuiver. Enkele psychologische onwaarschijnlijkheden teekenden wij aan. Zoo deden wij ons de vraag, of de verklaring: "Aan elk haar hing een zweetdroppel", (omdat de kapitein met het kleeden der jongens niet best terecht kon nl.) navraag zou kunnen lijden. En zou inderdaad zulk een (betrekkelijk lange) samenspreking tusschen den kapitein en den ouden Wob zijn gehouden, alvorens de laatste Tim nasprong? En was men den volgenden morgen nog in de nabijheid van het wrak? Is de mededeeling van den kapitein aan de Wed. Van Doorn van Tims dood naar de natuur geteekend? Ook schijnt het beroep van de dochter op de Juffrouw van de Zondagsschool, om haar moeder te doen beseffen, dat het in den hemel zoo heerlijk moet zijn, ons wat vreemd. Immers de weduwe is ons tevoren als eene geloovige vrouw voorgesteld en heur dochter heeft haar daarom op de Schrift, op het Woord Gods, gewezen. Voorts merkte een der commissieleden op, dat er een bijzondere mate van menschen- en kinderkennis toe vereischt wordt, om een kind een zoo gewichtige rol te doen vervullen, als in dit verhaal geschied is. Maar deze bedenkingen zinken in het niet bij de onmiskenbaar groote verdiensten van dit schoone verhaal. Menige bladzijde getuigt van hoogen ernst, die u diep in de oogen kijkt. De Christus Gods en de verzoening door zijn bloed treden helder in het licht. Ook, dat de Heere een hoorder der gebeden is. Krachtige drangredenen komen uit dit boekje tot de ouders, om hun kinderen vroeg met den Heiland bekend te maken. Uit de inhoudsopgave zou iemand misschien kunnen afleiden, dat de plotselinge bekeeringen zich hier opeenstapelen. Maar dit is niet het geval. Men ziet langs de lijnen, door Gods Woord aangegeven, de zielsprocessen zich afwikkelen. De jeugdige Ismaël met zijn eenvoudige, kinderlijke godsvrucht is een wel geboetseerd beeld, dat zeker in het hart van menigen lezer diepen indruk zal maken. Van den vorm niets dan goed. De Uitgever besteedde veel zorg aan het gewaad. De mooie omslag, de heldere druk, de fijne plaatjes maken het tot een treffelijk exempel van een goed kinderboek. Met warmte bevelen wij het aan. Het kan onder den zegen des Heeren voor jongen en ouden van groot en veelzijdig nut wezen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1913