Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



T. Bokma

Zij die de zee bevaren , druk 1, 93 blz.
G. K. C. 0. 5 t. d. t. 80 cent. "Een historisch verhaal, bewerkt naar het dagverhaal van den scheepsdokter J. Hanau en dat van den eersten stuurman H. Vierow", aldus luidt de ondertitel van dit boekje, dat de schipbreuk vertelt der bark "Jan Hendrik" op de St. Paulusrotsen en het verblijf der gestrande schepelingen op die onherbergzame, woeste steenmassa's, midden in den Atlantischen Oceaan. De reis, tot aan het noodlottig oogenblik van de stranding, wordt eerst beschreven; dan volgt de teekening van het zware lijden der schepelingen; physisch door dorst en ontbering, psychisch door de herhaaldelijk teleurgestelde hoop op redding. Eindelijk lezen we het verhaal van de geredden, van de eene groep, die door een schip werd opgepikt, van de andere, die in een boot is uitgegaan, om een vaartuig dat aan den horizont voorbijvoer te waarschuwen, maar dat niet heeft bereikt en toen is doorgevaren tot eindelijk aan de Braziliaansche kust kon worden geland. Zoowel de uiterlijke vorm van het boek, als de mooie, heldere druk trekt aan. Ook is de geschiedenis goed verteld, en dat de schrijver nu eens den dokter en dan den eersten stuurman zelf laat vertellen, zet levendigheid aan het verhaal bij. De dichter Ter Haar heeft, toen hij deze geschiedenis in versvorm bracht, 't noodig geacht, achter zijn dichtstuk eenige ophelderende aanteekeningen te plaatsen, en het zou niet ongewenscht zijn geweest, als de auteur dit ook had gedaan, want er komen nogal enkele technische termen in voor, die onze jongens moeilijk zullen begrijpen, als bijv.: bezaansmast, glazen slaan, lij, kluiver, fokkeschoot, giek, de rasten, pagaaien. Zoo geeft bijv. Ter Haar zelf een duidelijke verklaring van acht glazen slaan, en waar dit voor volwassen publiek dienstig was, zal het dit stellig voor de jeugd niet minder het geval zijn. "Zij, die de zee bevaren" is de titel; en onwillekenrig associeeren zich bij ons dan daaraan de volgende regels: "Met schepen rijk bevracht, zien op de groote baren Gods wijsheid, gunst en macht". Welnu, te laten zien, hoe in den grootsten nood de Heere een machtig uithelper is, hoe Hij kan verlossen, waar alle menschenhulp faalt, ook om te doen zien, hoe machteloos de mensch in zichzelf is en hoe dwaas het ijdel zelfbetrouwen is, kan dit verhaal dienen. Wij bevelen dit verhaal mitsdien met genoegen aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1927