|
|
|
J.C. de Koning Toch goed gekomen, druk 1, 77 blz. | jongensboek; algemeene strekking. Korte inhoud: Het is onder de jongens toch goed gekomen. Ze hebben wel eens ruzie en wraakplannen. Daar is er een, dien ze niet kunnen uitstaan. Dat is Barend, die op de boerderij "Nooit zonder zorgen" woont. Barend is een laffe jongen, een klikker, een stiekemerd. Hij is verwend. Z'n moeder gelooft alles wat hij zegt. Tijdens een onweer gaat de boerderij in vlammen op. Barend, die thuis ziek ligt, vanwege een ongeluk, dat hem door zijn eigen schuld is overkomen, wordt met moeite door Wim's vader onder dak gebracht. De rampen hebben een goede uitwerking. Barend belijdt schuld; de trotsche, hoogmoedige boerin van "Nooit zonder zorgen" leert inzien, dat aardsch bezit vergankelijk en onbetrouwbaar is. De arbeider Harms en zijn vrouw danken God, Die alles zoo ten beste beschikt had. Algemeene op- of aanmerkingen: Een goed en mooi jongensboek, waarin de karakterfouten van hoogmoed en verwaandheid juist geteekend zijn. Vooral treft ons de edelmoedige daad van Harms, die uit liefde en om 's Heeren wil het gezin van "Nooit zonder zorgen" helpt. Het boek heeft opvoedkundige waarde, waaruit voor allen te leeren valt. Conclusie: warm aanbevolen voor Z.S. | |
J.C. de Koning Toch goed gekomen, druk 1, 77 blz. | G. K. 0. 6 z. p. 5 t. d. t. f 0.40, gec. f 0.50. Een echt jongensboek. Wim Harms is de voorman. Zijn tegenstander en tegenhanger is Barend van den boer van "Nooit zonder zorgen". Een verwend zoontje, verklikker en verrader. Verschillende tooneeltjes spelen zich door wraakzucht en nijd tusschen hen af. Barend, door Willems vader uit het brandende huis gered, wordt met Wim verzoend. "Toch goed gekomen". Ontegenzeggelijk is de verhaaltrant pittig. Toch verraadt het verhaal, dat het wat vluchtig in elkaar werd gezet. Een zinnetje als op blz. 68 bewijst dit: "Het eenige wat gered kon worden, was het vee, dat in dezen tijd zich buiten den stal bevond." Dat behoefde immers niet te worden gered? De plaatjes van Henk Poeder hebben we jaren achtereen geprezen. Ze verdienen dat ook om de zorgvuldigheid, waarmee ze zijn afgewerkt. Die zorgvuldigheid evenwel missen we tot onzen spijt dezen keer. Een boerderijbrand waarbij geen mensch te zien is (zooals op op de omslagteekening) is toch al 'n heel onjuiste uitbeelding van een dramatisch gebeuren. We geven toe, dat dit niet een integreerend bezwaar is, maar wat gedaan wordt, moet goed gedaan worden. De strekking is gezond schriftuurlijk. Het Christendom van Wims ouders is als het zoutend zout. Er wordt hier over het geloof niet veel geredeneerd, maar het toont zich in daden. Over het "gelukkige ongeluk" hebben we meermalen het onze gezegd. We bevelen dit boekje aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1934 |
J.C. de Koning Toch goed gekomen, druk 2, 77 blz. | G.K.C.O. (Cart. band) 6 z.p. 5 t.d.t. Een echt jongensboek. Wim Harms is de voorman. Zijn tegenstander en tegenhanger is Barend van den boer van „Nooit zonder zorgen". Een verwend zoontje, verklikker en verrader. Verschillende tooneeltjes spelen zich door wraakzucht en nijd tusschen hen af. Barend, door Willems vader uit het brandende huis gered, wordt met Wim verzoend. „Toch goed gekomen". Ontegenzeggelijk is de verhaaltrant pittig. Toch verraadt het verhaal, dat het wat vluchtig in elkaar werd gezet. Een zinnetje als op blz. 68 bewijst dit: „Het eenige wat gered kon worden, was het vee, dat in dezen tijd zich buiten den stal bevond." Dat behoefde immers niet te worden gered? De strekking is gezond schriftuurlijk. Het Christendom van Wims ouders is als het zoutend zout. Er wordt hier over het geloof niet veel geredeneerd, maar het toont zich in daden. Over het „gelukkige ongeluk" hebben we meermalen het onze gezegd. We bevelen dit boekje aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940 |