|
|
|
S.J. Loosjes-Brutel de la Rivière Op Vredebest, druk 1, 110 blz. | Een verhaal van 't gezin van dominee Van Berkel, zijn vrouw, zijn Frits, gymnasiast, zijn Willy, idem, zijn Tom, zijn Dora, alias Snip, zijn Frieda, bijgenaamd Puck, en tante Lous, een model van een tante, en die een man verdient, dien zij dan ook aan 't eind van 't boek krijgt in »oom Ferdinand«, ook al een gezellige figuur. — ‘t Is heelemaal een gezellige troep, daar bij dominee Van Berkel. Op Vredebest, een soort van schuur midden in de Veluwsche bosschen, gaan ze een zes weken logeeren, en dat logies is de dikke moot van 't verhaal, een moot, waarin tal van jongens en meisjes uit min of meer ontwikkelden kring wel de grage tanden zullen zetten. Maar toch een moot, die wat veel kop- en staartstukken heeft, wat bij een goede moot wat onnatuurlijk mag heeten. We willen maar zeggen, dat dit boek van 110 bladzijden er op deze wijze evengoed 200 kon hebben, maar met een 100-tal moest tevreden zijn. Wat doet bijvoorbeeld aan 't slot die Kerstgeschiedenis vreemd aan! Waarom die er met de haren bijgesleept? Zoo zijn er meer onderwerpen te noemen, die zeer gevoeglijk hadden kunnen weggelaten. Overigens. — moot, kop- en staartstukken zijn wel toebereid. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1918 |