|
|
|
Quirina Pyari, de circus-heldin uit Engelsch-Indië , druk 1, 54 blz. | Niet van eigen, maar van vreemden bodem. Het zal daarom echter niet minder gretig gelezen worden, want het is boeiend van het begin tot het einde en bevat roerende, maar ook spannende passages. Roerend is reeds aanstonds het sterfbed van de moeder der heldin. Zij heeft aan de zijde van den ruwen, goddeloozen circus-directeur veel te lijden gehad, maar is aan het einde van haar leven in aanraking gekomen met een zendeling en door hem met den Verlosser van zondaren, dien zij in kinderlijk geloof heeft aangenomen. Zij sterft in vrede, nadat zij aan hare jonge, schoone, maar tevens kloeke dochter de zorg voor haar blinde, hulpbehoevende zoontje heeft opgedragen. Voor het meisje vangt thans een tijdperk van geweldigen strijd aan. Zij komt met haar broertje door het Evangelie tot den Heiland, maar moet toch voortgaan hare rollen in het circus van den vader te vervullen. Deze ontziet haar, omdat zij hem zooveel geld inbrengt door hare schoonheid, hare kunst en haar gezang, maar eindelijk komt het tot een botsing, als het meisje weigert om langer op den Dag des Heeren op te treden. De toestand wordt door de woede van den vader voor het meisje hachelijk, maar op eenmaal verklaart zij zich bereid om toch op te treden en zingt dan een Christelijk lied, hetzelfde, dat hare stervende moeder vertroost heeft. De indruk op het circuspubliek is een machtige. Als echter de vader weinige oogenblikken later hare rol in het hok van een tijger overneemt, neemt de geschiedenis eene tragische wending; hij zou zijne stoutmoedigheid bijna met den dood hebben moeten bekoopen en wordt slechts door de tusschenkomst zijner dochter gered. De liefde, hem op een langdurig krankbed door haar bewezen, en een Evangelie-woord door zijn blind kind tot hem gebracht, doen ten slotte de ijskorst van dit harde hart smelten en winnen het voor den Heer. Al is het geen Kerstverhaal, dat hier wordt aangeboden, het zal toch stellig voor velen een welkom Kerstgeschenk zijn. 't Is een welsprekende getuigenis voor de kracht van het Evangelie. Prijs 0.30. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1906 |
Quirina Pyari, de circus-heldin uit Engelsch-Indië , druk 2, 59 blz. | Geïll. omslag. Gecartonneerd en drie plaatjes in kleurendruk. Prijs 30 ct. Dit verhaal verplaatst ons in Achter-Indië. De heer Dan is eigenaar van een circus. Zijn vrouw is onder de prediking van den naastbijzijnden zendeling getrokken en heeft sedert dien tijd van haar man veel te lijden. Zij kwijnt weg en gaat juichende naar den hemel. Pyari, haar dochter, en een blind zoontje, David, blijven achter. Ook zij bezoeken, tegen den zin van vader, de zendingsbijeenkomsten en in beiden - vooral in Pyari - ontwaakt de lust naar betere dingen. Pyari is de gevierde kunstenares van 't circus. Haar vader kan haar niet missen. Den tijger van 't circus weet zij alleen te bedwingen, Nog enkele malen treedt zij op, maar eindelijk weigert ze verdere diensten. Toch geeft zij nog één keer toe, maar zingt voor het talrijke publiek een heerlijk lied, op den zendingspost geleerd. Daarna, gaat ze heen. De voorstelling met den tijger geeft ze niet meer. De vader waagt zich in 't hok, maar de tijger slaat hem neer, en zou hem zeker verscheurd hebben, zoo Pyari niet tusschen beiden was getreden en het woedend dier zijn prooi ontrukt had. Meer dood dan levend wordt de heer Dan uit het circus gebracht. Zijn dochter Pyari verpleegt hem met liefde. Langzaam herstelt hij. Deze ziekte gebruikt de dochter om haren goddeloozen