|
|
|
P.A. Sparenburg Jr. Kozakkendag , druk 1, 157 blz. | Bewerkt naar bronnen uit het gemeente-archief. Geïll. gekl. omsl. 4 zw. pl. Prijs 60 et. Een historisch verhaal, dat door onze jongens met graagte zal worden gelezen. Het boek behelst de geschiedenis van de Fransche overheersching, en de verlossing daaruit in 1813 te Utrecht op 28 November. Deze dag wordt nog elk jaar te Utrecht als de "Kozakkendag" herdacht, wijl ook mee door dezen de Franschen gedwongen werden, Utrecht te verlaten. Het verhaalt dus van "den Franschen tijd"; vooral Utrechtenaren zullen het met belangstelling volgen. De Schrijver vertelt prettig en onderhoudend, en heeft het ook voor niet-Utrechtenaren interessant gemaakt, door ongemerkt een teekening te geven van de Fransche overheersching in 't gansche vaderland. Zulke lectuur is uitnemend geschikt, om bij onze kinderen kennis van de naaste historie te bevorderen, en hen de groote daden Gods te doen zien, aan ons vaderland bewezen. De Auteur heeft goed gedaan, met aan den voet der bladzijden de vertaling van Fransche woorden en namen te geven. Maar het leest vermoeiend, die Fransche woorden telkens met een andere letter gedrukt te zien. De stijl kon hier en daar frisscher zijn. Een paar taalfoutjes noteerden we: 59 r. 11 v. o. en 68, r. 1 v. b.) Op bladzijde 12 ware het woord "parbleu" beter achterwege gebleven. De strekking is zeer goed. De Schrijver wil de lezers eens herinneren, aan wat ons volk al geleden heeft onder den looden schepter van Napoleon. Telkens drukt hij er op, dat onze natie de vruchten plukte van den afval van God, en hoe de Franschen in 's Heeren hand 't middel werden, om onze vaderen tot inkeer te brengen. Tevens wijst hij de lezers op 't groote belang, dat Nederland heeft bij het behoud van Oranje. Oranje en Nederland behooren bij elkander. Scheiding geeft smart. Hij wakkert de liefde voor ons Vorstenhuis aan. Tevens kan het in dagen van partijstrijd van veel nut zijn, de aandacht te vestigen op de schadelijke gevolgen de Fransche Revolutie. Een mooi en goed boek, dat wij gaarne aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1912 |
P.A. Sparenburg Jr. Kozakkendag , druk 1, 157 blz. | In »Een Woord vooraf» noemt de schrijver de bronnen, waaruit hij de gegevens heeft geput voor zijn boek, dat hij »schreef in verband met (lees : met het oog op) de D. V. in 1913 te vieren honderdjarige (!) herdenking van Neerlands bevrijding der (lees : uit de) Fransche overheersching. Het is vooral de stad Utrecht in 1813, die de schrijver ons schildert. Hoe men zuchtte onder het juk der Fransche »vrijheid« en hoe eindelijk de dag der verlossing aanbrak. Wij gelooven, dat het doel, zooals de ondertitel die aangeeft, een »Geschiedkundig verhaal over (lees : van) Utrechts Bevrijding van de Fransche overheersching op 28 November 1813» te geven, wel bereikt is, maar als aantrekkelijk, boeiend verhaal voor de jeugd is het mislukt. Taal en stijl toch laten veel te wenschen over. Wij vonden ook vele onnauwkeurigheden. Enkele voorbeelden willen we geven. » Morren en mopperen hielp al evenmin als jammeren en klagen.« »De boeren zonden (!) hun beste werkpaarden.« »De paarden ... werden eenvoudig geschat en betaald met 350 francs.« »Mistroostig stonden de boeren bij hun paarden (even te voren heet het, dat de boeren ze zonden), die met touwen aan de houten palen waren vastgebonden« (Een smakelooze bladvulling is dit). » .... de altijd waakzame en spionneerende Fransche politie ... sloop overal rond om te trachten woorden of uitdrukkingen (!) op te vangen ...« (Onjuist gezegd ! Haar rondsluipen is trachten. De zin moest luiden: »sloop rond om iets op te vangen« of »trachtte rondsluipende iets op te vangen.«) (blz. 8); » ... hoe een aantal paarden werd »afgedraafd« om hun bruikbaarheid te laten toonen.« » Mesjeu M ... scheen een uitstekend paardenkenner te wezen ... « (Moet zijn: »bleek«; er volgt nl. een afdoend bewijs van zijn vakkennis) (blz. 9); » ... dat de nieuwe decreten van den keizer niet anders zijn dan voorboden van zijn nederlaag ...« (Dat is mis! Het zijn er de bewijzen van). » ... dat de weinige manschappen, die van het groote leger zijn overgebleven, door gebrek, honger en koude op de slagvelden een verschrikkelijken dood gevonden hebben.<< (!!!) Dan kan ik me ook wel voorstellen, dat die berichten waarheid bevatten met het oog op de nieuwe conscriptie ... _« (Wat beteekent dit?) » ... d i e (wel te verstaan de conscriptie) van dit jaar is reeds het vorige jaar tot den dienst opgevorderd.« (Dit is onjuist : de conscriptie werd niet opgevorderd, maar wees aan degenen, die »opgevorderd« werden,) (blz. l0); » ... de manen ... hingen troosteloos langs den dunnen nek ... « (blz. 12); »De gedwongen paardenmarkt, waarvan in ons vorig hoofdstuk sprake is, werd den volgenden dag gevolgd door een niet minder aangenaam besluit.« (blz. 16); »Hoewel eerst in stilte, werden weldra scheldwoorden, verwijtingen en bedreigingen gehoord, gericht tegen den persoon des keizers.« (blz. 18); »Tot het jaar 1787 kon men God naar zijn wil openlijk dienen. Toen echter kwam er groote verdeeldheid in ons land ....« (blz. 30); » ... de »Vrijheids-Maagd« (Bij haar had ook de smid, later de slaaf genoemd, met zijn gebroken kluisters niet mogen ontbreken.) (blz. 34); » ... rustende op zuilen van ovalen vorm.« (blz. 36); »Daarom moeten wij alles overlaten aan Hem, die regeert van zee tot zee en van oord tot oord» (blz. 38); » ... Utrecht werd, door haar ligging ...« (blz. 40); » ... een aantal Fransche officieren ... over straat liep om zich naar hun inkwartieringen te begeven ...« (blz. 48); »Tegen zes uur ... onderging de stad een feestelijke verandering.« (blz. 87); »Op last van de gouverneur-generaal had een der kantoren ... bevel gekregen om de stad te verlaten, en, tevens al het aanwezige geld mede te nemen.« (blz. 99); prins Narischkin heet nu eens »Narritskin« (blz. 136), dan weer »Naritschkint» (blz. 151); »Nog altijd wordt de 28ste Nov. ... herdacht ... Doch — als straks het eeuwfeest van Neerlands bevrijding dáár is ... dan zal ... ook de grijze bisschop(s)stad niet achterblijven.« (blz. 155). We deden maar enkele grepen. Met het oog op de herdenking der bevrijding in 1913 komt ons dit boek zeer actueel voor en zouden wij het in vele gezinnen een plaats gunnen, die het echter om de aangegeven redenen niet verdient. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1912 |