|
|
|
Carola Moeders jongen , druk 1, 56 blz. | Willy Hofman, een havelooze jongen van een jaar of zeven, heeft geene moeder meer. Zijn vader verwaarloost zijne opvoeding geheel. Hij komt op de Zondagsschool en vertelt aan de juffrouw, dat zijne moeder dood is, die hem in haar leven haren jongen noemde. De mededeeling, "dat de Heer precies weet, waarin je zijn hulp noodig hebt", leidt er hem toe, te bidden, dat de "Heer" zijn weggeloopen hondje terecht brengen en hem een gehoorzaam kind maken moge, Het Zondagsschoolonderwijs heeft eenen gunstigen invloed op den knaap, die den "lieven Heer" lief krijgt. Nadat Willy het middel is geweest tot bekeering van zijnen lichtzinnigen vader, is hij ook "vaders jongen" geworden. Dit boekje betoont zich, wat de uitvoering betreft, van goeden huize te zijn. Papier, letter, illustratiƫn, alles is even schoon. Dit gunstig getuigenis kunnen wij helaas, niet geven van het verhaal, noch wat den vorm, noch wat den inhoud betreft. De stijl is hier en daar al te plat. Uitdrukkingen als : "Hier is tie" (blz. 30); "Wat Boenen ze daar? (blz. 38); zijn verre van fraai. Dat is gemaakte eenvoud en deze is in een kinderhoekje vooral de grootste onnatuur. Ook het veelvuldig gebruik van : "nou","jij", "je", "jou", is niet aan te bevelen. Wij kregen den indruk, dat het een Engelsch verhaal is, zooal niet vertaald, dan naverteld, en dat daarbij het Engelsche op niet gelukkige wijze tot Hollandsch vervormd wordt. Een verhaal als dit, waarin een Kerstboom voorkomt, waarin gesproken wordt van kinderkerk, waarin gij telkens den uitroep "lieve Heer" ontmoet, waarin de bekeeringen een zeer oppervlakkig karakter dragen en van zonde en schuld, van genade en vergeving niets te lezen is, kweekt een verwaterd Christendom en is daarom niet aanbevelenswaardig. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1904 Open Jachin-boekbeoordelingen. |