Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Wilha. Riem Vis

Levi de boekenjood, druk 2, 54 blz.
In het eerste hoofdstuk wordt medegedeeld, dat een jongen van zes jaar, Willem van der Heijden, een Jood een sneeuwbal met een steen er in tegen het hoofd gooit, alsmede dat zijn vader over de Joden niet heel gunstig denkt. Zijn moeder daarentegen waarschuwt met de Schrift in de hand tegen het vervolgen der Joden. Het tweede hoofdstuk verhaalt, dat Levi hoofdpijn en koorts heeft, 's avonds en den geheelen nacht door. 's Morgens valt zijn driejarig dochtertje tegen de gloeiende kachel. Zijn zenuwachtige vrouw wordt ernstig ziek. Het dochtertje sterft. Het derde en vierde hoofdstuk brengen ons naar een nabijgelegen plaats, waarheen de heer V. d. Heijden verhuisd is. In een uitspanning wordt Levi uitgescholden door kennissen van den heer V. d. H. Op zijn weg naar het station komt hij voorbij een brandend huis en redt zijn plaaggeest, den kleinen Willem, uit doodsgevaar, waarna hij zelf ernstig krank wordt. Willems vader wordt door den Heere nog aan het ziekbed van Levi gebracht, en zoo heeft de treffende ontmoeting plaats tusschen de twee vaders, den eenen, die door schuld van des anderen kind het zijne verloor; den anderen, die de redder werd van zijn kleinen plager. Zooals uit het Besluit blijkt, hebben èn Levi èn zijn vrouw den Heiland gevonden, en vraagt de heer V. d. Heijden vergiffenis aan Levi, terwijl de laatste hem verzoekt, dat diens vrouw Rachel zal steunen en helpen, vooral als hij er niet meer wezen zal. Rachel zal straks moeten doen, wat ook hij zoo gaarne nog had gedaan, maar wat nu niet meer kan Openbaar belijdenis afleggen van haar geloof in den Messias. Levi sterft daarop. Taal en stijl dezer kinderlijke vertelling zijn goed. Ook op de correctie valt niets aan te merken. De plaatjes in lichtdruk zijn mooi. De prijs is niet hoog. Deze echt-kinderlijke vertelling heeft drieërlei strekking: allereerst, bij onze kinderen met ernst tegen te gaan het plagen van Joden, waartoe zij zoo vaak neiging betoonen; ten tweede, hen te doen zien, welke droeve gevolgen menigmaal hun ondeugd en baldadigheid heeft; en eindelijk, hen te wijzen op Hem, die alles bestiert en zelfs het kwaad en de zonde der menschen zoo ten goede weet te keeren, dat, later zijn Naam kan worden gedankt, niet het minst voor de donkere leidingen in ons leven. Dat alles is zeer te waardeeren en als een verdienste van het werkje te beschouwen. Inzonderheid achten wij de vermaning uitnemend, dat onze kinderen nooit op een Jood met verachting zullen neer zien, omdat hij een Jood is, maar veeleer moeten bedenken, dat de Joden zijn: "beminden om der vaderen wil." Waarom moet het echter langs zoo buitengewonen weg? Kunnen onze Schrijvers en Schrijfsters deze waarheid niet op andere wijze aanschouwelijk maken, zonder allerlei buitensporigheden? De geschiedenis lezend, vraagt men zichzelf af: "Hoe komt dat alles toch zoo mooi of zoo leelijk bij elkaar?" 't Is waar, 't kan zoo gebeurd zijn. Maar 't loopt alles zóó mooi, dat men den indruk krijgt, een fantasie voor zich te hebben. Gaarne hadden wij van de bekeering van Levi en Rachel wat meer gehoord. Ook over het werk van den Heiligen Geest daarbij vernemen we bijna niets. Wenschelijk ware het geweest, dat de Schrijfster daarop meer nadruk had gelegd. Overigens een goed boekje, dat wij gaarne aanbevelen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1907

Open Jachin-boekbeoordelingen.


