Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



C.Th. Jongejan-de Groot

Manke Harmke, druk 1, 54 blz.
G.K.C.O. (Cart. band) 7 t.d.t. Harmke met zijn mank beentje kan tot zijn groot verdriet niet met zijn broertje Geert en de andere jongens meespelen. Gart Jan, de knecht van boer Groters, is vriendelijk voor hem en rijdt hem op zijn kruiwagen naar het dorp. De Zaterdagavond wordt in het gezin gezellig doorgebracht in het vooruitzicht van den komenden Zondag en Maandag zal Harmke jarig zijn. Maandag is voor het ventje dus een feestdag. Van den meester krijgt hij een boek: De goede Herder. Het plaatje met den Heere Jezus te midden van kinderen brengt Harmke tot nadenken. „Zou de Heere mij ook niet willen beter maken ?" Dienzelfden dag breekt de mobilisatie uit. Vader moet opkomen, ook de meester. De meester wijst er vóór zijn vertrek nog op, dat de kinderen nu, waar ze kunnen, moeten helpen. Harmke is weer verdrietig als hij zich zelf onbekwaam vindt om iets te doen. Plotseling krijgt hij een taak. Door een onweersbui overvallen, schuilt hij in het huisje van Gart Jan. Diens vrouw ligt doodziek en nu moet Harmke den dokter halen. Angstig, maar biddend gaat hij door het onweer naar het doktershuis. Doornat en verkleumd komt hij er aan. Moeder is ongerust over zijn wegblijven, gaat zoeken en vindt hem eindelijk ziek bij den dokter. Harmke heeft een longontsteking opgeloopen, maar herstelt gelukkig, evenal de vrouw van Gart Jan. Het boekje eindigt met de vraag: Was Harmke, de manke Harmke niet rijker dan menige stevige Hollandsche jongen met twee sterke beenen ? In deze vraag komt de strekking duidelijk uit. Harmke heeft een zwaren strijd, maar leert verstaan, dat de Heere ook voor hem een taak heeft en dat hij die kan vervullen als de Heere dicht bij hem is. Op kinderlijke wijze wordt dit beschreven. Het verdriet van het jongetje, dat zich zoo ongelukkig voelt, vooral omdat hij meent niets nut te zijn, en zijn blijdschap als hij iets voor een ander kan wezen, zal niet nalaten indruk te maken op de jeugdige lezers en lezeressen. De Schrijfster is met het dorpsleven goed op de hoogte en weet het zuiver uit te beelden. Het geheel heeft ook een Christelijke sfeer. Maar, hoewel de naam van God af en toe genoemd wordt: dezelfde God leeft nu nog .... oorlog of vrede, het is alles in Gods hand .... kan het geheel ons toch niet ten volle bevredigen. De Meester spreekt b.v. bij zijn afscheid niet eenmaal over God en drukt alleen z'n kinderen op het hart, om de groote menschen te helpen. En als Harmke doodziek te bed ligt, is er geen sprake van een bidden en smeeken tot God om hulp. We achten bij al het goede, dat er verder (ook over omslag en illustraties) te zeggen valt, een groot gebrek, zoodat onze aanbeveling slechts met mate geschiedt. Het ethische element is aanmerkelijk sterker dan het religieuse.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940

C.Th. Jongejan-de Groot

Manke Harmke, druk 3, 31 blz.
prijs f 0,45; in slappe omslag; jongensboek.
Inhoud: Manke Harmke voelt zich overbodig, tot hij in een onweersbui de dokter durft te halen voor een zieke buurvrouw. Hijzelf krijgt longontsteking. Gelukkig wordt Harmke beter. Strekking: Met Jezus durft een klein jongetje zijn angst aan.
Conclusie: Een lief warm verteld boekje voor jongens van ± 8 jaar.
Eindoordeel: warm aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1956

Open Boekbeoordeling.
C.Th. Jongejan-de Groot

Manke Harmke, druk 3, 31 blz.
Een gevoelige vertelling van C.Th. jongejan-De Groot, die in 3e druk verscheen is Manke Harmke. Een jongetje is teleurgesteld daar hij niets kan doen vanwege zijn gebrek, en hij zou toch zo graag een taak hebben. Dan komt de dag van het grote onweer, waarop Harmke het leven redt van een dorpsgenote door moedig een lange afstand door noodweer af te leggen en de dokter te waarschuwen. Een lange ziekte is het gevolg, maar het voorval heeft hem de levensmoed gegeven, die hem ontbrak. Het protestantse element is zeker niet storend. (f 0,45)

IDIL-gids voor de jeugdlectuur, 1956-57

Open IDIL-Gids.