|
|
|
Jeanne Marie Sterke Jo, druk 1, 121 blz. | G.K.C.O. (Cartonnen band). 15 t.d.t. Dit is een boek met veel handeling en veel complicatie. Jo, het dochtertje van Mevr. de Wed. Denekamp, mag bij haar tante Loes komen logeeren in de Kerstvacantie. Dat gaat echter over, want juist komt in die dagen een Indische familie, als pensiongasten, kamers huren. En daarvan moet moeder leven. Jo wordt kribbig, doet onvriendelijk tegen het oudste dochtertje, die van haar kant ook "hoog" doet tegenover Jo. Ze klaagt telkens haar nood aan tante Loes, want volgens Jo verstaat alleen deze haar moeilijkheden. Dat het Duitsche dienstmeisje haar vacantie opoffert voor Mevr. Denekamp, heeft weinig invloed op Jo. Verschillende plagerijen verergeren de heerschende spanning. Bij de Kerstfeestviering komt de zaak in orde. Jo leert inzien, dat ze zich zelf in den weg stond, meende zelf sterk te zijn zonder Gods hulp in te roepen en daarop te steunen. De verhoudingen worden totaal anders; Jo komt tot waarachtige schuldbelijdenis en zoekt in het gebed kracht bij haar Heiland. De strekking is uit dezen korten inhoud reeds duidelijk: Geef niet toe aan booze nukken, strijd in 's Heeren kracht tegen karakterzonden, bestrijd opkomende wraakgierigheid, wees hulpvaardig jegens den naaste. Het godsdienstig element hadden we graag wat positiever gezien. We misten dat vooral bij de raadgevingen van tante Loes, die volstaat met opmerkingen als: "sterk zijn", "de tanden op elkaar zetten". Ze had haar nichtje aan de voeten van den Heiland moeten brengen. In het slot klinkt echter weer de echte diep Christelijke toon, waarom we niet aarzelen, dit boek aan te bevelen. (We vinden de plaatjes van Annie v. d. Ruit nog altijd te wild en te weinig geacheveerd). | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937 |
Jeanne Marie Sterke Jo, druk 1, 121 blz. | meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 13 jaar; algemeene strekking. Kort inhoud: Met gemengde gevoelens lazen we dit boekske. Mooi is de figuur van Jo Denekamp geteekend, die zich in zoo menige levensomstandigheid zwak gevoelt en toch flink wil zijn. Zij komt in conflict met een pensiongastje in haar huis, Grace Johnson genaamd, wie zij herhaaldelijk onaangenaam is, doch die op haar beurt ook Jo het leven verbittert, o.a. door een krantenhangertje, 't welk Jo's moeder eens zelf vervaardigde en aan haar man ten geschenke deed, smadelijk te verachten. Jo's tante, Loes, heeft veel met haar nicht op. Beiden correspondeeren veel met elkaar, doch als tante eens overkomt, bespreekt zij Jo's moeilijkheden gansch niet, waardoor Jo gaat bemerken, dat zij een anderen weg moet inslaan. Jo bekomt vrede aan den voet van het Kruis. Zij neemt zich voor, haar onverzoenlijkheid te laten varen, biedt aan Grace de hand der verzoening en betuigt haar leedwezen over vroegere gedragingen. Beide meisjes worden nu hartelijke vriendinnen. Algemeene op- of aanmerkingen: Ongetwijfeld is er veel leerzaams in dit boekje. Wat ons echter niet bevredigt, is die oppervlakkige Kerstfeestviering; de feestvreugde bestaat hierin, dat men elkander geschenkjes geeft en op chocolademelk getracteerd wordt. Dat de ware Kerstvreugde hierin bestaat, dat Christus gestalte krijgt en het van schuld verslagen zondaarshart door de werking des Heiligen Geestes, daarover wordt niet gesproken. Jo is een ander mensch geworden; zij verliest haar stugheid, doch over bekeering en wedergeboorte, die zulks bewerken, wordt niet gesproken. Ook had de schrijfster het holle, leege van St, Nicolaasvieren en Kerstboomvreugde moeten aantoonen. Zij had daarvoor zoo mooie gelegenheid. Dat zij dit niet deed, vermindert de waarde van dit boek. Conclusie: niet aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937 Open Boekbeoordeling. |
Jeanne Marie Sterke Jo, druk 2, 121 blz. | G.K.C.O. (Cartonnen band). 15 t.d.t. Dit is een boek met veel handeling en veel complicatie. Jo, het dochtertje van Mevr. de Wed. Denekamp, mag bij haar tante Loes komen logeeren in de Kerstvacantie. Dat gaat echter over, want juist komt in die dagen een Indische familie, als pensiongasten, kamers huren. En daarvan moet moeder leven. Jo wordt kribbig, doet onvriendelijk tegen het oudste dochtertje, die van haar kant ook „hoog" doet tegenover Jo. Ze klaagt telkens haar nood aan tante Loes, want volgens Jo verstaat alleen deze haar moeilijkheden. Dat het Duitsche dienstmeisje haar vacantie opoffert voor Mevr. Denekamp, heeft weinig invloed op Jo. Verschillende plagerijen verergeren de heerschende spanning. Bij de Kerstfeestviering komt de zaak in orde. Jo leert inzien, dat ze zich zelf in den weg stond, meende zelf sterk te zijn zonder Gods hulp in te roepen en daarop te steunen. De verhoudingen worden totaal anders; Jo komt tot waarachtige schuldbelijdenis en zoekt in het gebed kracht bij haar Heiland. De strekking is uit dezen korten inhoud reeds duidelijk: Geef niet toe aan booze nukken, strijd in 's Heeren kracht tegen karakterzonden, bestrijd opkomende wraakgierigheid, wees hulpvaardig jegens den naaste. Het godsdienstig element hadden we graag wat positiever gezien. We misten dat vooral bij de raadgevingen van tante Loes, die volstaat met opmerkingen als: „sterk zijn", „de tanden op elkaar zetten". Ze had haar nichtje aan de voeten van den Heiland moeten brengen. In het slot klinkt echter weer de echte diep Christelijke toon, waarom we niet aarzelen, dit boek aan te bevelen. (We vinden de meeste plaatjes van Annie v. d. Ruit nog altijd te wild en te weinig geacheveerd). | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940 |