Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



W. Schippers

Strumpelkenshoef, druk 1, 174 blz.
G. 0., papieren band, 2 z. p. Een stroopersverhaal met veel dramatische verwikkelingen, veel onwaarschijnlijkheden en met een godsdienstig slot. Jakob Knubbe is langen tijd strooper geweest, maar sinds zijn huwelijk doet hij daar niet meer aan. Als hij in financieele moeilijkheden gekomen is, koopt hij een paard bij Gerard Strumpel, onder voorwaarde, dat hij de koopsom op een bepaalden dag moet betaald hebben. Om dit geld te krijgen, gaat Knubbe weer smokkelen, doch hij houdt hiermee op, zoo spoedig hij Strumpel heeft betaald. Om nu niet meer in de verleiding te komen, verkoopt hij z'n geweer aan z'n broer Nardus, die zich wegens mishandeling van een veldwachter in 't buitenland moet schuilhouden. Ongelukkigerwijze wordt in den nacht, dat Knubbe het geweer over de grens gaat brengen, de oude veldwachter bij ongeluk doodgeschoten door een vroegeren minnaar van Knubbe's vrouw. Jakob Knubbe wordt van den moord verdacht en gevangen genomen. Ter terechtzitting komt z'n onschuld aan het licht en wordt de eigenlijke schuldige gevangen genomen. Later brandt de hoeve van Strumpel af en Jakob Knubbe maakt zich verdienstelijk door de redding van Strumpels dochter. Dit wordt hem ruimschoots beloond, doordat hij door de hulp van Strumpel nu tot maatschappelijken welstand komt. Nardus wordt Strumpels vertrouwde knecht. Door den arbeid van een verpleegster komt Strumpels dochter tot een nieuw leven. Er zijn in dit boek zeer zeker spannende gedeelten, die "echt Schippers" zijn, levendig en pakkend. Maar er zijn evenzeer beschrijvingen en uitweidingen, die stellig te breedsprakig zijn. De karakters zijn goed getroffen. Misschien is de strekking, dat de onschuld zegeviert op het onrecht. Misschien ook, dat God door een eenvoudig woord afgedwaalden kan terechtbrengen. Maar als dit laatste het geval is, dan had de schrijver niet op de laatste 10 bladzijden eerst over den godsdienst moeten gaan spreken. En dan is het nog een eigenaardig soort godsdienst: "Nu leerde ze het verstaan, dat het er niet in de eerste plaats om ging, of men Roomsch of Protestant was, maar dat de hoofdzaak was, dat men zich leerde kennen in het licht van God." Het godsdienstig gehalte is te oppervlakkig, om dit verhaal te kunnen rangschikken onder goede Evangelisatielectuur. We aarzelen, het aan te bevelen: hoogstens zou in 't gunstigste geval voor de oudste leerlingen misschien dienst kunnen doen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1934