|
|
|
Cor Bruijn Keteltje in de Lorzie, druk 7, 154 blz. | Een Hollandse jongen en de zee zijn bijna synoniemen geworden. De auteurs, zowel van verleden als heden, doen telkens een beroep op de relatie tussen deze beide. Schrijvers van naam hebben zich niet te goed geacht voor het componeren van een spannend verband tussen jongens en avonturen ter zee. Keteltje heet een van die zeehelden en zijn avonturen, gevloeid uit de bekwame pen van Cor Bruijn, zijn reeds aan hun zevende druk toe. In het boek Keteltje in de lorzie woont onze kleine held met zijn ouders en broer Wouw in het "logies", maar de mensen noemen het de lorzie. Een vrijbuitertje, een schooiers-kind, een a-sociale zou men tegenwoordig zeggen, dat is Keteltje en zijn jeugd is allesbehalve zonnig. Vader steelt vis uit de fuiken en Keteltje moet hem helpen. De jongen voelt dat het niet in de haak is. Zijn vriend Siem gaat naar school, leert hem lezen en vertelt hem uit de BijbeL En dan is er nog de Prefester, die samen niet de moeder van Siem, Keteltje's ouders tot betere gedachten brengt, zodat ons vrindje ook mag gaan leren. In Keteltje in het veerhuis zien we hem opgenomen bij zijn pleegmoeder in het veerhuis. In deze nieuwe omgeving leert Keteltje veel nieuwe dingen, zoals liefde en rechtvaardigheid, maar ondanks de liefde van moeder Pieterse en de zorg van meester Benders komt zijn zwerversnatuur telkens weer boven, de drang naar het ruime sop. Als die drang testerk wordt loopt hij in Keteltjes thuisvaart in het geheim van huis weg. Hij wordt echter teruggehaald en vindt tenslotte zijn levensdoel aan wal. | IDIL-gids voor de jeugdlectuur, 1949-50 Open IDIL-Gids. |