|
|
|
|
| Jan Veltman Om moeder en Anneke, druk 1, 78 blz. | Om moeder en Anneke, zijn zusje, is geen moeite onzen Adriaan Te veel. Voor haar loopt en draaft hij, voor haar iets te verdienen is zijn grootste genot. Want moeder is arm en ziekelijk. Ook van dieren houdt Adri veel en dat verwerft hem de gunst van mijnheer Bruin. Maar Koos, het neefje van mijnheer Bruin, mag hem niet lijden. Eens geeft Koos hem in drift een snee met een scherp mes over den arm, zoodat het eenige jasje van den armen jongen wordt bedorven. Uit vrees en om straf te ontloopen geeft Koos hem zijn eigen mooie jas. Maar .... vertelt later, dat Adri die gestolen heeft. Alles komt uit en ook dit geval is ten slotte weer » medewerkend ten goede«. Een mooi boekje. Echt, natuurlijk. We bevelen het voor jongens van 10 tot 13 jaar hartelijk aan. En hopen op een tweeden druk. Alleen .... we zouden dan die verzuchting van blz. 42 : »hij wist, dat hij voor God wel echt een nare jongen was«, gaarne missen. Het klinkt erg orthodox, maar is op dit moment absoluut niet van pas .... onzielkundig! Bovendien geheel in strijd met blz. 47 : »hij verbeeldde zich wel eens, dat hij een jongen was, zooals er hier in de omgeving geen tweede bestond.« Ook het slotpreekje is wat onkinderlijk. »Warer bidden« (blz. 64) is 'n leelijke uitdrukking. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1918 |