|
|
|
Jac. Overeem Zwitsers Elsje, druk 2 | Gebonden, geïllustreerd, geschikt voor jongens en meisjes 9-11 jaar, prijs f 9.75 Inhoud: Elsje en Eelco Schmitzer wonen in een Zwitsers bergdorpje. Vader Schmitzer is naast boer en houthakker ook nog houtsnijder. Hij krijgt daarvoor zelfs een mooie opdracht. Eelco vindt een mooie geslepen steen en Elsje krijgt van mevr. Strieker een mooie halsketting. Die heeft ze vroeger gevonden. In de buurt woont een gelovige kluizenaar, Walter Friks. Elsje en Walter Friks ontmoeten in de zomer een freule, die 3 jaar geleden daar een ketting is verloren. Als Elsje haar de ketting teruggeeft, wil de freule haar een enveloppe met inhoud geven. Elsje neemt die echter niet aan. Conclusie: Een aardig geschreven verhaal, dat laat zien hoe een boerengezin in Zwitserland leeft. Er zit ook een zekere climax in. Godsdienstig is het wat overtrokken. De godsdienstige taal is niet de taal van een kind. Eindoordeel: matig aanbevolen. C.L. Maaskant. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1989 Open Boekbeoordeling. |
Jac. Overeem Zwitsers Elsje, andere uitgave van 1972 | Dit boekje is keurig geillustreerd door R.J. Doornekamp. In totaal zijn er precies 30 bladzijden helemaal gevuld met een leuk plaatje, zodat er aan leestekst 84 bladzijden overblijft. Maar de illustraties en de omslagtekening zijn van heel wat beter gehalte dan de inhoud. Zo boeiend en fris als "Snuf de hond" is, zo saai en soms vervelend is dit boekje. Ook de stilistische verzorging laat veel te wensen over. En iedere schrijver, die zichzelf respecteert, hoort er een verzorgde stijl op na te houden. Verder is het aantal drukfouten bijna niet te tellen. Enkele druk- en stijlfouten zullen we memoreren: op blz. 6 staat: "Weet je wat we doen, Eelco!" O.i. hoort daar een vraagteken te staan i.p.v. een uitroepteken. Eveneens op blz. 6 bangert met een t i.p.v. met een d. Op blz. 20 gekunt. Moet zijn; gekund. Ook de zin "Er moest daarvan nog heel wat zijn om de lange winter door te komen" op blz. 21 is qua stijl zeer aanvechtbaar. Op blz. 26 staat, dat Karel nog een jaartje bij het staatsbos wilde blijven. Wij vragen; "Wat is dat, het staatsbos?" Na "ik dacht", op blz. 27, hoort er een dubbele punt geplaatst te worden. Blz. 31: kijs u eens enz. is duidelijk een van de vele drukfouten. Moet zijn: kijkt u eens. Blz. 84 Ho, ho-Ho. Tweede ho moet niet met een hoofdletter; Blz. 85 "Nee, vader, blijf u maar zitten". Blijf moet uiteraard blijft zijn. Het zou ons te veel tijd en het RD te veel ruimte kosten alle gesignaleerde fouten te noteren. Ook het veelvuldig gebruik van 'n en 't doen zeer afbreuk aan het verhaal. Deze schrijfwijzen horen alleen thuis in gesproken tekst. Om er een religieus sausje over te gieten heeft Overeem er nog een soort bekeringsverhaaltje van Elsje door verweven. Een jeugdverhaal moet een goed jeugdboek zijn, waarin wel duidelijk het zuivere predikaat christelijk mag uitschitteren, maar dat christelijike karakter moet er niet zo duimen dik bovenop gelegd zijn. Een goede bekeringsgeschiedenis moet een goede bekeringsgeschiedenis blijven. Alle respect daarvoor, maar een kinderboek moet zijn ware karakter nooit verliezen. Trouwens, uit het vervolg van het verhaal, na die bekering, blijkt er niet veel meer van. Een laatste bezwaar is het feit, dat het boekje niet echt Zwitsers aandoet, hoewel het in Zwitserland speelt. C. v.d. B. | Boekbeoordeling in Reformatorisch Dagblad, 15-04-1972 |