Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Adelpha

Kleine Jozef , druk 2, 56 blz.
Een schetsje uit Londens achterbuurten, dat ons de geschiedenis geeft van eenen aan zichzelf overgelatenen knaap. Hij komt onder het gehoor van een predikant, die onder de verwaarloosden arbeidt, en verneemt van een heerlijk land en van de noodzakelijkheid der bekeering. Die roepstem vindt weerklank in zijn hart, zoodat hij besluit, een ander leven te beginnen, eerlijk te zijn, te werken en aldus het pad naar dat heerlijke land te betreden. Aan vele verzoekingen biedt hij weerstand. Hij volhard in zijnen wandel op den ingeslagen weg. Spoedig maakt hij kennis met eene vrouw, die hem tot zich neemt en hem met den Bijbel, den gids naar dat heerlijke land, bekend maakt. Later vindt hij ook den predikant, die het middel tot zijne bekeering was, weder. Deze neemt hem na den dood zijner beschermster in zijn huis op. Het alles beheerschende denkbeeld in dit boekje is "het heerlijke land." Gelijk een refrein in een muziekstuk krachtig en forsch telkens weer klinkt, zoo treedt hier altijd en bij alles de gedachte aan "het heerlijke land" helder op den voorgrond. Dit heeft iets bezielends, dat niet nalaat, indruk te maken. Ook is de tegenstelling tusschen Jozef, die smacht naar een woord der Heilige Schrift en zoovele kinderen, die er onverschillig voor zijn, goed gekozen. Doch naast deze lichtzijde staan ernstige schaduwzijden. Allereerst, dat het voor de jeugdige lezers niet gemakkelijk zijn zal, zich met de levenswijze en gedachtenwereld van den kleinen Jozef een weinig vertrouwd te maken. 't Is Engelsch en meer nog bepaald Londensch, wat wij hier aantreffen. Maar gewichtiger zijn onze bedenkingen tegen den geest van het boekje. Stichtelijk is het ja, maar 't is helaas eene stichtelijkheid op eigen hand en naar eigen trant. Hinderlijk is het gedurig spreken van Christus als den "Hemelschen Vriend" of den "Hemelschen Meester." Een oppervlakkig Christendom wordt hier geleerd, dat bestaat in braaf leven, in goed zijn voor anderen, in een navolgen van den "Hemelschen Meester." De bekeering van Jozef is eene heilslegerbekeering, van de zonde tot de deugd. Geen woord over schuldbesef of over de onmisbaarheid des Zaligmakers. En van verzoening is in 't geheel geene sprake. Jezus is meer een voorbeeld ter navolging. Ook schijnt het wel, dat de Schrijfster den mensch van nature nog niet zoo slecht vindt. Althans wij lezen op blz. 40: "God heeft in het hart van ieder mensch eene behoefte gelegd, om anderen gelukkig te maken, en zonder aan die behoefte te voldoen, kan niemand zelf gelukkig zijn." En dan die ruwe taal van Sam Flink. Deze behoort in een kinderboekje volstrekt niet thuis. Op bladz. 5 en 6 lezen wij: "Den eersten, die leven maakt, sla ik al de beenderen in zijn lichaam te pletter." Op blz. 27: "Ge zijt zeker machtig goed". Op blz. 28: "Heel uw smerige leven door." Ja, daar zijn wel enkele graankorrels in dit schoofje, maar veel meer kaf en zelfs ook modderig slijk. Van zulk een boekje kan men moeilijk eene aanbeveling door "JACHIN" verwachten.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1904

Open Jachin-boekbeoordelingen.


