|
|
|
|
| C.Th. Jongejan-de Groot Janneke-Tanneke, druk 1, 61 blz. | 9 t.d.t., G.K.C.B., J.M. 9-12 j. Wat los naast elkaar staande gebeurtenissen in een gewoon kinderleven. 't Begint met jongens, die een mooie schuur vinden, maar door een hond worden verjaagd. Dan een verhaal over een gezellige tante Koosje de naaister, die veel voor de kinderen over heeft, hen verrast met iets wat ze zelf maakte, een indianen-tooi voor Jaap, een tasje voor Janneke. Want zij mogen binnenkort naar het feest van opa en oma, die 50 jaar getrouwd zijn. Dat feest maken we mee, met de versiering vooraf en de cadeaus er bij. Maar tijdens het feest komt (een oud thema) narigheid. De kinderen gaan te ver het bos in, verdwalen, het gaat natuurlijk stormen en regenen, zelfs onweer wordt achteraf genoemd. Janneke komt bij een caravan terecht, waar Zwitsers in wonen die hier vakantie houden. Zij kan hen niet verstaan en ziet ze voor circusmensen aan. Via de dokter komt er een hartelijke vriendschap. Tante Koosje, die op haar eentje naar Janneke is gaan zoeken valt en moet een tijd rusten, ook Janneke heeft kou gevat en zo liggen ze samen ziek op de boerderij bij oma. Ze hebben het er goed. De Here zorgt voor zijn kinderen, dat is het vertrouwen van de grote mensen en ook de kinderen vertrouwen daarop in hun nood. Maar veel strekking is er niet in te vinden. Het boekje ademt wel een christelijke geest, vaag overigens. Wij moeten de kinderen, ook in een christelijk gezin, nog wat anders leren. Veel spanning zit er niet in. 't Is een heel gewoon kinderboekje, waarin de grote mensen allemaal erg hartelijk zijn voor de kinderen. Wij kunnen het nog net onze aanbeveling meegeven. |  Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1963 |
| C.Th. Jongejan-de Groot Janneke-Tanneke, druk 1, 61 blz. | Janneke-Tanneke door C.Th. Jongejan-De Groot is een verhaal uit het kinderleven, dat zijn hoogtepunt bereikt op de gouden bruiloft van de grootouders. Janneke gaat met broertje en neef spelen in het bos, maar het meisje verdwaalt en moet door de hele familie gezocht worden. Natuurlijk komt alles weer goed terecht. Het eenvoudige thema is door de schrijfster iets te zwaar beladen met Bijbelse vroomheid, die dan ook meermalen onecht aandoet. (geb. f 1,05) |  IDIL-gids voor de jeugdlectuur, 1963-64 Open IDIL-Gids. |