|
|
|
J.L.F. de Liefde Onder zes nichtjes en neefjes, druk 1, 200 blz. | "Onder zes nichtjes en neefjes" van dezelfde las ik met veel genoegen. De schrijfster geeft ons hierin het beeld te zien van een verwend eenig dochtertje dat, door omstandigheden een tijd lang vertoevend in een groot gezin, allerlei moeilijkheden ondervindt, haar thuis onbekend. Hierdoor komen gebreken bij haar voor den dag, die haar van kwaad tot erger voeren en ook anderer humeur in de war brengen. Zij geeft de schuld aan de omstandigheden, totdat zij, zonder het te willen, doch tengevolge van haar drift, oorzaak wordt vaneen ongeluk. Nu maken haat en trots plaats voor innig berouw: "O lieve Heer, help me toch. Wilt u mij heelemaal anders maken, dat ik niet zoo zelfzuchtig ben". Heel echt is ook die scene van 't te laat aan de ontbijttafel komen. Het is een boek met een ruggegraat. Wat 't uiterlijk betreft, is de uitgave ook keurig verzorgd. | Boekbeoordeling in Het Kind, 11-09-1909 |
J.L.F. de Liefde Onder zes nichtjes en neefjes, druk 2, 157 blz. | Mevrouw de weduwe Langenberg moest een operatie ondergaan. Gedurende den tijd, dien zij in het ziekenhuis doorbracht, verbleef haar eenig dochtertje, Emma, bij haar oom, dominee Rengers, in een huisgezin met 6 kinderen. Het eenig kind van een rijke familie, dat thuis al haar wenschen vervuld zag door een zwakke en toegeeflijke moeder, had een strijd door te maken tegen haar zelfzucht in het huis, waaraan de bewoners den naam "Help Mekaar" gegeven hadden. Hoewel eenmaal de trek van hulpvaardigheid op heerlijke wijze bij haar te voorschijn trad, dreef meestal haar zelfzucht toch boven, zoodat ze nu eens met deze, dan weer met gene overhoop lag. Nadat zij bij een poging om het beste deel machtig te worden, op onstuimige wijze de kamerdeur dicht wierp en daarbij onopzettelijk aller lieveling, het jongste nichtje, verwondde, kwam ze tot hardgrondig berouw en beleed allen haar schuld. Waar aanvankelijk haar hart gesloten scheen voor de liefde Gods, kwam zij nu tot de erkentenis, dat "alle dingen medewerken ten goede dengenen, die God liefhebben". Haar moeder keerde hersteld terug, en Emma schonk haar tot een aandenken aan al het gebeurde een prachtigen wandtekst met de bovengenoemde Schriftwoorden. Dit boekje munt uit door een levendigen, aantrekkelijken stijl en door een bijzondere natuurlijkheid van taal. Zonder twijfel zullen de jeugdige lezers en vooral de lezeressen er volop in genieten. Des te meer jammer is het, dat we eenige ernstige bedenkingen er tegen moeten uitspreken. Voor de ontleding van Emma's karakterzonden hebben wij allen lof. Doch als het tot schuldbelijdenis komt, is er alleen sprake van een erkennen van het kwaad tegenover de menschen en vernemen we niets ervan, dat alle kwaad zonde is tegen God, aan Wien dan ook in de eerste plaats de zonde moet beleden worden. Wel wordt de opmerking gemaakt, dat bij den "Heer" de kracht moet gezocht worden om de zonde te bestrijden; wel wordt bij gelegenheid van het Kerstfeest opgemerkt, dat "met de komst van den Zoon van God er weer vrede gekomen is voor ieder, die dien vrede hebben wil", (de cursiveering is van ons) maar dat Emma dien vrede zoekt en vindt door het bloed des kruises,, vernemen we niet: iets, wat toch niet had mogen ontbreken. Een ernstige fout achten wij ook, dat Emma haar schuld voelt, als aller lieveling getroffen is en zij zich daardoor in ongenade weet bij alle familieleden, terwijl we er niets vair vernemen, dat ze zich schuldig voelt tegenover God. Het verhaal vangt aan met een tooneeltje, waarbij Emma tracht, haar moeder