|
|
|
Riek ter Braake Pleuntje, druk 1, 117 blz. | meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 12-14 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Pleuntje wil graag onderwijzeres worden, maar haar vader krijgt ontslag uit zijn betrekking. Pleuntje moet de studie opgeven. Wat een teleurstelling. Ze zoekt een betrekking en wordt kindermeisje. Maar ze doet haar werk niet van harte en daarom geregeld verkeerd. Ze wordt weggestuurd. Ze komt dan weer aan den slag bij een paar oudere dames, waarvan de één liggen moet. Hier gaat het wel iets beter. Het einde brengt echter voor Pleuntje een gelukkige oplossing. Haar vader krijgt weer werk. Dus Pleuntje mag weer gaan studeeren. Algemeene op- of aanmerkingen: Het verhaal, dat een heel onbevredigend slot heeft - het is in eens uit, terwijl je het gevoel hebt: er moet nog veel meer komen - bevat wel een leerzame strekking. Het werk, dat we niet gaarne doen, moeten we toch met hulp van God opgewekt verrichten. Wij moeten ons in Gods weg leeren schikken. Godsdienstig gezien is het boekje toch aan den oppervlakkigen kant, terwijl de hierin verwerkte jeugddienst ons ook niet bekoren kan. Het woord Heer wordt in plaats van Heere gebruikt. Conclusie: matig aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937 Open Boekbeoordeling. |
Riek ter Braake Pleuntje, druk 1, 117 blz. | G.K.C.O. (Cartonnen band). 5 t.d.t. Pleuntje leert voor onderwijzeres en heeft er veel plezier in. Maar vader wordt werkloos. Ze moet van school, in dienstbetrekking. Telkens heeft ze te vechten tegen onwilligheid en wrevel. Ze wordt daarom zelfs weggezonden. Tenslotte echter komt alles weer terecht, zoodat ze dóórleeren mag. Typographisch is dit boekje goed verzorgd met uitzondering van de plaatjes, die te onverzorgd zijn. De strekking is wel positief: berustend aanvaarden is wat God vraagt. Ook in verschillende fragmenten is een bouwende bedoeling (zonde der ongehoorzaamheid, 't verkeerde van eigenwilligheid, enz.). Maar 't is een verhaaltje van 13 in het dozijn. Er valt niets bepaald verkeerds van te zeggen, maar ook niets, dat aantrekkelijkheid heeft. 't Is allemaal zoo heel gewoontjes, óók het godsdienstige tenslotte. Wel is goed de figuur van de grootmoeder. We keuren dit boekje niet af, maar we prefereeren verhalen met meer "karakter". | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937 |
Riek ter Braake Pleuntje, druk 2, 117 blz. | meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 12-14 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Pleuntje wil graag onderwijzeres worden, maar haar vader krijgt ontslag uit zijn betrekking. Pleuntje moet de studie opgeven. Wat een teleurstelling. Ze zoekt een betrekking en wordt kindermeisje. Maar ze doet haar werk niet van harte en daarom geregeld verkeerd. Ze wordt weggestuurd. Dan komt zij weer bij een paar oudere dames, waarvan de eene liggen moet. Hier gaat het wel iets beter. Het einde brengt voor Pleuntje een gelukkige oplossing. Haar vader krijgt ook weer werk. Dan mag Pleuntje gaan studeeren bij vernieuwing. Algemeene op- of aanmerkingen: Het boekje heeft een heel onbevredigend slot. Het is alsof er nog veel meer moest komen. Wel is er een leerzame strekking in. Wij moeten ons in Gods weg leeren schikken. De godsdienstige strekking is oppervlakkig en daarom door ons maar matig aanbevolen. Het woord Heer wordt in plaats van Heere gebruikt. Conclusie: matig aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938 Open Boekbeoordeling. |
Riek ter Braake Pleuntje, druk 2, 117 blz. | G.K.C.O. (Cartonnen band). 5 t.d.t. Pleuntje leert voor onderwijzeres en heeft er veel plezier in. Maar vader wordt werkloos. Ze moet van school, in dienstbetrekking. Telkens heeft ze te vechten tegen onwilligheid en wrevel. Ze wordt daarom zelfs weggezonden. Tenslotte echter komt alles weer terecht, zoodat ze dóór-leeren mag. Typographisch is dit boekje goed verzorgd met uitzondering van de plaatjes, die te grof zijn. De strekking is wel positief: berustend aanvaarden is wat God vraagt. Ook in verschillende fragmenten is een bouwende bedoeling (zonde der ongehoorzaamheid, 't verkeerde van eigenwilligheid, enz.). Maar 't is een verhaaltje van 13 in het dozijn. Er valt niets bepaalds verkeerds van te zeggen, maar ook niets, dat aantrekkelijkheid heeft. 't Is allemaal zoo heel gewoontjes, óók het godsdienstige tenslotte. Wel is goed de figuur van de grootmoeder. We keuren dit boekje niet af, maar we prefereeren verhalen met meer „karakter". | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938 |