|
|
|
K. van Loon Pim en zijn broertje Pat, druk 1, 110 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 10-16 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Pim en Pat zijn twee broers. Hun karakters loopen erg uiteen. Dit geeft botsingen. Maar toch houden ze van elkaar. Allerlei avonturen worden ons verteld op boeiende wijze. Pim luistert zelfs een gesprek af van stroopers, die den boschwachter neer willen schieten. Een andere keer ontstaat door hun schuld een heidebrand. Met minachting liet Pim zich bij een andere gelegenheid over een onderwijzer uit in de scheersalon, die juist onder het mes zat. Door de heidebrand wordt Pims zenuwgestel ernstig geschokt. Maar het komt alles weer goed. Algemeene op- of aanmerkingen: Een spannend verhaal bevat dit in alle opzichten heel goed verzorgde boek. Het bevat een leerzame strekking. Maar uit godsdienstig oogpunt beoordeeld, zijn er wel aanmerkingen. Dit is toch in zooveel boekjes de zwakke plek. Hoe jammer! In dit boekje komt de eigenaardige kerkelijke gereformeerde verbondsbeschouwing zoo telkens "om den hoek gluren". Het slot is b.v. erg zwak. Uitgewerkt had dienen te worden, hoe Pim het "met God in orde gemaakt heeft" (blz. 105). Een paar ruwe uitdrukkingen op blz. 42 hadden beter vermeden kunnen worden. Conclusie: Aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1935 Open Boekbeoordeling. |
K. van Loon Pim en zijn broertje Pat, druk 1, 110 blz. | G. K. C. 0. (Cartonnen band). 11 t. d. t. 60 cent. Pat en Pim waren broertjes, die heel verschillend waren. Als ze met elkaar speelden, draaide het altijd op ruzie uit. 'n Poosje kon het wel eens goed gaan, maar langer dan een half uur duurde dat toch niet. Ze zochten elkaar steeds op en maakten fijne plannetjes. 'n Vader hadden ze niet; moeder had veel verdriet van die kibbelarijen en trachtte telkens weer te verzoenen. Als padvinders in het bosch kwamen ze achter een moordplan, waarbij de boschwachter slachtoffer zou geworden zijn, als Pim niet tijdig de politie had gewaarschuwd. Hij werd daardoor de held van den dag. Pat vond, dat daarvan niet zooveel drukte behoefde te worden gemaakt. Dat is één van de vele avonturen, die ze beleefden. Het slot vertelt van een heidebrand. Dit is een boek vol ruzie, nijd, drift en bitsheid. 't Is één en al verbeten tegen allen en tegen alles. Veel uitdrukkingen komen er in voor, die bepaald af te keuren zijn: "de heele wereld kan hem niet bommen" (57), "Dan schiet ik hem kapot" (42). Eigenlijk was het "stom" (70). De meester wordt "Mops" genoemd. Boer Witte, die een gezwel in den nek had, wordt voor "Puist" gescholden (59). Heel de manier, waarop die jongens zich uiten en zich gedragen is vaak onbehoorlijk. Hun Moeder, een weduwe, is wel ernstig, vermaant, verzoekt vriendelijk, en ze bidt voor haar wilde jongens - maar treedt o.i. veel te zwak op. De zeker vele religieuze motieven in dit boek vallen telkens zoo maar, soms heel vreemd, in. Vechten en bidden wisselen elkaar herhaaldelijk af. Meestal is er sprake van den Heere "lief te hebben" (35), (76). "Dominee is iemand, dien God heeft gezonden om jou den weg naar den Heere Jezus te wijzen", zegt de moeder (74). "Als jij nu weet, dat God ons zoo lief heeft, dat Hij Zijn kind gegeven heeft". (74). "Is het met God al in orde?" vroeg moeder (105). Naast al deze bedenkelijke uitdrukkingen komen hier en daar goede lessen voor. "Je moet de schuld altijd eerst bij je zelf zoeken". (28). "Als jij er dan niet om vraagt (om de spijze), mag jij wel dubbel dankbaar wezen, dat je het krijgt". 