Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



D. Menkens-van der Spiegel

Jan Sanders, druk 1, 158 blz.
Frans Mulder is een doodarme verwaarloosde jongen, die een indroevige jeugd heeft. Zijn moeder heeft een sloopende kwaal, zijn vader is een verloopen zwakkeling, die aan den drank verslaafd is. Jan Mulder en zijn vrienden plagen en sarren den "schooier" zooveel ze kunnen, hoewel Jan in zijn hart weet, dat dit laf is. Eindelijk ontfermt Tante Leens zich over het huisgezin van Mulder. De moeder van Frans herstelt, zijn vader wordt een oppassende man en Jan en zijn makkers leeren zich schamen. Een boek waarvan de vele goede eigenschappen, die noodig zijn om het tot een jongensboek voor het Christelijk gezin te maken, mogen worden samengevat in dit ééne woord: Kostelijk. Hartelijk aanbevolen. Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1931

Open Boekbeoordeling.
D. Menkens-van der Spiegel

Jan Sanders, druk 1, 158 blz.
G.K.C.0. 15 t.d.t. 60 cent. “Jan Sanders" heeft een ideaal mooien omslag in bijzonder geslaagde kleuren. Ook de plaatjes zijn zeer naar onzen smaak. De hoofdpersoon, aan wien dit boek zijn titel ontleent, is een echte Bergenkamper jongen, de meest getapte van de klasse-club van zessen. Frans Muller, zoontje van een armen orgeldraaier, die eerst in Amsterdam woonde, daarna zijn geluk in Duitschland ging zoeken, maar geheel aan lager wal in Bergenkamp terecht kwam, komt bij hen op school, op de Christelijke school. Zijn zieke moeder, die lijdt onder vaders ruwe leven, zond hem daarheen. Frans wordt als "schooiersjongen" met spot ontvangen. Maar hij heeft een hart van goud. Aanvankelijk doet Jan Sanders mee met zijn club, om den jongen te treiteren. Een gulden, voor Frans bestemd om diens hulpvaardigheid jegens een tante van Jan, houdt hij achter; later geeft hij dien stilletjes in school, door hem in Frans' vak te leggen. De gulden valt er uit; Frans wordt door de ontactische juffrouw van diefstal verdacht; Frans' vader wordt bij een dronkemans-conflict gewond, moet naar het ziekenhuis; zijn moeder wordt heel erg ziek …... Maar dan ontwaakt Jans geweten; zijn tante en anderen leeren de situatie kennen en doen in echt mooie Christelijke barmhartigheid, wat zij kunnen om te helpen. Frans' vader herstelt en komt weer op het goede pad. Ook zijn moeder wordt beter en alles komt terecht. Ongewoon mooi is de oplossing van al de moeilijkheden, maar ongebeurlijk is de samenloop van gelukkige omstandigheden niet. Het verhaal laat heel sterk gevoelen het onbarmhartige der jeugd tegenover een armen jongen en den strijd van een goed karakter als van Jan Sanders, om tegen de opinie van zijn "nette" clubgenooten in, zich met den armen kameraad in te laten. Heel goed wordt ook uitgebeeld de onwaarachtigheid in Jans houding met haar bange gevolgen voor Frans. Zonder overdrijving wordt het alcohol-gevaar gesignaleerd. Aanbevolen, speciaal voor de oudere jongens.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1931