|
|
|
H. Christina Koster Rietje vergeet haar belofte niet, druk 1, 28 blz. | jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 8-10 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Piet en Riet zijn pas twee weken met hun ouders terug uit Indië. Met neef en nicht Jan en Nan zijn ze bij Grootvader, die bij de ouders van Jan en Nan woont. De ouders van Piet en Riet hebben gebroken met den godsdienst. Piet en Riet maken een kerk-Zondag mee. Ook één, als Grootva bij hun ouders logeert. Riet gaat een keer alléén naar de kerk: ze vergeet haar stuivertjes. Ze verkrijgt van vader de belofte, dat hij nog een keer met haar zal gaan. Een bezoek bij ouwe Bartje doet ook moeder kleuren. Vader maakt den beloofden kerkgang met Rietje en dat wordt voor hem, afkeerig kind, de wederkeer. Riet en Piet worden gedoopt. Algemeene op- of aanmerkingen: Vlot geschreven. De "wederkeer" van de afgedwaalden wordt wel heel eenvoudig geteekend, maar is voor de kinderen nog juist voldoende. Nieuwe spelling. Conclusie: aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1939 Open Boekbeoordeling. |
H. Christina Koster Rietje vergeet haar belofte niet, druk 2, 28 blz. | G.K.O. 7 t.d.t. Rietje, met haar broertje Piet, en haar ouders zijn met verlof uit Indië hier. Maar Riet en Piet weten van geen Bijbel en geen bidden. Ze mag mee naar de kerk, waar een kindje gedoopt wordt. Maar vader wil van niets weten. Tot hij zich toch laat bewegen, om eens mee te gaan. Daar wordt hij getroffen: hij erkent, met z'n vrouw, tot de „afkeerige kinderen" te behooren. Dan wordt alles anders. En de beide kinderen worden gedoopt, tot groote blijdschap der grootouders. In Indië zullen ze het nieuwe leven leiden naar den eisch van het Verbond. De titel geeft den inhoud niet goed weer, raakt de hoofdzaak niet en is ook op zichzelf niet mooi. In dit boekje van 28 pagina's komen zóóveel menschen ten tooneele, dat 't wat druk doet. En de vertelling, hoe vlot overigens ook, is wat abrupt. Toch vinden we dit boekje wel goed. Maar 't komt ons voor, dat dit een verhaaltje is, geschikt om bij gedeelten aan kinderen voor te lezen en dan er tusschen door nog wat meer ervan te vertellen en verklaren. De strekking is best. De uitdrukking op pag. 25: „Dat water op mijn hoofd betekent, dat de Heere Jezus mijn hartje schoon wast", is veel beter bedoeld dan gezegd. Het is een uitnemende gedachte, de beteekenis van den Heiligen Doop te verklaren, maar dan moet dat zoo goed mogelijk. Waarom heeft de schrijfster met deze opmerking, gemaakt bij den eersten druk, geen rekening gehouden? De uitvoering is onberispelijk. Aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940 |