91. De spottende woorden van een der kameraden over het gebed kunnen op menig jong hart de uitwerking hebben van stekende brandnetels (91). Verscheidene plaatjes lijden aan het euvel, waarop we in de Algemeene Beschouwingen wezen: er zit niets in, omdat ze niets zeggen. Naar den daar gegeven maatstaf zijn er acht overbodig! De Schrijver legt ongetwijfeld plastisch talent aan den dag; weet z'n gedachten vaak op verrassende wijze duidelijk uit te beelden (81 en 82). Doch dit alles kon ons niet heen helpen over de vele bezwaren, die wij in verschillende opzichten tegen dit "padvinders-boek" hebben. Niet aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1935 |
K. van Loon Pim en zijn broertje Pat, druk 1, 110 blz. | Pim en Pat hebben dikwijls ruzie. Telkens trekken ze er eensgezind op uit en komen kibbelende naar huis. Ze beloven allerlei. Bij een drijfjacht wordt één der drijvers gewond en zij halen den dokter. Pim luistert een gesprek af tusschen een paar stroopers en meldt het de politie. Als ze met een paar vriendjes de hei op zijn, stoken ze een vuurtje, met het gevolg, dat er heibrand ontstaat. Pim is hoogmoedig en Pat onverschillig. Ze vechten tegen hun fouten. Na den brand wordt Pim heel ziek. De brand was eigenlijk zijn schuld, maar Pat heeft zichzelf als de schuldige opgegeven. Pim heeft geen rust, voor hij dit in orde heeft gemaakt. 't Boek eindigt hiermee, dat Pim, omdat hij het vuurtje heeft aangestoken, drie maanden lang geen aanvoerder meer mag zijn bij de padvinders. Hij gaat erg beschaamd naar huis; maar erkent: hij heeft het verdiend. Er is geen climax in het verhaal, al is er aan spannende momenten geen gebrek. Er wordt wat heel veel den nadruk op de ruzies gelegd en ook de "preekjes" zijn niet altijd onopzettelijk. Toch wel een aardig boek. Leeftijd 10 jaar. | Boekbeoordeling in Kind en Zondag, 1938 |
K. van Loon Pim en zijn broertje Pat, druk 2, 109 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ~ 10-13 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Pat en Pim waren broertjes, die heel verschillend waren. Als ze bij elkaar waren, draaide het altijd op ruzie uit. Een poosje kon het wel eens goed gaan, maar langer dan een half uur duurde dat toch niet. En dat het een half uur duurde, was nog te wijten aan Pat en niet aan Pim. Pim was twee jaar jonger dan Pat, maar ze zaten in dezelfde klas. Ze woonden in de boschrijke omgeving van Woudenberg en beleven daar met hun schoolvriendjes veel avonturen in de bosschen. Ze maken o.a. een drijfjacht op klein wild mee, waarbij een der drijvers door een onervaren jager in zijn been gewond wordt. Stroopers, die hun hut in bezit nemen en daar plannen beramen om den jachtopziener te dooden, en ook ondervinden ze de kwade gevolgen van een vuurtje stoken op de droge heide, kortom: avonturen, waarvan iedere Hollandsche jongen, die dit boekje leest, zal smullen en toch ook weer de geloofsstrijd, die deze twee geheel van aanleg verschillende broertjes begrijpen. Algemeene op- of aanmerkingen: De jongens, die dit boekje lezen, zullen ongetwijfeld veel goeds ervan opsteken. Heel positief is het christelijk element misschien niet, maar de schrijver beschrijft een eenvoudig geloofsleven van een Hollandschen jongen, dat ongetwijfeld door velen begrepen zal worden. Nieuwe spelling. Conclusie: warm aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938 Open Boekbeoordeling. |