thuis te houden uit "die saaie kerk", wat haar dan ook gelukt. Ons dunkt, dat, nu ze een half jaar bij een predikant in huis doorbrengt, een welkome gelegenheid geboden wordt, om tegenover de kerk van een ander gevoelen te worden. Dat had ook wel een stuk van haar bekeering mogen uitmaken. Daartegenover lezen we van een Zondagsviering niets anders, dan dat de dominee het prettig vindt, als zijn vrouw óók in de kerk is, maar de kinderen blijven thuis, voeren allerlei uit en moeten het doen met een gezangversje, dat na het eten gezongen wordt. Uitdrukkingen als : "In het kerkgaan zit het ook niet", zei mevrouw", bladz. 7; die de Schrijfster zonder eenige kritiek laat passeeren, keuren wij ten zeerste af. Dit boek bewijst overigens weder op voortreffelijke wijze, dat Mej. De Liefde een Auteur is van superieure kwaliteit. Uit litterarisch oogpunt bezien, is het een keurig verhaal, vol juiste psychologie en telkens verrassend door fijne trekjes. Maar uit godsdienstig oogpunt is het zóó vaag en oppervlakkig, dat wij het voor onze Gereformeerde Zondagsscholen niet van harte kunnen aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1916 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
J.L.F. de Liefde Onder zes nichtjes en neefjes, druk 3, 204 blz. | Emma, eenig dochtertje van Mevrouw Langenberg, is een verwend kind, dat door de zwakke gezondheid der moeder, haar wil steeds weet door te zetten. Moeder moet zich aan een operatie onderwerpen en besluit Emma te doen opnemen in het gezellige gezin van den broeder van haar overleden man, een dorpspredikant. Behalve oom en tante vindt Emma te Milburg vier nichtjes en twee neven, die vol verlangen haar komst tegemoet zien. Spoedig komt het tot allerlei botsingen: 't verwende eenige dochtertje geeft toe aan haar driftbuien en weet soms van geen toegeven. Zij vindt echter zoowel in oom en tante, als in de jeugdige leden van het gezin opvoeders, die door hun voorbeeld aan Emma doen zien, dat de een den ander uitnemender moet achten dan zichzelf. 't Is een prettig geschreven boek : de gesprekken zijn vlot-natuurlijk. Voor lezers en lezeressen van 11-14 jaar kan het om strekking en inhoud van harte aanbevolen worden : wij zijn vast overtuigd, dat deze derde druk zeker de laatste niet zal zijn. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1917 |
J.L.F. de Liefde Onder zes nichtjes en neefjes, druk 5, 222 blz. | Leeftijd 12 jaar. Een mooi, echt meisjesboek! "Zelfzucht genezen", zouden wij het boek ook kunnen noemen. Emma, eenig kind van Mevrouw Langenberg, komt, door ziekte harer moeder, in het huisgezin van Ds. Rengers, haar oom, in het dorpje Milberg. Hier vindt ze een huisgezin, dat rekening houdt met Gods Woord. Een aangename geest van liefde en samenwerking heerscht er. En nu komt zij, met haar zelfzuchtig karakter, in dezen kring. Vele kibbelpartijtjes komen er voor, tot eindelijk door een ongeluk met Noeby, de kleinste van het gezin, Emma's zelfzucht gebroken wordt. Zij leerde strijden tegen haar zelfzucht en vragen aan den Heere om een nieuw hart. En als zij eindelijk naar huis teruggaat, daar moeder ook hersteld uit het ziekenhuis is teruggekomen, dan kunnen èn Emma èn moeder beiden getuigen, dat de Heere alle dingen heeft doen medewerken ten goede. Een nieuw leven begint voor hen beiden. De kerstboom kon gemist worden. Ook vind ik jammer, dat in plaats van het diepere "Heere" het woordje "Heer" staat. Waarom toch? Het boekje is geschreven voor 12-jarige meisjes en laat zich wel lezen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1931 Open Boekbeoordeling. |