|
|
|
Maria Laarman Japie, druk 1, 40 blz. | De geschiedenis van een visschersknaapje, wiens vader op zee is gebleven, wiens moeder sterft en die door een ander gezin wordt opgenomen. In het tweede hoofdstuk verdrinkt Japie bijna door de schuld van zijne pleegouders. In het derde komt Japies vader terug. In het vierde verhaalt de vader, hoe hij allerlei lotgevallen heeft gehad en waarom hij niet eer kon terugkomen. 't Verhaal, waarvan de deelen weinig samenhang vertoonen, is blijkbaar niet "waar gebeurd," maar te danken aan de fantasie van de Schrijfster. Deze eenvoudige historie wordt prettig verteld en door twee lieve plaatjes opgeluisterd. 't Is hoogst moeilijk, over de strekking van het boekje iets te zeggen. Waarschijnlijk heeft de Schrijfster geen ander doel gehad dan door de aaneenrijging van enkele tafereeltjes hare lezers en lezeressen aangenaam bezig te houden en dat zal haar wel gelukken. Over de dingen der eeuwigheid spreekt dit verhaal zeer oppervlakkig, zie b.v. blz. 5, blz. 30, blz. 32. De tegenstelling tusschen zonde en genade had duidelijker moeten uitkomen. Bij de vele goede boekjes, die verschijnen, is 't voor Geref. Zondagsscholen gewenscht, dit boekje te laten rusten, wat om de helderheid van taal en stijl wel jammer is. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1905 Open Jachin-boekbeoordelingen. |