|
|
|
Quirina Perzikjes gebed en hoe het verhoord werd, druk 1, 24 blz. | Dien jongen "Perzikje" te noemen, vind ik minder gelukkig, ook ziet hij op het plaatje er niet naar uit! Eerder ziet hij er naar uit. En het verhaal? Niet kwaad, och neen, maar oF het kinderen boeien zal? Moeielijk zouden we kunnen zeggen, voor welke kinderen het geschikt is. Prijs f 0.15. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1906 |
Quirina Perzikjes gebed en hoe het verhoord werd, druk 1, 24 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van 8-10 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Perzikje wil graag een nieuw pakje. In zijn gebed vraagt hij daarom, en ook of de Heere den gevluchten vader, die naar Amerika is uitgeweken, wil terugbrengen. Het gebed van het jongetje werd verhoord. Zijn vader zond hem een pakje en vraagt, of zij ook naar de nieuwe wereld willen oversteken. En zoo gaan zij dan naar Amerika, waar voor hen allen een nieuw leven begint. Algemeene op- of aanmerkingen: Het is wel aardig en aandoenlijk verteld. De inhoud is wel wat oppervlakkig. Liefst ook voor kinderen geen bekeering, zooals velen dat wenschen, zonder waarachtige levensvernieuwing. In plaats van: "Kom tot uw Heiland", hadden we liever een boetepsalm gezien: "'k Bekend', o Heer', aan U oprecht mijn zonden". Ook dat telkens voorkomende Heer stoot ons. 't Is of het opzettelijk zoo moet. Waarom wel vrouwe en niet Heere, en dan wel voor de hoogste Majesteit? Conclusie: minder geschikt voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1934 Open Boekbeoordeling. |
Quirina Perzikjes gebed en hoe het verhoord werd, druk 1, 24 blz. | Als behoorend tot de allerbeste kinderboeken, die ik ken, noem ik gaarne een bundel, die wel is waar op 't oogenblik is uitverkocht, maar die toch zeker wel herdrukt zal worden en waarvan in elk geval de vier verhalen elk afzonderlijk ook bij den Heer Callenbaoh verkrijgbaar zijn. De bundel is uit het Engelsch van D. Alcock, vertaald door Adelpha en heet: "Koningskinderen." 't Eene verhaal is al mooier dan 't andere. Jammer echter dat de titel, als men de drie eerste gelezen heeft, al spoedig laat raden, dat nu in het laatste ook wel... Maar laat ik liever niets verklappen. Begin met de laatste geschiedenis als ik u een raad mag geven. O, met hoeveel genot lazen wij dit: "Uit het land der Inca's," na eenige middelmatige werkjes te hebben doorgeworsteld. "Daar leef je nog eens van op!" riep een onzer terecht uit. Wat is er dan zoo mooi van? vraagt ge. Wel: 't verhaal is boeiend en dat mag immers wel, als het niet zoo als bij "de Zwerveling" de eenige goede eigenschap en de dekmantel van veel gebrekkigs is; voorts leerrijk: we zien eens een andere omgeving, andere zeden en gebruiken, andere gezichten dan die van ons eigen landje; en voorts ook leerzaam door een geestelijke kern. Stijl noch vertaling laten, zoo ik mij wel herinner, iets te wenschen over. En dan "Wenzel, de arme student" is ook heel goed. Een aanmerking zou ik willen maken op 't begin van Hoofdstuk 11, waar Wenzel ligt te denken, doch op de manier, waarop men aan iemand iets vertelt. Het volgende verhaal: "Het geschenk van den Czaar," interesseert wel, maar de roebels rollen hier wel wat heel rijkelijk. Overigens lazen we het met veel plezier en gaarne werden wij verplaatst in deze vreemde omgeving en leerden wij kleine eigenaardigheden uit het leven der Russen kennen. We worden in dezen bundel wel (en wij klagen daar allerminst over) naar verre landen gevoerd. Beginnen wij met Duitschland, om vervolgens in Rusland aan te komen, dan reizen we in 't derde gedeelde met "de kleine Zendelingen" van Tyrus door de Roode Zee naar Abessinie, om eindelijk uit te rusten in Peru, het land der Inca's. Verscheiden plaatjes, waarvan de meeste nogal aardig, zullen den kinderen welkom zijn. "Perzikjes gebed en hoe het verhoord werd," door Quirina. Stijl zeer goed, veel kinderlijks en liefs hier. Er komt iets in van een vader, die steelt, doch gelukkig zich bekeert en een gebedsverhooring van een kind over passende, nieuwe kleeren. Plaatjes goed, (de jongen wel wat te bleek.) M. Odu. geeft nog eens een bekeeringsverhaal in: "Wat Moeder voor haar jongen achterliet" en Dr. C. Gr. Barth vertelt gezellig in "Het Klaverblad" van twee schipbreuken, kennismakig met de politie, het af branden van een schouwburg, nog eens een brand, nu een van een schip, twee of drie firma's laat hij failliet gaan, tenslotte loopt alles goed af en trouwen de broer en de zuster uit de eene familie met de zuster en den broer uit het bevriende huisgezin en allen verdienen nu goed geld!! Bravo! Boeiend en zeer goed geschreven is "Ignatius", No. 1 van de serie "de Martelaars" door G.C. Hoogerwerff. De titel waarschuwt hen, die het voor hun kinderen nog niet geschikt achten iets van akeligheden te hooren, zich deze serie niet aan te schaffen, daarentegen zullen zij, die naast vermaak ook kennis als vrucht van 't lezen voor hun kinderen wenschen, gaarne iets aannemen, dat ontleend is aan Algemeene- Vaderlandsche- Zendings- of