|
|
|
Carla Wil en Til, druk 3, 75 blz. | G.K.O. 8 t.d.t. 30 cent, gec. 40 cent. Wil en Til zijn tweelingdochtertjes van een predikant en logeeren bij Opa, die bovenmeester is op een dorp. Ze hebben daar veel pleizier, en maken er kennis met boer Welders. Til is ongehoorzaam, komt te dicht bij de sloot en valt er in, maar boer Welders haalt er haar weer uit. Veel spijt betoont ze over haar ongehoorzaamheid. Als ze weer in de pastorie komen, is er een broertje bijgekomen, waar ze natuurlijk zeer mee ingenomen zijn. Spoedig daarop komen ze op school. Wil moet eens voor straf in de gang staan. Een grootere jongen zegt haar, dat ze naar huis moet gaan, wat ze ook doet. Ze verdwaalt en komt bij een bewaarschool terecht, waar ze binnenkomen moet, omdat de juffrouw meent, dat ze kwaad gedaan heeft. Na schooltijd wordt het misverstand opgehelderd, en vroolijk komt ze weer thuis. Den volgenden morgen wordt de zaak met de onderwijzeres ook in orde gebracht. Allerliefst verteld, doch in het begin wat zwak. Te weinig actie. Te weinig “clou". Maar de strekking vergoedt veel, n.l. Dat gehoorzaamheid moet worden betracht, en dat de zonde moet worden beleden en gelaten. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1931 |
Carla Wil en Til, druk 4, 48 blz. | meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 6-8 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: In den tuin van den bovenmeester spelen twee kinderen. Ze heeten Mathilde en Wilhelmina, maar ieder noemt ze Wil en Til. Zij zijn tweelingen en zijn bij grootmoeder gelogeerd. Wil is ongehoorzaam en valt in een sloot. Buurman Welders redt het kind. Hun vader, een predikant, komt hun vertellen, dat ze een broertje gekregen hebben. Wat zijn ze nieuwsgierig, hoe het broertje er uit zal zien. Vader wordt dominee in de stad. Nu gaan zij verhuizen. Wat zijn zij blij. Als het September is, gaan de meisjes naar school, waar zij een en ander beleven. Wil is op een keer erg stout. Ten slotte loopt alles goed af. Algemeene op- of aanmerkingen: Een leuk boekje, waar kinderen van zullen genieten. 't Is afwisselend beschreven. De godsdienstige strekking is niet zoo sterk. Daarom niet zulke erg geschikte lectuur voor Kerstfeest. Nieuwe spelling. Conclusie: matig aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938 Open Boekbeoordeling. |
Carla Wil en Til, druk 4, 48 blz. | G.K.O. 8 t.d.t. Wil en Til zijn tweelingdochtertjes van een predikant en logeereis bij Opa. die bovenmeester is op een dorp. Ze hebben daar veel pleizier, en maken er kennis met boer Welden. Til is ongehoorzaam, komt te dicht bij de sloot en valt er in, maar boer Welden haalt haar er weer uit. Veel spijt betoont ze over haar ongehoorzaamheid. Als ze weer in de pastorie komen, is er een broertje bijgekomen, waar ze natuurlijk zeer mee ingenomen zijn. Spoedig daarop komen ze op schoot Wil moet eens voor straf in de gang staan. Een grootere jongen zegt haar, dat ze naar huis moet gaan, wat ze ook doet. Ze verdwaalt en komt bij een bewaarschool terecht, waar ze binnenkomen moet, omdat de juffrouw meent, dat ze kwaad gedaan heeft. Na schooltijd wordt het misverstand opgehelderd, en vroolijk komt ze weer thuis. Den volgenden morgen wordt de zaak met de onderwijzeres ook in orde gebracht. Allerliefst verteld, doch in het begin wat zwak. Te weinig actie. Te weinig „clou". Maar de strekking vergoedt veel, nl. dat gehoorzaamheid moet worden betracht, en dat de zonde moet worden beleden en gelaten. Aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938 |