Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



D.J. de Klerk

Precies een gulden, druk 1, 70 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 9-12 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Dries is het zoontje van een weduwe. Met zijn vrienden Henk en Koos gaat hij een dag kampeeren. Koos, van wien de tent is, heeft gezegd, dat hij een rugzak mee moet brengen. Dries haalt nu stiekum een gulden uit de spaarpot van z'n zusje en zegt, dat hij hem van Grootmoeder heeft gekregen. Bij het kampeeren raken ze slaags met woonwagenjongens. Plotseling verstuikt een van deze zijn voet en nu wordt hij op de tent als draagbaar naar de woonwagen gebracht. Ru moet rust houden en de drie vrienden gaan nu venten voor Ru's moeder en verkoopen 100 kleerhangers. Dries heeft geen rust, hij belijdt schuld en spaart een gulden bij elkaar voor de spaarpot van zijn zusje. Die gulden laat Moeder hem echter in de collectezak doen. Dan wordt bij hooge Kerstboomen het Kerstfeest gevierd, waarbij ook Ru, de woonwagenjongen, tegenwoordig is. Algemeene op- of aanmerkingen: De sfeer in dit boekje is niet echt Christelijk. Hier en daar een godsdienstig versierinkje maakt een boekje nog niet Christelijk. 't Gaat alles op rolletjes. De Kerstboom verheerlijkt. Ook de correctie had beter kunnen zijn (blz. 69 onderaan). Het boekje is modernistisch. Het woord Heer wordt in plaats van Heere gebruikt.
Conclusie: niet aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937

Open Boekbeoordeling.
D.J. de Klerk

Precies een gulden, druk 1, 70 blz.
G.K.C.O. (Cartonnen band). 4 z.p. Doelende op het thema uit een onzer beoordeelaars de verzuchting: "Van de dronkenschap-boekjes zijn we tegenwoordig wel verlost; wie verlost ons van de kruimel-diefstal-boekjes ?" De korte inhoud van dit boekje is als volgt weer te geven: Dries, zoon van een arme weduwe, wil graag een rugzak hebben om met zijn vriendjes, Koos en Henk, te kampeeren, en wetende, dat moeder den noodigen gulden niet missen kan, neemt hij dien stilletjes weg uit den spaarpot van zijn zusje, moeder voorliegende, dat hij hem van grootmoeder gekregen heeft. Door allerlei wederwaardigheden (een twist met woonwagenjongens, een feestje op school, waarbij hij en zijn vriendjes geprezen worden, enz.) spreekt telkens de stem van zijn geweten: "Gij hebt kwaad gedaan, en zult geen vrede hebben, vóór dit beleden is." Intusschen heeft Dries gespaard, om moeder den gulden te kunnen teruggeven. 't Wordt sterk ijs; meester zal met de jongens van zijn klas een wedstrijd houden; Dries heeft geen schaatsen; kan ze van zijn spaargeld wel koopen, maar overwint die verzoeking, geeft moeder 't geld, en belijdt zijn schuld. Moeder is zeer blij om de schuldbelijdenis en laat Dries den gulden offeren in de collecte voor de armen op 't Kerstfeest. Al hebben wij vurige wenschen, het is zéér verkeerd, als wij daaraan door slechte middelen zoeken te voldoen. Tegen zulke zonden is alleen bij den Heere hulp te vinden en wij moeten die biddend zoeken. Dat is de goede bedoeling van dit verhaal. We hebben echter een ernstig bezwaar, nl, dat dit boekje zóó maar met een vrij ernstigen diefstal begint, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is. Dat klopt ook niet op de verdere karakterteekening van Dries. Door deze fouten verliest het verhaal voor ons bezef zeer veel aan waarde. Buitendien is de evangeliseerende inslag zwak. Het boekje heeft een zéér kleurigen omslag van Jan Wiegman, die den lezers stellig een genoegen zal zijn. Onze aanbeveling geschiedt om bovenvermelde redenen onder veel voorbehoud.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937

