|
|
|
Heleen Rondom grootvader, druk 1, 78 blz. | G. K. C. 0. 11 t. d. t. 80 cent. Heleen heeft veel omhaal van woorden, ofschoon haar bedoeling wel goed is. Daardoor wordt het verhaal weinig belangrijk, er zit niet veel "clou" in. De auteur geeft een stukje kinderleven, waarin de karakters in hun deugden en gebreken geteekend zijn. De strijd van Hannie, (die niet van het ijsvermaak genieten kan) om zich te verloochenen, is goed weergegeven. Er is opvoedkundige waarde in. En de strekking, tegen afgunst te waarschuwen, verdient lof. We treffen hier weer den Kerstboom aan; echter moet er terstond worden bij gevoegd, dat hij bij de feestviering ditmaal eens niet het middelpunt is. De Schrijfster is te weinig gekuischt in haar taal. Uitdrukkingen als patsjalorie, gek kind, verdraaid moppig, lam wicht, oer stom, zouden bijna al volstaan om het boekje een afkeuring onzerzijds te bezorgen. We bevelen deze kerst- en oudejaarsgeschiedenis daarom onder voorbehoud aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1926 |