|
|
|
N.M. Schouten Toen Frekie weg was, druk 1, 60 blz. | jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 8-9 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Frekie is een hondje, dat boer Schuurman aan Leendert Tensen ten geschenke geeft. Dit knaapje trekt er met zijn vriendje Tjerk Woudstra op uit om het beestje bij den boer te halen. Na hun vertrek van de hofsteden klimmen zij op een vrachtauto en zetten het hondje, dat zich in een mand bevindt, ook daar op. Later springen zij van de auto, omdat zij tot hun schrik bemerken, dat de chauffeur een andere richting inslaat, doch het hondje laten zij tegen wil en dank in de wagen. Leendert geeft Tjerk de schuld; deze had het laatst op den hond gepast, de mand gedragen, had dus ook bij het verlaten van de auto voor hem moeten zorgen. Tjerk wordt boos op Leendert en verlaat hem. Leendert zint op wraak en zal Tjerks konijn verdrinken, doch wordt op het laatste nippertje van zijn booze daad weerhouden. Hij heeft berouw en gaat met vader, Leendert om vergeving vragen. Het hondje was op dien middag gevonden door Kees den slager; hij deed het mandje open en het diertje liep naar den boer terug. Daar zijn vader en zoon Tensen het beestje wezen halen. Algemeene op- of aanmerkingen: Het verhaaltje op zichzelf is wel aardig, toch bevelen we het om zijn oppervlakkige strekking niet aan. Op blz. 15 wordt ieder, die gelooft, dat in den Kerstnacht de Zaligmaker is geboren, zalig gesproken; dien geeft God het eeuwige leven. Voorts: alles is goed op het Kerstfeest; ook omdat het hondje terecht is, 't welk op het Kerstfeest een rood fluweelen bandje om zijn hals krijgt, want, had Nel gezegd: Op het Kerstfeest moet Freekje mooi zijn. Die moest dus mede de feestvreugde volmaken. Nieuwe en oude spelling. Conclusie: niet aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938 Open Boekbeoordeling. |
N.M. Schouten Toen Frekie weg was, druk 1, 60 blz. | G.K.C.O. 4 t.d.t. Leenden Tensen, wiens hondje is overreden, mag met zijn vriendje Tjerk Woudstra een ander hondje, Frekie, halen bij den melkboer. Terug naar huis klimmen ze op een auto, en als die na eenigen tijd den verkeerden kant opgaat, vergeten ze 't mandje met 't hondje, dat later van den auto geslingerd wordt. Leendert geeft Tjerk de schuld, en als hij later 't mandje in 't water vindt en denkt, dat Frekie verdronken is, komt 't booze plan in hem op, Tjerk's konijn te stelen en te verdrinken. Maar als hij dat plan 's avonds, tegen de vermanende stem van zijn geweten in, wil uitvoeren, hoort hij bij Woudstra door de radio zingen: De groote Schepper aller dingen, enz. Dit brengt hem tot nadenken en berouw; hij belijdt thuis aan Vader, wat hij heeft willen doen. Deze neemt hem mee naar Woudstra om vergeving te vragen. Gelukkig komt Frekie ook terecht en kan Leendert 's avonds knielende danken voor de bewaring tegen 't kwaad en bidden om vergeving voor zijn zondige wraakzucht. Jongens van een jaar of tien twaalf zullen het boekje graag lezen. Maar de beschrijving van Leendert's vondst in de vaart is voor gevoelige naturen wel wat al te plastisch. De strekking is schriftuurlijk; de uitwerking van het gegeven vlot. Aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938 |