Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Paula

Kleine Jaap, druk 2, 33 blz.
G.K.C.O. 8 t.d.t. 20 cent. Gec. 30 cent. Kleine Jaap is een wees. Moeder is pas geleden in 't ziekenhuis gestorven. Z'n tweede vader is een slecht mensch en verwaarloost hem geheel. Op een kouden avond komt hij zich warmen in de smederij van baas Bartels, die hem ook een boterham geeft. De smid wordt geboeid door de lieve oogen van den jongen, en niet minder treft het hem, dat deze voor z'n boterham bidt, en straks ook dankt. Hij denkt er over, hem maar bij zich te nemen, daar hijzelf geeu kinderen heeft. Dienzelfden nacht wordt Jaaps stiefvader gearresteerd en 's morgens wordt de jongen naar het Bestedelingenhuis gebracht. Het kost den smid weinig moeite, hem nu als z'n eigen kind aan te nemen. Vooral dankbaar is hij, dat hij dit deed, als hij den afscheidsbrief van Jaaps moeder leest, Dit boekje ziet er keurig uit, maar het is slordig gecorrigeerd. Voor de kleintjes is het echter een juweeltje. Een weesje, dat van een vrome moeder bidden geleerd heeft, is een zeer aantrekkelijk thema. Ontroerend is de afscheidsbrief. die ook door de kleintjes goed kan worden begrepen. Hartelijk aanbevolen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1931

Paula

Kleine Jaap, druk 3, 32 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 7-10 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Jaap leeft in een gezin, waarvan de moeder gestorven is en de vader drinkt. Dus Jaap heeft een armoedig bestaan. Op bijzondere wijze komt daarin verandering. Jaap's vader wordt gearresteerd. Een smid, waar Jaap zich wel eens warmde in de werkplaats, neemt hem op in zijn kinderloos gezin. Algemeene op- of aanmerkingen: De kinderen zullen dit boekje wel graag lezen. En het mooi vinden. En inderdaad is het in menig opzicht te prijzen. Het godsdienstige leven komt hierin goed uit, waar we terdege op dienen te letten. Het verhaal als zoodanig is nogal in-elkaar-gezet. Het is een beetje te mooi gemaakt. Toch:
Conclusie: aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1935

Open Boekbeoordeling.
Paula

Kleine Jaap, druk 3, 32 blz.
G. K. 0. 7 t. d. t. 16 cent. In de werkplaats van den smid Bartels komt zoo nu en dan een klein ventje, haveloos en koud, maar met een fijn gezichtje. 't Blijkt den smid uit wat kleine Jaap vertelt, dat zijn moeder naar het ziekenhuis is gebracht, lang geleden, en nog altijd niet is teruggekomen, en dat z'n vader, een dronkeman, niet naar hem omziet. Op een nacht, als kleine Jaap ligt te slapen, wordt z'n vader door de politie weggehaald en den volgenden morgen komt de kinderpolitie Jaap overbrengen naar 't bestedelingenhuis. De smid overlegt dan bij zichzelven, dat hij probeeren zal 't ventje ter verzorging te krijgen. Dat lukt en z'n vrouw is heel gelukkig. 's Avonds, als kleine Jaap in z'n nieuwe bed ligt en de smid en z'n vrouw een pakje nazien, dat hij heeft meegebracht, vinden ze in een veelgelezen Bijbel een brief van Jaap's moeder aan hem, waarin ze hem herinnert aan hun gezamenlijk Bijbellezen en bidden, en, stervende, hem vermaant te blijven gaan in den voorgestelden weg. Ze vertelt in dien brief ook, dat de "vader" z'n tweede vader is. Zijn eigen vader is in den hemel. Ontroerd danken de smid en zijn vrouw den Heere, dat zij dit kind eener biddende moeder verder mogen opvoeden. Eenvoudig, zeer fijn verhaald. Paula schrijft beter dan de meeste kinderboekjes-auteurs. Van 't begin tot het einde is er rustige actie in de vertelling. Maar ze is hier en daar slordig in haar stijl. B.v.: "Al peinzende zijn de kleine oogjes dichtgevallen en bungelt zijn hoofdje nu rechts dan links" (p. 5, 6). "Hoe verzot andere op zijn krant, er stond vanavond niets in dat boeide." Ook herhaaldelijk tijdverwarring: tegenw. en verl. tijd in één verband. En een taalfout: "weer ruiste de groote smidshand op 't kleine hoofdje" (p. 10). Voor een goed styliste als ze blijkbaar is, is het de moeite waard dergelijke correcties te maken. Waarom zijn die in een derden druk nog niet verbeterd? De verhaalster heeft waarschijnlijk bedoeld, te doen kennen de trouwe zorg des Heeren voor het zaad Zijner kinderen. De brief van de moeder, bedoeld voor haar Jaap, als hij groot geworden zal zijn, teekent treffend het geloof in de goedertieren leiding des Heeren. Hier is nu inderdaad van een afgesleten gegeven een aardig leesbaar boekje gemaakt. Bewijs, dat goede schrijvers met eenvoudige gegevens wat kunnen bereiken. Hartelijk aanbevolen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1935

Paula

Kleine Jaap, druk 3, 32 blz.
Voorheen reeds aanbevolen. Boekbeoordeling in Kind en Zondag, 1935
Paula