Adelpha

Kleine Jozef , druk 3, 62 blz.
Geïll. gekl. gecart. omsl. 3 zw. pl. Prijs 35 cent. Kleine Jozef heeft geen ouders meer. Hij zwerft door de donkerste buurten van Londen in gezelschap van straatbandieten. Op een avond komt hij in een kamer, waar een vreemdeling hem spreekt van het "heerlijke land". Hij besluit, zijn zondig leven vaarwel te zeggen en voortaan den kost te verdienen met straatvegen. Een oude vrouw, die sinaasappelen verkocht, ontfermt zich over hem. Hij gaat bij haar inwonen, verkoopt ook sinaasappelen, eerst aan het station, later buiten de stad per ezel plus kar. Op één dier reizen komt hij onverwacht den vreemdeling, die hem 't eerst over den hemel gesproken heeft, tegen, en deze onderwijst hem verder van den weg der zaligheid. Ook oude Nancy heeft hem veel uit haar Bijbel voorgelezen, wat kleinen Jozef en ook haar zelf tot grooten zegen is geweest. Na haar dood komt Jozef bij zijn nieuwen vriend, die predikant is, in huis en leert nu zelf den gids naar "het heerlijke land" lezen. Er zijn aandoenlijke momenten in dit verhaal. Ongetwijfeld zal het met genoegen worden gelezen. Want het is boeiend geschreven 't Slot is wat abrupt. Zeer goed geschilderd is de figuur van de harde, gierig, maar ten slotte veranderde koopvrouw Nancy Dibbs. De stijl kon beter zijn. Sommige zinnen zijn slecht, bv. op bl. 2S: "Misschien was het, omdat zij de eenige was, op wie hij zijn voornemen in praktijk kon brengen" Ook zijn er kleinere vlekjes: p. 22: "Zou Jozef het woord bankroetier gekend hebben"? p. 24: "hij zag benijdend op". Op pag. 43 staat het woord obtvoerde niet op zijn plaats. Kleeren worden niet ontvoerd. Op blz. 49 brengt een menigte politie agenten één jongen weg. Wel wat kras. 't Verhaal speelt in Londen en is natuurlijk echt Engelsch. Aan sommige lezers, die onder 't lezen zichzelf wel eens afvragen: "zou dit nu echt zoo gebeurd zijn"? zullen enkele passages zeker wonderlijk toeschijnen en de gedachte aan iets opzettelijks zal niet op zijde kunnen gezet worden. Zoo is het bijv. al zeer onwaarschijnlijk, dat de onwetende Jozef, als de lust in hem opkomt zijn ezel te slaan, daarvan afgehouden wordt, omdat de woorden hem te binnen schieten: "De rechtvaardige kent het leven zijner beesten, maar de barmhartigheden der goddeloozen zijn wreed". En 't zal bij anderen de lachlust opwekken, dat Nancy Dibbs een "Nieuws van den Dag" koopt! (bl. 35.) 't Meest bezwaarlijk is voor ons de strekking. Er is een reukje van methodisme: als men maar ernstig wil, kan men goed zijn. De leer der wedergeboorte, particuliere genade, enz. wordt gemist. 't Is een oppervlakkig brave-hendriken-christendom. De kinderen krijgen meer den indruk, dat zij het heerlijke land kunnen beërven door braaf te zijn, dan door uit genade verzoening te zoeken in het bloed van Christus. Wij kunnen dit boekje niet aanbevelen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911

Adelpha

Kleine Jozef , druk 3, 62 blz.
»Kleine Jozef« is een aardig verhaal, dat ons verplaatst in de achterbuurten van Londen. Op zekeren dag hoort Jozef iemand (Ds. Martijn) het evangelie verkondigen en hij wordt zoo door dat woord getroffen, dat hij voortaan zijne slechte makkers laat loopen. Eén begeerte heeft hij thans nog maar. Te leven en te wandelen naar 's Heeren bevelen. Niettegenstaande veel moeiten en wederwaardigheden, volhardt J. in zijn voornemen om den Heere te dienen en later gebruikt God hem nog als middel in, Zijne hand tot bekeering van de vrouw, die zich over hem ontfermd had. Aanbevolen voor kinderen van 8-10 jaar. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911