Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Jan Veltman

Kinderen van 't Molenhuis, druk 1, 219 blz.
G. K. C. 0. 21 t. d. t. f 1.50. We hebben tegen dit mooi uitgevoerde smakelijke boek vooral één groot principieel bezwaar. Dit bezwaar, dat het een boek is van 23 hoofdstukken, dat er evengoed 13 of 33 zou kunnen bevatten. Het deed denken aan een theepot, die telkens weer met water wordt bijgevuld om maar te kunnen blijven schenken.... On 't Molenhuis neemt Vader Bruin, die zelf 4 kinderen heeft, er van tijd tot tijd een bij, een wees, of een, wiens ouders nog leven(!); dat maakt de verhoudingen in 't Molenhuis nog ingewikkelder, en aangezien elk kind een eigen geschiedenis heeft, krijgt de auteur ook telkens weêr nieuwe stof...... We zien niet in, waarom Jasper de laatste moest wezen, die vriendelijk werd opgenomen...... Er had best een Klaas kunnen volgen, of een Mientie, en dan zou het boekje zeker twee vel dikker zijn geworden. Wij willen maar zeggen, dat dit een boekje is zonder de minste eenheid, zonder conceptie, zouder draad. Iets werkelijk belangwekkends gebeurt er niet in. 't Spint al maar voort. En - omdat er natturlijk een eind aan komen moet - krijgen we een abrupt en onbevredigend slot. Het hangt er nu maar van af, hoe zwaar een recensent dit technisch gebrek laat wegen. En dit staat weer in nauw verband met de praktische kwestie: zullen de jongens het desondanks graag lezen en "nemen ze er wat van mee?" "Jachin" stelt ook technisch hooge eischen. En terecht. Nu komt daar nog bij, dat, ofschoon we wel lezen van bidden, kerkgaan, psalmzingen en van de vreeze des Heeren, de kern van het Evangelie duidelijker tot uitdrukking had moeten worden gebracht. Onze Zondagschoollectuur behoort te Evangeliseeren. Kwaad zal dit bock niet doen. Om het technisch gebrek en om bet tekort aan positief evangeliseerende strekking kunnen we dit boekje sleebts onder groote reserve aanbevelen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1925