Wilha. Riem Vis

Levi de boekenjood, druk 2, 54 blz.
Dit boekje trekt ons niet bijzonder aan. De strekking is uitnemend, waar de geschiedenis van den goedigen Levi iets van de schoonheid doet zien der liefde, die vergeeft om Christus' wil en leert weldoen aan hen, die ons haten en beleedigen. Straatjongens van nette familie hebben in Willem v.d. Heyde voorts een afkeerwekkend voorbeeld, en kunnen uit deze geschiedenis leeren, welk een leed baldadigheid veroorzaken kan. Maar het verhaal "loopt" niet makkelijk, er is iets stroefs en onrustigs in den gang, de episoden zijn soms niet afgewerkt. Anderzijds is de schrijfster wel eens hinderlijk precies en dat vermoeit ook. Zoo b.v. pag. 10 de inventaris van de ontbijttafel, op pag. 51 de beschrijving van 't ziekteverloop bij Levi. Ook zijn de gesprekken onzes inziens te zeer gelegenheidsgesprekken. Ze dragen allen het stempel, dat ze ter wille van den lezer gevoerd worden. Verder zouden wij willen vragen, is het goed ouders onkundig te laten, zelfs op dokters advies, van het sterven van hun kind? Ons lijkt het uiterst gevaarlijk toe. De stijl is erg gewoon. Het woord "onwillig" (pag. 13} is hier een Germanisme voor ons "knorrig," "boos." Hij liep "in tegenovergestelde richting van zijn huis", is ook niet gelukkig uitgedrukt. De schrijfster schijnt van deze expressie te houden. Zoo zijn er meer streepjes te zetten. 't Heele boekje verraadt te zeer, dat het een "gemaakt" verhaal is. Niettemin zullen 11 à 12-jarigen (of ouder) het wel met genoegen lezen. Zoo'n sneeuwballenpartijtje in 't begin, die ongeluksnacht bij Levi aan huis en ten slotte de brand bij v.d. Heyde zijn wel momenten, die pakken. Dat 't boek een tweeden druk beleeft, zegt ook wel iets ten gunste er van. De correctie laat te wenschen over, b.v.: tot groote spijt (pag 1), hen in pl. v. hun (pag. 13), vergeefsch (pag. 24), jongsten (pag. 24), den groote (pag. 24), reeten (pag. 41). Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1907
Wilha. Riem Vis

Levi de boekenjood, druk 2, 54 blz.
Een aandoenlijk verhaal van een Jood die door een Christenjongen in groote ellende komt, zelfs een lief kind verliest, en dit dezen jongen vergeldt door hem van een wissen dood te redden en daarbij zelf de dood vindt. De Zeeuw, christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland, 1907
Wilha. Riem Vis

Levi de boekenjood, druk 2, 54 blz.
Noemde ik zooeven reeds Samoea en Ronto, het is slechts een uit vele, want het was een lijvig pak dat de heer Callenbach mij als zijne nieuwe uitgaven toezond, en op 't eerste gezicht dacht ik: de uitgevers geven zich toch wel moeite. Wat zien die boeken er smakelijk uit. Bijzondere aanbeveling verdient: "Van iets heel prettigs", door Aletta Hoog. Echt kinderlijk, eenvoudig, frisch, geeft het ons een aardig kijkje in Noorwegen. Het behandelt iets nieuws en is een groote aanwinst voor Zondagschool en kinderkamer. Ook dit boekje hadden we gaarne wat langer gewenscht, het spijt ons als we aan de laatste bladzijde gekomen zijn. "Een Kleine Held", door Quirina. Zeer goed, uit het kinderleven gegrepen. We zijn blij, dat het den hartelijken jongen, die zooveel voor de zijnen over heeft, meeloopt in de wereld. Al weten we wel, dat het niet altijd zoo gaat, we geven dien kost onzen jongen kinderen toch liever dan die van b.v. "Levi de boekenjood" door Wilhelmina Riem Vis. Ook wel goed geschreven en lief geschilderd dat Joodsche gezin, waar ze zooveel voor elkaar over hebben, maar de slagen komen er wel wat heel hard in neer vallen. Van de zelfde schrijfster is ook "Anneke en Benita". Het titelblad en het tafereeltje in de kinderkamer beloven veel, ook de beide eerste bladzijden, zoo echt kinderlijk; maar dan wordt daar ineens alles bedorven door een jokkende kinderjuffrouw, die daarna bekeerd wordt en een jokkende dienstbode. "De Schat van den visscher", van de zelfde is ook een schat voor ons. Hoe levendig is hier de beschrijving van het leven op 't eiland Marken, We genieten er van en we houden van dien eerlijken flinken Arie met zijn kinderlijk geloof. Was na zoo vroolijken aanhef en degelijken voortgang de schrijfster wat verlegen met het eind? Wij meenen van ja, althans dat gedeelte, waar de vader van den vondeling op de proppen komt en zijn aardsche schatten meebrengt valt sterk af bij het andere. Overigens is een warme aanbeveling hier m.i. op haar plaats. Betsy geeft ons "Vischje en Hengelaar". Een uitmuntend kinderboekje. Hoe goed moet de schrijfster met kinderen kunnen omgaan, waar zij ook hier weer den "meester" zoo hartelijk tot den kleinen zondaar laat spreken. Ik verkies dit verre boven haar "Verkeerd en toch goed," dat dan ook zeker niet anders dan voor ouderen bedoeld is evenals "God zorgt voor de Zijnen," door Hesba Stretton waaruit weldadige rust, eenvoud en liefelijkheid ons, vooral in de eerste bladzijden, toestroomt. We zouden ook wel in zulk een allerliefst huisje willen wonen en vergeten een oogenblik het woelige leven om ons heen. De eenige aanmerking die ik heb is deze: of 't wel zeer opvoedkundig is hier een jong heer te doen optreden, die weldoet uit dankbaarheid omdat hij zoo gelukkig getrouwd is, terwijl de schrijfster ons even van te voren meedeelt, dat dit huwelijk is "zeer tegen den zin van zijn vader.Boekbeoordeling in Het Kind, 7-12-1907