D.J. de Klerk

Precies een gulden, druk 1, 70 blz.
Klerk, D.J. de Precies een gulden
Een protestant-christelijk jeugdboek uit de jaren 1935 - 1940, voortbordurend op het stramien van schuld en boete. Dries' moeder is weduwe en verdient de kost als naaister. Breed hebben ze het zeker niet en Dries weet dan ook wel dat zijn hartewens, een rugzak van een gulden, niet gehonoreerd zal worden. Maar Dries wil zo graag meedoen met zijn vrienden als ze er samen op uit trekken. Zijn vriend Koos had het nog z6 gezegd: "Zie dat je eenrugzak krijgt, dat hOort zo bij het kamperen." Een kind wil niet graag afsteken bij anderen. Dries besluit een gulden te lenen uit de spaarpot van zijn kleine zusje. Hij neemt zich heilig voor het geld er weer in te doen als hij weer wat geld verdiend heeft met boodschappen doen voor de buurvrouw. Er is een probleem. Bij zijn moeder moet hij de aankoop verantwoorden. Dries zegt dat hij het geld van grootmoeder heeft gekregen. Die is potdoof en niet te beschreeuwen, dus zal moeder daar vast geen navraag doen. Maar het geweten knaagt. Hij is een dief en een leugenaar. Tenslotte Kan Dries het niet meer harden en biecht hij alles op. Een gulden is een hele som voor een kind uit de magere dertiger jaren en moeizaam sprokkelt Dries de centjes bijelkaar om zijn schuld af te lossen. Als het gaat vriezen, krijgt Dries het helemaal moeilijk. Hij heeft als enige van zijn klas, geen schaatsen. En juist worden er oude schaatsen aangeboden van 75 cent. En Dries heeft dat bedrag ruim in de zak! Zijn betere ik behaalt de overwinning. Hij brengt het geld naar zijn moeder. Gaat de gulden nu weer terug in zusjes' spaarpot? Nee, zijn moeder doet het met kerst in de collectezak van de kerk. En zo wordt een schuld weer vereffend.
Met een kwartje de wererld rond, Toos M. Saal-Zuurveen, 1999, 1938
D.J. de Klerk

Precies een gulden, druk 2, 70 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 12-14 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Dries is het zoontje van een weduwe. Met zijn vrienden Henk en Koos gaat hij een dag kampeeren. Koos, van wien de tent is, heeft gezegd, dat hij een rugzak mee moet brengen. Dries haalt nu stiekum een gulden uit de spaarpot van z'n zusje en zegt, dat hij hem van Grootmoeder heeft gekregen. Bij het kampeeren raken ze slaags met woonwagenjongens. Plotseling verstuikt een van deze zijn voet en nu wordt hij op de tent als draagbaar naar de woonwagen gebracht. Ru moet rust houden en de drie vrienden gaan nu venten voor Ru's moeder en verkoopen 100 kleerhangers. Dries heeft geen rust, hij belijdt schuld en spaart een gulden bij elkaar voor de spaarpot van zijn zusje. Die gulden laat Moeder hem echter in de collectezak doen. Dan wordt bij hooge Kerstboomen het Kerstfeest gevierd, waarbij ook Ru, de woonwagenjongen, tegenwoordig is. Algemeene op- of aanmerkingen: De sfeer in dit boekje is niet echt Christelijk. Hier en daar een godsdienstig versierinkje maakt een boekje nog niet Christelijk. 't Gaat alles op rolletjes. De Kerstboom verheerlijkt. Het boekje is modernistisch. Het woord Heer wordt in plaats van Heere gebruikt. Nieuwe spelling.
Conclusie: niet aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938

Open Boekbeoordeling.
D.J. de Klerk

Precies een gulden, druk 2, 70 blz.
G.K.C.O. (Cartonnen band). 4 z.p. Doelende op het thema slaakt een onzer beoordeelaars de verzuchting: „Van de dronkenschap-boekjes zijn we tegenwoordig wel verlost; wie verlost ons van de kruimel-diefstal-boekjes ?" De korte inhoud van dit boekje is als volgt weer te geven: Dries, zoon van een arme weduwe, wil graag een rugzak hebben om met zijn vriendjes, Koos en Henk, te kampeeren, en wetende, dat moeder den noodigen gulden niet missen kan, neemt hij dien stilletjes weg uit den spaarpot van zijn zusje, moeder voorliegende, dat hij hem van grootmoeder gekregen heeft. Door allerlei wederwaardigheden (een twist met woonwagenjongens, een feestje op school, waarbij hij en zijn vriendjes geprezen worden, enz.) spreekt telkens de stem van zijn geweten: „Gij hebt kwaad gedaan, en zult geen vrede hebben, vóór dit beleden is." Intusschen heeft Dries gespaard, om moeder den gulden te kunnen teruggeven. 't Wordt sterk ijs; meester zal met de jongens van zijn klas een wedstrijd houden; Dries heeft geen schaatsen; kan ze van zijn spaargeld wel koopen, maar overwint die verzoeking, geeft moeder 't geld, en belijdt zijn schuld. Moeder is zeer blij om de schuldbelijdenis en laat Dries den gulden offeren in de collecte voor de armen op 't Kerstfeest. Al hebben wij vurige wenschen, het is zéér verkeerd, als wij daaraan door slechte middelen zoeken te voldoen. Tegen zulke zonden is alleen bij den Heere hulp te vinden en wij moeten die biddend zoeken. Dat is de goede bedoeling van dit verhaal. We hebben echter een ernstig bezwaar, n.l. dat dit boekje zóó maar met een vrij ernstigen diefstal begint, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is. Dat klopt ook niet op de verdere karakterteekening van Dries. Door deze fouten verliest het verhaal voor ons besef zeer veel aan waarde. Buitendien is de evangeliseerende inslag zwak. Het boekje heeft een zéér kleurigen omslag van Jan Wiegman, die den lezers stellig een genoegen zal zijn. Onze aanbeveling geschiedt om bovenvermelde redenen onder veel voorbehoud.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938