vader met het Evangelie bekend te maken. Op hoeveel tegenstand zij ook stuit, zij houdt aan. Het harde hart des vaders wordt verbroken. Na langen strijd breekt het licht des geloofs door de donkere nevelen heen. Nu kan hij zijn bedrijf niet langer voortzetten. Hij doet het circus van de hand en krijgt, met medewerking van vrienden, een voor hem passende betrekking. Nadat haar vader gestorven is, gaat de wensch van Pyari, om zendingszuster te worden, in vervulling. Van nu aan is zij bezig in het werk, zielen voor haren Heiland te winnen. "Vrij naar 't Engelsch" heet dit verhaal bewerkt. En de Schrijfster heeft het inderdaad op enkele uitdrukkingen na, in goed Nederlandsch gezet. Wat hier verhaald wordt, is niet ongebeurlijk. De voorstelling is levendig en aanschou-welijk; niet al te kleine kinderen zullen er genot in vinden. Jammer, alweer telkens dat "Heer" voor "Heere." Het boekje beveelt zich ook door zijn flinke, duidelijke letter en nette uitvoering alleszins aan. Nu en dan dachten wij, dat Quirina haar heldin wat al te ideaal voor het voetlicht brengt. De teekening van Pyari's vader is in elk geval, zoowel in tijdelijk als geestelijk opzicht, meer natuurlijk. Hoewel dit boekje gedurig zijn Engelsche afkomst verraadt, achten wij het toch om inhoud en strekking aanbevelenswaard. Hier geen plotselinge bekeering, maar een zeer natuurlijke ontwikkeling, vooral bij den heer Dan, die eerst na lange worsteling en strijd tot ware verootmoediging komt voor den Heere. Als de Heere werkt, kan niemand het keeren; en het werk Gods is bestand tegen den felsten tegenstand. Deze waarheden worden in het licht gesteld. Ook zien we hier duidelijk, hoe de liefde alles overwint en de hevigste vijandschap ten slotte zich gewonnen geeft voor den drang der liefde. Van harte aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1913 |
Quirina Pyari, de circus-heldin uit Engelsch-Indië , druk 2, 59 blz. | Pyari is de dochter van een circus-baas, die zijn vrouw door hardheid en willekeur na een treurig leven vroeg ten grave doet gaan. De ongelukkige sterft echter gelukkig en in vrede, want de tijding der verlossing door Christus bereikte haar. Ook Pyari leert dat Evangelie kennen en liefhebben. Daar ze de attractie is van haar vaders circus, dat ook Zondags speelt, komt ze in een moeiijken strijd: haar eerste overwinning is het vaste besluit, om op Zondag niet meer te spelen. Haar vader, die nu in grooten toorn haar rol overneemt, wordt door een tijger bijna gedood, doch op 't laatste oogenblik door haar gered, verder ook verpleegd en gebracht tot het geloof. 't Is alles wel wat vreemd en 't loopt ook wel wat heel goed af; er is, onder wat wij als kinderlectuur hebben, te veel, dat zoo goed afloopt; 't eind is allicht voor allen: ze komen tot het geloof. Dit wordt ook door de kinderen wel gevoeld, al wordt het hun niet altijd klaar bewust. Bovendien is ook het gansch ongewone van het verhaal een bezwaar er tegen. Het mooie, het ernstige, het komische van het gewone leven, dat moesten we voor onze kinderen wat meer beschreven zien. Het verhaal wordt nog al eens afgebroken door breede vertoogen of lange beschrijvingen; de stijl is vrij goed, echter niet frisch en vloeiend. 't Plaatje op den omslag geeft ons geen indruk van Pyari's treffende schoonheid, dat tegenover blz. 40 mist alle verhouding. Wij hebben behoefte aan veel kinderlectuur; onze jeugd verslaat haar duizenden regels. Te gebruiken is het boekje wel voor kinderen van 8 à 10 jaar, sterk aan te bevelen niet. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1913 |