|
|
|
K. Norel Pioniers in Zuiderzeeland, druk 1 | Korte inhoud: Jan Kool, veldwachterszoontje, verhuist van Graft naar Wieringen. Daar beginnen de Zuiderzeewerken. Jan maakt in zijn vroolijk jongensleven allemaal mee; hoe de afsluitdijk dichtgemaakt wordt; hoe de Wieringermeerpolder drooggemalen wordt. En als men daar dorpen bouwen gaat, wordt zijn vader naar Slootdorp verplaatst. 't Ongodsdienstig gezin Kool komt door Jan's vriendschap in contact met een frisch, christelijk gezin, Laernoes, uit Zeeland afkomstig. Deze weten de Koolen te bewegen naar de kerk te gaan. Goed wordt beschreven op welke wijze dit zijn beslag krijgt. 't Eindigt met de kennismaking van Jan met een dochter van een Frieschen boer, Folkertsma, en met het avondgebed van Kool in 't huisgezin, die dankt, omdat hij in de nieuwe polder God heeft mogen vinden. Algemeen op- of aanmerkingen: Spannend, goed beschreven. De jongens (maar ook ouderen) zullen hiervan smullen. Godsdienstig is 't wel, maar weinig diepgang er in, hoe ontroerend 't vooral in de laatste helft kan zijn. De teekeningen zijn bijzonder aardig. Met onze jongensboeken moet 't dezen kant uit. Dit soort boeken verkiezen ze ver boven die draken van allerlei onmogelijke brave jongetjes, opzettelijk geëncenseerd om een moraallesje er smeuïg bij de jongens in te krijgen. Dit is ècht en het leeft voor ons. Maar godsdienstig bezwaar blijft: oppervlakkig. Leelijke uitdrukkingen: pag. 29 stik, vent; pag. 62 gedonder; pag. 78 donderen; pag. 81 Heer; pag. 96 ga tot uw Vader. Kerstboom. Conclusie: aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1939 Open Boekbeoordeling. |
K. Norel Pioniers in Zuiderzeeland, druk 2, 187 blz. | G.K.C.B. 22 t.d.t. De ongeloovige veldwachter Kool verhuist van Graft naar Den Oever, later naar Slootdorp. Daar krijgt hij buren in het gezin van den Zeeuw Laernoes. Hij ontdekt den ernstigen en tevens blijden toon van het echte Christendom. De vriendschap van die gezinnen wordt door den Heere zóó gezegend, dat het boek eindigen kan met het huisgebed van Kool: „Heere wij danken U, dat Gij ons in dit goede land een plaats gegeven hebt. Wij danken U het meest, omdat wij hier U mochten vinden. Vergeef ons onze zonden, en zegen ons om Jezus' wil," Uitvoering tip-top in orde. Prijs zéér laag. Verhaaltrant boeiend, pakkend. De compositie is uitnemend. Maar we noteerden wederom een 12-tal fouten, die we bij den eersten druk al geannonceerd hebben. Waarom die niet verbeterd ? Wel komen we in de eerste 75 bladzijden niets Christelijks tegen. Doch, vooral bij evangelisatie-jeugd, lijkt ons deze methode soms wijs. — Ruimschoots wordt dit bovendien vergoed in het verdere deel. De invloed van de godsvrucht in Laernoes' huis op Kool en de zijnen gaat niet gemaakt, doch zeer natuurlijk. De opzet van den Schrijver om onze jongens van 12 á 14 jaar eenig idee bij te brengen van het machtig werk der drooglegging, mag als geslaagd worden beschouwd. Het boek grijpt, wat dat betreft, hooger dan de gewone amusementslectuur. We zouden de opmerking willen maken, dat op blz. 90 en 120 wel een te oppervlakkige wijze van zalig worden wordt gesuggereerd. Doch in het vervolg overheerscht de diepere waarheid der Schrift. Op jongens der wereld moet de mooi geteekende kracht en blijdschap van het echte Christendom ongetwijfeld een sterken invloed uitoefenen. We, bevelen dit vlotte boek gaarne aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1941 |