Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



C. Gilhuis

Meester Jelle, druk 1, 151 blz.
G.K.C.O. (Cart. band). 15 t.d.t. Jelle, zoon van een arbeider, kan uitstekend leeren, maar is driftig en heeft nog al eens moeite met de gevolgen van zijn drift. Fiebe, de zoon van den rijken boer Oosterhof, kan niet best leeren, is geniepig en valsch. Ze zitten beiden in de hoogste klas bij Meester Kingma. Door z'n drift komt Jelle onder den toren in een soort van cachot, en krijgt vader „gedaan" bij boer Oosterhof. Jelle wil graag meester worden, maar wegens de kosten gaat dit niet; hij moet mee verdienen. Hij wordt nu schaapherder en komt in aanraking met Berend Bos, een zonderling, maar een oprecht geloovige. Bos sterft en vermaakt zijn beetje geld aan Jelle. De familie Plantenga moet verhuizen en komt in de stad te wonen, waar ze een groentenhandel beginnen. Aanvankelijk hebben ze met veel tegenslag te kampen, maar langzamerhand wordt het ruimer en mag Jelle zelfs nog voor onderwijzer gaan leeren. Vaders plotselinge dood verijdelt echter alles en Jelle moet voor moeder en zusjes zorgen. Hij mag later het genoegen smaken, dat twee zijner kinderen onderwijzer worden. De uitvoering is keurig, de illustratie aantrekkelijk. De correctie echter laat hier en daar te wenschen over (blz. 9, 56). Dit boek geeft een brokje geschiedenis, zooals die zich in ons land herhaaldelijk heeft afgespeeld. Jammer, dat de verhoudingen niet meer passen op de omstandigheden van tegenwoordig. Erger is evenwel, dat de boer wordt voorgesteld als een rijke genieperd en de arbeider bijna zonder gebreken; dit is niet overeenkomstig de waarheid. De kinderen kunnen zoo van een bepaalden stand een valsche voorstelling krijgen. De strekking is overigens wel goed. God is een helper in nood, dat blijkt uit meer dan één voorval. En eveneens, dat Gods wegen hooger zijn dan onze wegen. Niet alle jeugdidealen gaan in vervulling, maar Gods doen is wijs en goedertieren en te vertrouwen op Hem geeft vrede en rust. We bevelen dit verhaal gaarne aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938

C. Gilhuis

Meester Jelle, druk 1, 151 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 12 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Jelle Plantinga is het zoontje van arme lieden. Zijn vader is arbeider bij boer Oosterhof. Diens zoontje Fiebe plaagt Jelle steeds op school en daarbuiten. Fiebe heeft het niet gemakkelijk: hij wil graag meester worden; hij is de knapste van de klas. De bovenmeester wil het ook wel; doch zijn ouders kunnen het niet betalen. Vader zoekt voor hem een plaatsje op de boerderij van Oosterhof. Er ontstaat echter een vechtpartij tusschen Fiebe en Jelle, waarbij Fiebe geducht slaag krijgt. Het gevolg is, dat vader wordt ontslagen en Jelle niet mag komen. Er breken nu moeilijke tijden aan. Jelle wordt schaapherder; maakt kennis met Bos Berend, een zonderling, die in de omgeving gevreesd wordt. Toch wordt deze door de menschen verkeerd beoordeeld. Later ontmoet Jelle hem in zijn hut; de oude baas heeft een hartaanval. Jelle gaat den dokter halen, in dien tijd wreekt Fiebe zich; de herdershond wordt mishandeld en een schaap stilletjes weggevoerd. Teruggekomen is Bos Berend gestorven. Jelle ontving kort te voren een kistje met geld. De boer, wiens schapen Jelle hoedde, jaagt hem weg. Nog moeilijker dagen volgen. Jelle verhuist naar de stad, vader neemt een groentenzaak over. 't Wordt een schraal bestaan. Jelle moet helpen. In zijn vrijen tijd studeert hij voor onderwijzer. Hij werkt verbazend hard, krijgt eenige hulp van een leeraar. Hij zakt; is daarna soms moedeloos. Hij helpt in de zaak. Vader sterft. Nu is het uitgesloten, dat hij zijn studie kan volbrengen. Doch... de Heere verlaat hem niet. De zaken gaan onder zijn leiding goed. Hij trouwt, krijgt een gezin en mag jaren later er getuige van zijn, dat zijn oudste jongen, Reinier, slaagt voor onderwijzer. Een tweede zoon studeert daar ook voor. Zoo moet Jelle 's Heeren weg met hem bewonderen en dankbaar loven. Algemeene op- of aanmerkingen: Een boeiend, prettig geschreven boek, dat we om zijn ethische tendenzen niet aanbevelen. Te gauw staat men in het geloof. Bovendien is het soms al te realistisch. Op blz. 36 treffen we het woord "stik" aan. Op blz. 78 laat de schrijver Jelle zeggen "verdikke". Bos Berend heeft het over zijn baard en zegt: Als ik die niet had, leek ik wel de dood op wieletjes. Dergelijke lichtzinnige uitingen wenschen wij niet. Ten slotte treffen we op blz. 54 een passage aan, die een smaad werpt op onze Herv. Kerk, waarin de Heere nog steeds op wondere wijze werkt. Nieuwe spelling. Het woord Heer wordt in plaats van Heere gebruikt. De kerstboom doet dienst.
Conclusie: niet aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938

Open Boekbeoordeling.
C. Gilhuis

Meester Jelle, druk 2, 151 blz.
G.K.C.O. (Cart. band). 15 t.d.t. Jelle, zoon van een arbeider, kan uitstekend leeren, maar is driftig en heeft nog al eens moeite met de gevolgen van zijn drift. Fiebe, de zoon van den rijken boer Oosterhof, kan niet best leeren, is geniepig en valsch. Ze zitten beiden in de hoogste klas bij Meester Kingma. Door z'n drift komt Jelle onder den toren in een soort van cachot, en krijgt vader „gedaan" bij boer Oosterhof. Jelle wil graag meester worden, maar wegens de kosten gaat dit niet; hij moet mee verdienen. Hij wordt nu schaapherder en komt in aanraking met Berend Bos, een zonderling, maar een oprecht geloovig man. Bos sterft en vermaakt zijn beetje geld aan Jelle. De familie Plantenga moet verhuizen en komt in de stad te wonen, waar ze een groentenhandel beginnen. Aanvankelijk hebben ze met veel tegenslag te kampen, maar langzamerhand wordt het ruimer en mag Jelle zelfs nog voor onderwijzer gaan leeren. Vaders plotselinge dood verijdelt echter alles en Jelle moet voor moeder en zusjes zorgen. Hij mag later het genoegen smaken, dat twee zijner kinderen onderwijzer worden. De uitvoering is keurig, de illustratie aantrekkelijk. Dit boekje geeft een brokje geschiedenis, zooals die zich in ons land herhaaldelijk heeft afgespeeld. Jammer, dat de verhoudingen niet meer passen op de omstandigheden van tegenwoordig. Erger is evenwel, dat de boer wordt voorgesteld als een rijke geniepigerd en de arbeider bijna zonder gebreken; dit is niet overeenkomstig de waarheid. De kinderen kunnen zoo van een bepaalden stand een valsche voorstelling krijgen. De strekking is overigens wel goed. God is een helper in nood. En eveneens, dat Gods wegen hooger zijn dan onze wegen. Niet alle jeugdidealen gaan in vervulling, maar Gods doen is wijs en goedertieren en te vertrouwen op Hem geeft vrede en rust. We bevelen dit verhaal gaarne aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940