|
|
|
Wilma Kerstnacht in den storm, druk 1, 40 blz. | G. K. 0. 8 t. d. t. 40 cent. Uit Afrika reist een familie naar het vaderland terug, vader, moeder en Keesje, al spoedig door de overige passagiers van het schip "Keesje-matroos" genoemd. Aan boord is o.a. ook een meisje, de dochter van een zendeling. Dit meisje vertegenwoordigt het "religieus element". De andere passagiers hopen, dat ze spoedig Kerstfeest kunnen vieren in hun vaderland; dat Kerstfeest en de Kerstboom oefenen een groote aantrekkelijkheid uit, maar overigens bemerkt ge van waarlijk godsdienstig leven bij deze menschen niet veel. Een ontzettende storm breekt los; het schip verkeert in nood, groote vrees is er in het hart van alle opvarenden. Ina begint op het meest kritieke oogenblik te zingen; allen gaan meezingen en er is groote ontroering. "Nu wisten ze opeens allemaal, ook die het nog nooit geweten hebben, nu het op leven en dood ging, dat al het aardsche, eer de nacht verstreken was, misschien zou zijn weggevallen, maar dat de ster van Bethlehem eeuwig gloorde over het leven en den dood. Ze wilden nu wel allemaal vluchten binnen dien armelijken stal, waarin God aan dat kleine Kindeke Zijn liefde had geopenbaard." Het gevaar is weldra voorbij en de boot bereikt voor Kerstfeest Rotterdam. De aangehaalde woorden karakteriseeren het "godsdienstig element" van dit verhaal. Er zit volstrekt geen diepte in. Van schulderkentenis, schuldvergiffenis, verlossing door het bloed des kruises, van de beteekenis van Christus' komst in het vleesch, is met geen enkel woord sprake. Wilma heeft slag van vertellen. Dat was reeds lang bekend. Er zijn dan ook gedeelten in dit boekje, die werkelijk treffen. Bijv. het moment, waarop Ina begint te zingen in den storm. Trouwens geen nieuw thema! Maar de strekking? Om het eens kras te zeggen: de strekking is, dat vrees voor den dood en het zingen van Kerstliederen zonder meer leidt tot het vieren van het Kerstfeest. Er wordt meer dan eens gesproken van Kerstfeestvieren in het hart; maar 't is een hart, dat niet is gebroken, dat vreest en beeft, maar niet uitgaat naar Christus, den Heere; dat niet verslagen wordt, maar ook den jubel der volkomen verlossing niet kent. Hoe goed dit boekje ook is naar den vorm, uit het bovenstaande is stellig genoegzaam duidelijk, dat het voor onze Zondagsscholen onbruikbaar is. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1927 |