|
|
|
Jelle Tjalsma Maarten neemt de leiding, druk 1, 87 blz. | geïllustreerd door Hans Ellens, leeftijd basisschool (groep 7/8), avi-niveau 9. Prijs f 14,90. In deze "Horizon"reeks onder redaktie van Hans van Holten verschijnen kinderboeken voor de basisschoolleeftijd. Inhoud: Maarten Appelman leerling van groep 8 plaagt met zijn klasgenoten Tom Vredeveld die "stom" wordt genoemd. Hij hoort van vader en moeder Vredeveld dat Tom hem een aardige jongen vindt. Meester Veerman probeert wat hij kan om het voor Tom zo aangenaam mogelijk te maken. Een taalles doet de leerlingen enigszins beseffen waar ze mee bezig zijn. Tom mag gewoon meedoen. Een paar weken gaat het goed. Totdat Tom (weer) erg vreemd reageert. Als de ouders van Tom zijn geweest en meester Veerman zegt dat Maarten aardig wat macht heeft, probeert Maarten het leven van Tom te veraangenamen. Maarten neemt hem in bescherming. Dan wordt het voor Tom beter. Hij doet gewoon mee. Voor de organisatie van de afscheidsavond wordt een commissie samengesteld. Naast Maarten krijgt ook Tom een plaats in de commissie. Tijdens een vergadering wordt Tom weer eens erg kwaad. Wil hij altijd zijn zin hebben? De kampweek breekt aan. Gezellig. Tijdens een fietstocht botsen een aantal kinderen op elkaar. Vijf gewonden en kapotte fietsen. Is het de schuld van (s)Tom? De vakantie breekt aan. Tom mag met familie Appelman mee naar Zwitserland. Tijdens een bergwandeling ontmoeten ze Frits. De ontmoeting verloopt niet zo prettig. Toch willen ze Frits nog wel helpen als hij zijn enkel verstuikt. Tenslotte krijgen de jongens op een verkenningstocht nog te maken met een herdershond en een boswachter. Na de vakantie gaan Tom en Maarten naar dezelfde school voor voortgezet onderwijs. Dan is het Tom die anderen plaagt. De leraar en een mede-brugpieper. Waarom doet Tom dat? Hij was bang dat hij weer geplaagd zou worden en daarom zocht hij een ander uit. Opmerkingen: Het boek is reëel geschreven in de leefwereld van kinderen van groep 8. Het probleem dat een kind in een klas wordt geplaagd komt helaas veelvuldig voor. Door dit boek kunnen we zien wat er wordt aangericht. Fijn dat een jongen mee gaat werken aan een positieve opvang. Dat past op een christelijke school! Of het organiseren van een play-back ook past? Het woordgebruik is realiteit. Echter het is de vraag of we het zo in een boek moeten zetten. Enkele voorbeelden: blz. 11 "stik", blz. 22 "stomme trut", blz. 41 "kop", blz. 59 "rothond" en "rot op", blz. 60 "ik schop hem verrot". Moeder geeft wel aan liever over benen te spreken dan over poten (blz. 57). Conclusie: Kinderen zullen het verhaal herkennen. Het is uit de praktijk. Toch willen we het woordgebruik (zie opmerkingen) in dit boek niet overnemen! Genemuiden W. A. J. Jansen | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1994 Open Boekbeoordeling. |