|
|
|
A.J. Hoogenbirk Nog niet te laat, druk 1, 96 blz. | Wederom een schoon boekske uit de vruchtbare pen van den heer HOOGENBIRK, dat voor onze jongens veel uitnemends biedt, beide voor hoofd en hart, veel tot leering en tot aangename verpoozing ook. Het bevat eene boeiende geschiedenis. Een knaap, Lukas Short, wordt godsdienstig opgevoed, maar versmaadt het heil des Heeren. Tegen den zin zijner ouders gaat hij naar zee. Als zeeman heeft hij veel wederwaardigheden. Eenen langen tijd brengt hij door in eene Fransche kolonie van Amerika. Daarna keert hij terug naar Engeland, zijn vaderland; maar vindt zijne ouders niet terug. Alleen zijne zuster is nog in leven. Maar bij die zuster en haren man, eenen predikant, vindt hij geen genoegen. Ze zijn hem te godsdienstig. Hij gaat terug naar Amerika. Daar wordt hij een rijke boer, maar leeft zonder God. Hij bidt niet meer en gaat nooit ter kerk. Op honderdjarigen leeftijd komt hij echter tot waarachtige bekeering. Nog 16 jaren leeft hij en getuigt voor vriend en vijand van Gods genade, wordt nog voor velen ten zegen en ontslaapt in vrede. De auteur heeft eene buitengewone begaafdheid in het samenstellen eener boeiende verwikkeling. Ook aan eenen duidelijken verhaaltrant en levendige voorstelling heeft hij door zijn vele boeken en boekjes ons gewend. Dat het geheel in hoofdstukken is afgedeeld, vinden wij best; dit biedt rustpunten voor den lezer, doch dat boven de hoofdstukken geen opschrift staat, vinden wij jammer. Die opschriften toch zijn wegwijzers op het pad en scherpen den geest der lezers, om de hoofdgedachte in het oog te vatten en te houden. De uitgave is te loven. De omslag is door die zwarte omlijsting wel wat somber. De plaatjes zijn heel mooi. Flinke letter. De strekking is wezenlijk gezond. Treffend wordt hier in 't licht gesteld, hoe een mensch, al heeft hij ook jaren in de zonde geleefd en het verbond Gods lang versmaad, niet behoeft te wanhopen; maar dat er in den weg des kinderlijken geloofs in Christus nog zaligheid is te vinden. Duidelijk komt het uit, dat braafheid en deugd geenen vrede kunnen geven aan een waarlijk ontrust gemoed; alleen het geloof in Christus schenkt het hart de ware rust. In zulk een boek zullen onze jongelieden een vriendje vinden, met wien zij telkens weer omgang zoeken, want altijd geldende waarheden worden hier op aangrijpende wijze besproken. Voor kinderen, die met de ouders in het verbond Gods en zijne gemeente begrepen zijn, een uitnemend boek, waarop wij met dankbaarheid aan den Schrijver en den Uitgever en met meer dan een conventioneel woord van waardeering de aandacht vestigen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1904 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
A.J. Hoogenbirk Nog niet te laat, andere uitgave van 1981, 77 blz. | Dit verhaal nu ook voor onze jeugd te lezen in dit prachtig uitgevoerde leesboek. Het boek telt 77 pag. Is geillustreerd. Uitgevoerd in prachtige vier-kleurenband. Prijs f 9.90. Het verhaal van een 100-jarige zondaar die met God bekeerd werd. Wiens grafschrift het volgende vermeldt: Hier rust, verwachtende de tweede komst van onze Heere Jezus Christus, Lukas Short. geboren in 1650, gestorven 1766. Hij heeft zestien jaar geleefd. De bekende R.M.M Cheyne zegt in een preek over 1 Sam. 3 : 19 hierover het volgende: De uitmuntende John Flavel was predikant te Dartmouth in Engeland. Op zekere dag predikte hij over deze woorden: Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking. Maranatha! De prediking was buitengewoon plechtig, vooral de verkiaring van de vloek. Aan het einde, toen ds Flavel opstond, om de zegen uit te spreken, hield hij op en zei: Hoe zal ik deze ganse vergadering zegenen, daar ieder onder ons, die de Heere Jezus Christus niet liefheeft; een vervloeking is? De plechtigheid dezer woorden maakte een diepe indruk op de toehoorders. Er was in de vergadering een knaap, Lukas Short genaamd, ongeveer vijftien jaar oud, een inwoner van Dartmouth. Kort hierna ging hij naar zee en zeilde naar Amerika, waar hij de overige tijd zijns levens doorbracht. Zijn leven werd verre boven de gewone Ievenstijd verlengd. Toen hij 100 jaar oud was, kon hij nog op zijn hoeve werken en zijn verstand was in het geheel niet gekrenkt. Hij had al die tijd in zonde en zorgeloosheid doorgebracht; hij was een zondaar van 100 jaar en op het punt met een vloek in het graf te gaan. Op zekere dag, terwiji hij op het veld was,hield hij zich bezig met over zijn doorgebracht leven na te denken. Hij dacht aan de dagen zijner jeugd. Zijn herinnering bepaalde zich bij de preek van Ds. Flavel, waarvan hij zich nog veel te binnen bracht. De ernst van de predikant, de gesproken woorden, de uitwerking op de hoorders, dit alles kwam vers voor zijn gemoed. Hij erkende dat hij de Heere Jezus niet liefgehad had; hij duchtte de vreselijke vloek; hij werd diep overtuigd van zonde, werd geleid tot het bloed der besprenging. Hij Ieefde tot zijn 116e jaar en gaf alle blijken dat hij wedergeboren was. Ach hoe getrouw is God aan Zijn woord. Hij laat niet een woord vallen op deze aarde. | De Schakel, 1979 |