|
|
|
H. Christina Koster Met Vaders Zoon aan boord, druk 1, 32 blz. | Dit verhaal vertelt van den terugkeer van het gezin Wilkens tot den Heiland en tot de Kerk. Moeders ziekte is de aanleidende oorzaak. Wim, een zoontje van 11 jaar, is de hoofdpersoon. Als moeder terugkeert uit het ziekenhuis wordt alles anders. Men had God vergeten en de kerk verlaten, zoodat de jongste twee kinderen niet eens werden gedoopt. Thans echter gaan vader en moeder en Wim meewerken in de Evangelisatie. De titel drukt de strekking uit: zoodra Vaders Zoon aan boord is, houdt ons levensscheepje koers, ook in de stormen. Dan komen we veilig de haven binnen. Hier gaat echter alles veel te snel en te onnatuurlijk. 't Lijkt ons een al te plotselinge, groote vroomheid na een lang afzwerven. Onze aanbeveling heeft daarom de bijvoeging: „matig". | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1941 |