Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



G. van Loo-Bos

Joep maakt een kerstwandeling, druk 1, 23 blz.
G.K.O. 4 t.d.t. Greetje is een dochtertje van gegoede ouders. Zij bezit veel en mooi speelgoed. Maar ze is erg baatzuchtig. Als een paar vriendinnetjes er over praten, om een arm schoolmakkertje voor haar Kerstfeest iets te geven, kan zij er maar schoorvoetend toe overgaan. Ze gaat een paar dagen bij Tante logeeren. Tante koopt haar nog een mooien poppewagen. Ook vertelt tante haar van haar bezoek aan arme kinderen van haar Zondagsschool. Greetje gevoelt zelfbeschuldiging, en wil 't vervolg van Tantes verhaal liefst niet hooren. Ze gaat daarom naar huis. Om toch iets te geven, zoekt ze uit haar oud speelgoed iets voor het schoolmeisje: een kapotte pop en een vuil boekje. Op het Kerstfeest zingt ze mee: „Zoo arm werd de Heer ...." Die woorden brengen haar tot nadenken. En nu wil ze geven 't liefste wat ze heeft, Joep, haar hondje, dat ze op haar verjaardag gekregen heeft. Haar schoolvriendinnetje wil echter den hond niet aanvaarden. Toch hebben ze samen een mooien middag. De uitdrukking: een „waarlijk" gebedje, is foutief. Erger is, dat we den inhoud van dit gebedje niet te weten komen. Van schuld en zonde leest de kleine lezeres niets. Alleen schijnt het: waar de „Heer" (de Heiland) zoo veel gaf, moeten wij toch ook wat geven! De Kerstwandeling betreft den hond! We achten dit boekje zoo weinig geschikt, dat we 't liever niet aanbevelen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940