Kleine Jaap, druk 4, 30 blz.
Jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 9 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Een kinderlijk verhaal, uit een teeder gemoed geschreven. Jaap is een arm, ongelukkig knaapje. Zijn moeder, die hem teer beminde, wat een godvreezende vrouw. Zij stierf in het ziekenhuis en haar zoontje Jaap bleef achter met zijn tweeden vader, die zich weinig van den knaap aantrok. Hij leidde een slecht leven, was weinig thuis en zoo was Jaap aan zijn lot overgelaten. Gelukkig dat een buurvrouw zich af en toe over hem ontfermde. Op zekeren nacht werd zijn vader uit het bed gelicht. Hij had een inbraak gepleegd. Kort daarop werd Jaap door een zuster naar het stadsbestedelingenhuis gehaald. Jaap was geen onbekende voor baas Bartels, den smid. Hij sprak met zijn vrouw af, dat zij Jaap als kind zouden aannemen. Zij waren zelf kinderloos. De directeur van het "huis" vond het goed en zoo kwam Jaap in Bartels woning. Daar kreeg hij een uitstekend tehuis. Liefderijk werd hij daar opgenomen. Bartels en zijn vrouw waren te meer verblijd, daar zij mochten vernemen uit een door de moeder van Jaap achtergelaten brief, kort voor haar sterven geschreven, dat deze vrouw, die den Heere vreesde, haar Jaap steeds had opgedragen aan haar hemelschen Vader en vast vertrouwde, dat de Heere haar zoontje onder Zijn hoede zou nemen. Het echtpaar Bartels zag daarin een aanwijzing, dat de Heere den knaap op hun weg had gebracht en het was hun wensch, dat de Heere hen bekrachtigen mocht de opvoedingstaak naar 's Meeren wil te volbrengen. Algemeene op- of aanmerkingen: De kinderen zullen dit boekje wel graag lezen. En het mooi vinden. En inderdaad is het in menig opzicht te prijzen. Het godsdienstige leven komt hierin goed uit, waar we terdege op dienen te letten. Het verhaal als zoodanig is nogal in-elkaar-gezet. Het is een beetje te mooi gemaakt. Toch:
Conclusie: Aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1936

Open Boekbeoordeling.
Paula

Kleine Jaap, druk 5, 30 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 7-11 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Kleine Jaap is een ventje, dat nog niet op school gaat. Hij woont in een achterbuurtkamertje met z'n stiefvader. Jaaps vader en moeder zijn gestorven en de stiefvader bekommert zich heel weinig om het zoontje van zijn gestorven vrouw. Bij den smid mag Jaapje zich wel eens warmen en ook ontvangt hij er wel een lekkere boterham. De smid, die geen kinderen heeft, denkt er zelfs over, om Jaapje in huis te nemen. Op een nacht wordt de stiefvader van Jaapje door de politie gevangengenomen en Jaapje komt in het smidsgezin, voorgoed. Hier ontdekken de smid en zijn vrouw, dat Jaapje een goede en Godvreezende moeder heeft gehad, wier laatste bede was voor haar eenigst kind. Algemeene op- of aanmerkingen: Een fijn boekje met heel goede kwaliteiten. We vinden er zoo niet vaak voor de jongeren. Een paar woordjes, als "stik" en "ben je gek" doen echter wat al te ruw aan. Doch het godsdienstig element is zuiver en teer. Daarom kunnen we zeker zeggen
Conclusie: aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937

Open Boekbeoordeling.
Paula

Kleine Jaap, druk 5, 30 blz.
G.K.O. 2 z.p. 7 t.d.t. 12 cent. In de werkplaats van den smid Bartels komt zoo nu en dan een klein ventje, haveloos en koud, maar met een fijn gezichtje. 't Blijkt den smid uit wat kleine Jaap vertelt, dat zijn moeder naar het ziekenhuis is gebracht, lang geleden, en nog altijd niet is teruggekomen, en dat z'n vader een dronkeman, niet naar hem omziet. Op een nacht, als kleine Jaap ligt te slapen, wordt z'n vader door de politie weggehaald en den volgenden morgen komt de kinderpolitie Jaap overbrengen naar 't bestedelingen-huis. De smid overlegt dan bij zichzelven, dat hij probeeren zal 't ventje ter verzorging te krijgen. Dat lukt en z'n vrouw is heel gelukkig. 's Avonds, als kleine Jaap in z'n nieuwe bed ligt en de smid en z'n vrouw een pakje nazien, dat hij heeft meegebracht, vinden ze in een veeigelezen bijbel een brief van Jaap's moeder aan hem, waarin ze hem herinnert aan hun gezamenlijk Bijbellezen en bidden, en, stervende, hem vermaant te blijven gaan in den voorgestelden weg. Ze vertelt in den brief ook, dat de "vader" z'n tweede vader is. Zijn eigen vader is in den hemel. Ontroerd danken de smid en zijn vrouw den Heere, dat zij dit kind eener biddende moeder verder mogen opvoeden. Eenvoudig, zeer fijn verhaald. Paula schrijft beter dan de meeste kinderboekjes-auteurs. Van 't begin tot het einde is er rustige actie in de vertelling. De verhaalster heeft waarschijnlijk bedoeld, te doen kennen de trouwe zorg Gods voor de kinderen van hen, die Hem vreezen. De brief van de moeder, bedoeld voor haar Jaap, als hij groot geworden zal zijn, teekent treffend het geloof in de goedertieren leiding des Heeren. Hier is nu inderdaad van een afgesleten gegeven een aardig leesbaar boekje gemaakt, Bewijs, dat goede schrijvers met eenvoudige gegevens wat kunnen bereiken. Hartelijk aanbevolen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937