|
|
|
A. Norel-Straatsma Joke, druk 1, 46 blz. | G.K.C.0. Juffrouw Van Breero, onderwijzeres in de stad, gaat met vacantie naar buiten en wil daar eens heelemaal vrij zijn van school en schoolomgeving. Al heel gauw echter komt ze in aanraking met een jong meisje, Joke, die bij haar grootmoeder op het dorpje is gekomen om in Holland verder te worden opgevoed. (Haar ouders wonen in 't buitenland). Joke schijnt een oppervlakkig kind, een flirt, die eigenlijk doet wat ze wil. Maar bij betere kennismaking blijkt het juffrouw Van Breero, dat er toch wel diepere gedachten bij het meisje leven en daarin vindt ze aanleiding, haar een brief te schrijven, waarin ze wijst op den ernst van het leven en de komende eeuwigheid. Een paar dagen later gaat Joke met vriendinnen uit en verdrinkt. Dat gebeuren grijpt diep in de ziel van juffr. v. Breero. Ze had zich willen losmaken van haar gewone omgeving en werk en wordt zich nu juist klaar bewust van haar taak. Onder haar leerlingen zullen er velen zijn, als Joke, meisjes, die naar het uiterlijk alleen maar op genietingen bedacht zijn en die toch innerlijk wachten op "den wonderstraal", waar Joke steeds naar verlangde, die een heimwee hebben naar het licht van God. En gerijpt voor haar werk keert ze terug naar de stad. De vorm is voortreffelijk. Wat kan deze schrijfster vertellen. Wat rake teekening kan zij geven, wat is in dit boekje alles echt en natuurlijk. Hoe gewoon is de dialoog. De stijl is van veel beter gehalte, dan gewoonlijk, zelfs literair verzorgd. 't Boekje is trouwens ook niet een Zondagsschooluitgave in den gewonen zin : voor kinderen is het eigenlijk niet, meer voor de rijpere jeugd. Voor zulk een boekje zouden we gaarne twintig andere, onbeteekenende, cadeau geven, als... het godsdienstig element niet zoo slap was. Van Christus wordt niet gesproken, ook niet van zondebesef. 't Is echt de religiositeit van het gevoel, "heimwee naar het licht van God", naar een “wonderstraal". Wat "Jachin" terecht eischt in het boekje voor de Zondagsschool, wordt er in gemist. Voor de Zondagsschoolleerlingen kan dit boekje daarom niet dienen. Maar laten de onderwijzers en de onderwijzeressen het lezen, om er uit te leeren, hoe ze vertellen moeten! | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1931 |