Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Betsy

Oom Frits of het gouden tientje , druk 4, 32 blz.
Oom Frits is een gepensionneerd zeeofficier, die alleraardigst vertellen kan. Als hij in een gezelschap is, dan heerscht er een prettige toon en oud en jong luistert gaarne naar zijn avonturen. Jammer, dat hij geen vriend van God is. Hij kan maar niet begrijpen, dat er zooveel gebeurt, dat strijdt met de bewering, dat God liefde is. Maar de Heere weet, op een ongezochte wijze oom Frits tot andere inzichten te brengen, en gebruikt daartoe een gouden tientje, dat oom Frits bestemd heeft, om zijn nichtjes eens te verrassen. Uit het verhaal van de »lotgevallen» van dit gouden tientje kunnen de kinderen op een aantrekkelijke wijze leeren, hoe God soms door kleine dingen groote zaken kan tot stand brengen. Wij bevelen dit boekje gaarne aan. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1912
Betsy

Oom Frits of het gouden tientje , druk 4, 32 blz.
Oom Frits is in het gezin van zijn zuster, getrouwd met een dominee, steeds een welkome gast, vooral bij de kinderen. De ongehuwde oom, gepensioneerd zeeofficier, is een warm, gul mens met ee nmedelijdend hart, zich ontfermend over armen enongelukkigen "wier vriend en raadsman hij was," en"die zich verheugde als hij wat blijdschap kon brengen, wat leed kon verzachten. "Een ideaal mens dus, zouden we denken. Maar vergist u zich niet: oom Frits was niet vroom! Hij meende dat het genoeg was goed te doen en hoopte dat Onze-Lieve-Heer tevreden over hem zou zijn. Ach,wat een dwaling. "Die arme oom wilde niet geloven, dat zelfs onze goede daden in Gods heilige oogen met zonden bevlekt zijn. "Tijdens zijn bezoek verstopt oom Frits een gouden tientje in een kluwentje wol waar zijn nichtje kousen van breit. Kledingstukken, bestemd als kerstkadootje voor de kinderen van armlastige parochianen. Hij doet er een rijmpje bij: "Het tientje is hier voor den vinder gelegd. Hij mag het dus houden met het volste recht. En kan er mee handelen naar behagen, zonder naar zijn herkomst te vragen. "Maar Gods wegen zijn wonderbaarlijk. Het gouden tientje wordt niet gevonden door ooms nichtje, nee, door een merkwaardige toevalligheid komt het terecht voor de deur van de doodarme weduwe Hooiman die haar zieke schoonvader en opgroeiende zoon nauwelijks te eten kan geven. De ijverige zoon Wout vindt het kluwentje bij het sneeuwscheppen en brengt het naar zijn moeder. Die is er blij mee, want nu kan ze grootvaders sok afbreien. De zorgen drukken zwaar op de weduwe, de brandstof is bijna op, ze heeft schulden bij bakker en kruidenier, en Wout moet nodig warme kleren hebben. Dan wordt het tientje gevonden. Het briefje dat erbij is neemt alle twijfel weg: dit tientje komt regelrecht uit Gods zorgende Vaderhand. Met oom Frits gaat het iets minder. Door verkeerde speculaties had hij een groot deel van zijn vermogen verspeeld. Het bracht hem weliswaar niet tot de bedelstaf, maar oom Frits tobt er toch over... Dan brengt zijn huishoudster hem onder het oog dat de Heer er ongetwijfeld Zijn liefderijke bedoelingen mee heeft gehad. Wie is deze gelovige vrouw? Wel, niemand anders dan de weduwe Hooiman die na de dood van haar schoonvader bij oom Frits in dienst is getreden. Om haar bewijs van Gods wonderlijke wegen te staven, vertelt ze oom Frits het nooit opgehelderde verhaal van het gouden tientje, dat, toen de nood op het hoogste was, zomaar voor haar deur lag, en ze toont hem het versje, dat ze trouw had bewaard. Oom Frits is diep getroffen. Dit is een vingerwijzing Gods. Oom Frits wordt volledig bekeerd en is voortaan een ijverig en getrouw kerkganger.Met een kwartje de wererld rond, Toos M. Saal-Zuurveen, 1999, 1959-60