Kerk-geschiedenis. Het geeft al heel licht iets rustigs aan de kinderboeken, als zij op waarheid gegrond zijn. Iets rustigs en ... aantrekkelijks. De schrijver heeft een teekening van hoofdlijnen voor zich, waarvan hij niet afwijkt; toch blijft er voor zijn verbeelding vrij spel tot verdichten daaromheen. Vandaar het voordeel, dat we meestal verschoond blijven van die gezochte, onmogelijke, of althans onwaarschijnlijke verhalen, die we maar al te vaak in de mindere soorten Christelijke boekjes vinden. Het dweepziek verlangen van Ignatius, die den marteldood zoekt, wordt, de lezer gevoelt het, door den schrijver gelaakt. Overigens hebben wij den moed, den eenvoud, de liefde en volharding dier eerste Christenen te bewonderen. Of met het binden en ontbinden (blz. 49) werkelijk zulk een overgeven aan den Satan werd bedoeld, dat zullen we maar ter beslissing overlaten van hen, die hiervan een bijzondere studie hebben gemaakt. Jammer dat de laatste bladzijde van 't verhaal wordt ontsierd dooreen vijfmaal herhaald: ha! "In de Russische Smeltkroes", door Wilhelmina Riem Vis, liet na lezing geen onverdeeld gunstigen, maar ook niet ongunstigen indruk bij mij achter. Maar als kinderboek vooral leek het mij niet van de geschiktste. Ik geloof dat deze schrijfster heel goed schrijven kan of liever ik weet dit, maar zij maakt vaak den indruk, er maar zoowat op los te schrijven. Haar talent zou, dunkt mij, veel meer gecultiveerd kunnen worden. Zij moest zich er meer rekenschap van geven voor wie zij schrijft. "Nelly's donkere dagen", door Hesba Stretton; de vertaler wordt wijselijk niet genoemd; zijn werk laat veel te wenschen over. Voor jongelieden boven de 15 jaar en als geheelonthouders-propagandawerkje kan het dienst doen, niet voor kinderen. H.C. Gunning-de Vries. | Boekbeoordeling in Het Kind, 21-11-1908 |
Quirina Perzikjes gebed en hoe het verhoord werd, druk 2, 24 blz. | Perzikje — zoo noemde men hem, omdat hij zulke ronde, blozende wangetjes had, dat ze u aan een, door de zon gestoofd, perzikje deden denken. Dat begint goed, maar die toon is niet altijd volgehouden. Perzikje heeft verdriet : hij had zoo gaarne mooie, passende kleederen in plaats van de oude halfsleete, die zijn arme moeder en tante voor hem kochten. Vader is weg, naar Amerika gegaan, toen hij door een valsche handteekening in het bezit van Tante's fortuin was gekomen om zijn speelschulden te betalen. In zijn verlegenheid bidt Perzikje in de schuur om andere kleeren en om Vaders thuiskomst. Tante heeft dit gebed gehoord, maar kon aan de verhooring van dit kindergebedje niet gelooven. Naar Perzikje blijft gelooven en wordt niet beschaamd. Hij krijgt een nieuw pak en Vader, tot inkeer gekomen en in betere omstandigheden dan vroeger, roept zijn familie hij zich. 't Is goed verteld, Quirina kan dat, maar ze theologiseert nog te veel tusschen de bedrijven. De geschiedenis spreekt voor zichzelf en heeft geen toepassing noodig. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1918 |
Quirina Perzikjes gebed en hoe het verhoord werd, druk 3, 24 blz. | G. 0. 3 z. p. 15 cent. Voor kleine kinderen een alleraardigst verhaal, Moge niet overal de kindertoon juist zijn getroffen, het is toch boeiend geschreven. Maar waarom "Heer" inplaats van "Heere"? Het uiterlijk is sierlijk bewerkt. Omslag en illustraties zijn goed geteekend. De bedoeling van de Schrijfster is een eenvoudig kinderlijk geloof te schetsen. Het 9-jarig knaapje schieten al de teksten te binnen, die hij op de Zondagsschool heeft geleerd, en dat brengt hem er toe, zijn kinderverdriet den Heere te klagen. Het bidden om een pakje, verwacht van vader, (wat precies zoo uitkomt), klinkt sterk romantisch. De Schrijfster durft dan ook aan 't slot anderen niet opwekken, het voorbeeld van Perzikje te volgen. De gebedsverhooring is ook extra-mooi! Het slot bevalt ons beter dan het verhaal zelf. Het verhaal is onwaarschijnlijk, doch de toepassing zeer natuurlijk. Aanbevolen, echter niet onvoorwaardelijk. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1926 |
Quirina Perzikjes gebed en hoe het verhoord werd, druk 4, 24 blz. | G. 0. 3 t. d. t. 8 cent. Voor kleine kinderen een alleraardigst verhaal. Moge niet overal de kindertoon juist zijn getroffen, het is toch boeiend geschreven. Maar waarom "Heer" inplaats van "Heere"? Het uiterlijk geeft geen reden tot bepaalde opmerkingen. De bedoeling van de Schrijfster is een eenvoudig kinderlijk geloof te schetsen. Het 9-jarig knaapje schieten al de teksten te binnen, die hij op de Zondagsschool heeft geleerd, en dat brengt hem er toe, zijn kinderverdriet den Heere te klagen. Het bidden om een pakje, verwacht van vader, (wat precies zoo uitkomt), klinkt sterk romantisch. De Schrijfster durft dan ook aan 't slot anderen niet opwekken, het voorbeeld van Perzikje te volgen. De gebedsverhooring is wat extra mooi! Het slot bevalt ons beter dan het verhaal zelf. Het verhaal is onwaarschijnlijk, doch de toepassing zeer natuurlijk. Aanbevolen, echter niet onvoorwaardelijk. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1934 |