|
|
|
Johanna Breevoort Teruggeroepen, druk 1, 125 blz. | G. K. C. 0. 18 t.d.t. f 1.10. (Band 45 ct.). "Teruggeroepen" beschrijft op de bekende, degelijke manier van Johanna Breevoort een stuk levensgeschiedenis van Lotje, die leefde in de dagen van de Doleantie. Ze is de dochter van een vrome weduwe, verlaat moeders huis en dorp. In Rotterdam is haar een betrekking aangeboden als kinderjuffrouw in een familie van gegoeden stand. Lotte heeft dit aanvaard om moeder te steunen. Moe en Lotte zijn met de Doleantie meegegaan. Hierom moet ze veel spot verduren, inzonderheid van het derde meisje. Lotte maakt kennis met de familie Harmsen, behoorende tot de Geref. Kerk. Het echtpaar Harmsen leeft oppervlakkig; ook ontbreekt in dit gezin Christelijke opvoeding en tucht. Lotte worstelt er aanvankelijk tegen maar wordt ál meer meegevoerd; verzuimt allengs het lezen van Gods Woord; haar hart veroordeelt haar; ze krijgt de wereld lief. De Harmsens hebben haar meegetroond op een Zondag naar den Plas, om schaatsen te rijden; dit wordt bekend bij de dienstboden, waarop nog meer spot over de doleerenden wordt uitgestort. Gods Naam wordt om harentwil gelasterd. Ze breekt haar omgang met de Harmsens af, erkent tegenover de spottende dienstbode haar zondig gedrag, bidt den Heere om genade en leeft weer in Zijn gemeenschap. Mevrouw ontslaat Lotte omdat deze de kinderen uit Gods Woord vertelt, Christelijke liederen en ook bidden leert. Eén der kinderen wordt ernstig ziek en roept steeds om Juf. De Dokter adviseert, Lotte terug te roepen. Dit geschiedt en straks komt ook Mevrouw tot bekeering. Dit verhaal, dat reeds als feuilleton in een onzer Christelijke bladen voorkwam en nu onze kinderlectuur vermeerdert en verrijkt, had wel een kleine omwerking mogen ondergaan. We staan nu 40 jaar na de Doleantie. Buiten de Geref. kringen zijn er velen die dien naam niet verstaan. Ook wat betreft den dikwijls voorkomende spot is het gevaar niet klein dat deze door de kinderen wordt overgenomen. vooral waar het den deun betreft: "doleeren, doleeren, de kerk die is kapot". Daarmee zijn dan ook onze eenige bezwaren genoemd. De strekking is voortreffelijk. Helder wordt aangetoond, dat het niet voldoende is te behooren tot een zuivere Kerk, zoo men het nog stellen kan zonder Gods verborgen omgang. Daarom ook het herhaald vermaan: "Hebt de wereld niet lief". De verleiding, afwijking en berouwvolle wederkeering van Lotte is zeer goed beschreven. Dit boek is een aanwinst. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1926 |