Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Riek Ouborg

Naar huis, druk 1, 106 blz.
Dit boekje bevat het verhaal van een armen knaap, Willem van Velden, geheeten. Nauwelijks 12 jaren oud, moet hij er steeds op uit om te bedelen voor zijn vader, die een volslagen dronkaard is. Zijn moeder, die twee jaar geleden gestorven is, heeft hem de zorg opgedragen voor zijn zusje Annie, die tengevolge van armoede en ontbering zeer ziek is. Willem houdt veel van zijn zusje en zorgt trouw voor haar, haar beschermende tegen de woede van den vaak beschonken vader. Op zekeren Zondag uitgegaan om te bedelen, komt hij in een kerk, waar hij kennis maakt met den zoon van den predikant, die het orgel bespeelt. In de kerk hoort hij van Jezus, die kranke menschen kan genezen en van dien Jezus vertelt hij aan zijn zusje. De vraag is nu maar: waar die wonderdoende Jezus woont en of hij ook de kleine Annie zou willen genezen. De zoon van den predikant bezocht de kinderen, die na den dood van hun vader alleen achtergebleven zijn en vertelt hun meer van Jezus. Door zijn bemiddeling worden beiden in het huis van den predikant opgenomen. Ondanks de liefderijke verpleging sterft Annie spoedig. Willem is zeer bedroefd, doch hij troost zich met de gedachte, dat zijn zusje "naar huis" is gegaan. Latert huwt hij met de dochter van den predikant en gaat als zendeling naar Indië. We willen het goede in dit boekje niet miskennen. 't Wijst op de schrikkelijke ellende, door den drank teweeggebracht. De titel is "naar huis" en dat is het huis des Vaders, waar Jezus voor de Zijnen plaats bereidt. Er op te wijzen, hoe de kinderen met dien Heiland bekend gemaakt worden en hoe voor hen door Jezus het hemelscha huis ontsloten wordt, is zeker de aanbevelenswaardige strekking. Maar ook hier stuiten we op onwaarschijnlijkheden. Onbegrijpelijk is echter de onkunde van Willem, wiens moeder als een vrome vrouw wordt voorgesteld. Ofschoon hij reeds 10 jaar oud is, als zijn moeder sterft, schijnt hij vóór dien tijd nooit in een kerk geweest te zijn, en weet hij niet eens, wie Jezus is. Ook hadden wij wel gewenscht, dat er in dit verhaaltje meer gesproken was van Jezus als Zaligmaker, die gekomen is om het verlorene te zoeken. Van schuldbesef en de noodzakelijkheid van schuldbelijdenis blijkt niet veel. Veel gezonder zou het voor de jeudige lezers zijn, als we natuurlijke kinderen te zien en te hooren kregen, met hun deugden en gebreken. Het schijnt evenwel interessanter, engelachtige kinderen te schetsen, die totaal onwetend zijn en die aanstonds geloovig worden, als ze van Jezus hooren. Er heerscht in dit verhaal een methodistische sentimentaliteit. 't Uiterlijk is niet onaardig. Bij de plaatjes hadden wij gaarne een onderschrift gezien met verwijzing naar de pagina. Het plaatje tegenover blz. 49 stelt voor, wat op blz. 77 verteld wordt. Op blz. 55 staat: "Wim is hier", dat moet zeker zijn: "Wie is hier", anders heeft het geen zin. - Dat de jongen op blz. 43 en 56 Willem van Velden heet en op blz. 81, 90 en vervolgens Willem van Velzen, verraadt slordigheid. 't Gebruik van verleden en tegenwoordigen tijd door elkander verdient geene aanbeveling, bv. blz. 7: "Opeens wischte hij flink de tranen met zijn mouw weg, staat op, en liet de centen langzaam in zijn zak glijden." Ruwe tooneelen, als op blz. 10: "vervloekte zijn dochtertje" en op blz. 15, waar de jongen met zijn vuist voor zijn vader staat, moeten afgekeurd worden. Men kan aan onze kinderen gerust die ruwe uitdrukkingen en handelingen sparen. Op blz. 32 wordt van Jezus, "den goeden Vader" gesproken; dat zal de dominee toch zeker zoo niet hebben gezegd. We vonden ook veel taalfouten; bv.: wat had (hadt) je? blz. 7; gedachten (gedachte), 19; dienstmeisje, die (dat), 12; de(n) volgende(n) dag, 22; zieke(n) vader, 44; beloofde hen (hun), 50: en kan (kunt), 56; lag (legde), 112; leg (lig) je? 96 en 100; fluisterde hen (hun) in 't oor, 99; bidt (bid), 104 enz. Niet aanbevelenswaardig achten wij 't gebruik van vreemde woorden, zooals: passeerden, trottoir, blouse, etalagekasten, enz. De naam van de Schrijfster luidt op den omslag: Riek Ouborg; en op het titelblad: K. O. Wijl Jezus, als de Heiland van verloren zondaren, het middelpunt van dit verhaal is, willen we het niet afkeuren; maar om de gebreken kan onze aanbeveling slechts matig zijn. Het behoort tot het genre van dronkenmanshistories, dat o.i. in de kinderlectuur al ruim genoeg vertegenwoordigd is.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1914

Open Jachin-boekbeoordelingen.