|
|
|
H. Streefkerk Kees' aquarium, druk 1, 92 blz. | Kees, onnadenkende Kees, is een jongen waar wat inzit. Van een oude teil weet hij een aquarium te fabriceeren. Maar onnadenkend dat hij is! Deze ondeugd brengt hem tot allerlei kwaad: hij bederft in zijn spel zijn kleeren, komt te laat thuis, ja, wordt mee aanstichter van een boschbrand, die droeve gevolgen heeft. Toch is Kees ook een hulpvaardige jongen; deze deugd doet hem worden de redder van het leven van een baron en bezorgt hem een echt, mooi aquarium. Uit dankbaarheid bewerkt de baron, dat er na den boschbrand verschoonend met hem gehandeld wordt. Kees offert zijn aquarium voor het door den brand dakloos geworden gezin, maar krijgt toch zijn dierbaar kleinood weer, natuurlijk door bemiddeling van den baron. De heer Streefkerk vertelt goed. De jongens zullen wel naar hem luisteren. Hij maakt wel eens een omweg, b.v. in het verhaal van het broertje Gerrit; maar daar hebben jongens niet zooveel bezwaar in, als het maar een mooie omweg is. Maar waar de Schrijver het niet over heeft? Over het hart van Kees. Al Kees' ondeugende streken zijn volgens zijn meester Kerkhof "onnadenkendheden", anders niet. Dat maakt het verhaal oppervlakkig. Daardoor is Kees tenslotte ook nog een slappe figuur, die met recht uitgelachen wordt, als hij een zoen krijgt van de barones. Een enkele maal is de jongenstaal ingelascht, maar met een lofwaardige vermijding van wat ruw of grof moet heeten. Of het aanbeveling verdient, guitenstreken te vertellen, betwijfelen wij. Dat het hier gebeurt, vergezeld van een protest uit den mond van den guit Kees, tempert het kwaad natuurlijk wel. De strekking is goed. Eerlijkheid, ook in de woorden en gedragingen, edelmoedigheid en hulpvaardigheid worden in Kees gevonden en door den Schrijver gewaardeerd. Besef van schuld en behoefte aan vergeving, alsook de begeerte, om zooveel doenlijk het kwaad te herstellen, worden hier eveneens gevonden. Het godsdienstige element is er wel, maar ... een groot deel van het boekje is neutraal. Nadenken en goed oppassen; goed oppassen en nadenken: dan komt men bij God en menschen in de pas, en heeft ook nog buitenkansjes, n.l. de vervulling van stil gekoesterde wenschen. In dien weg worden wij "goede menschen", en geven wij de eer aan menschen, zooals Kees met den uitroep, waarmee het boekje eindigt: "0, wat een goede menschen zijn dat toch, hè moe?" Op het uiterlijk valt geen aanmerking te maken. Dit is keurig. Maar inhoud en strekking doen ons vragen: is dat nu een boekje voor een Zondagsschool? Voor een Gereformeerde Zondagsschool kunnen wij het althans slechts matig aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1917 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
H. Streefkerk Kees' aquarium, druk 1, 92 blz. | Brink_1917 Bijzonderheden: Oorspronkelijk werk, geschikt voor jongens van 11 jaar en ouder; omvang 91 bladz.; geïll. door Jan Franse; gecart.; prijs f 0.80. Bij getallen groote reductie. Korte inhoud: Kees heeft op school een kikker in zijn zak. Een kameraad achter Kees verlost stilletjes den kikker, die op den vloer springt. Kees deelt mee, dat de kikker voor zijn aquarium bestemd was; de meester, hem b e g r ij p e n d e, geeft Kees geen straf. Op een namiddag moet Kees naar zijn oom, waar hij met zijn neefjes speelt. Als hij 's avonds thuis komt, ziet zijn pakje er vuil en gehavend uit. Zijn moeder schreit. Dat kan Kees niet verdragen, evenmin als vroeger Michiel de Ruyter. De "Militaire staf" rukt uit. Kees mee. Gaat te ver. Op zijn terugtocht door een bosch verdwaalt hij. Hoort gekerm. Vindt een heer met gebroken been onder de fiets. Verleent hulp en krijgt, om 't nu maar kort te zeggen, later een nieuw aquarium tot belooning. Geen beschrijving van een aquarium, maar een boeiend verhaal. Goed verteld. Hartelijk aanbevolen! H. K. B. | Open Gids J.Lens Bibliotheekgids voor Chr. School- en Jeugdbibliotheken, 1930 |