Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



A. van der Flier

Uit het leven van een held, druk 1, 112 blz.
Het was een goede gedachte van Mej. Van der Flier voor onze jeugd eens iets uit het leven van Piet Hein te vertellen. Michiel de Ruyter kennen onze jongens over het algemeen wel. Van Piet Hein weten ze niet veel meer dan "zijn naam is klein, zijn daden bennen groot, hij heeft gewonnen de zilvervloot." De schrijfster is er wel in geslaagd het verhaal aantrekkelijk te maken. De vele boeiende tooneeltjes: Piet Hein als galeislaaf; zijn ontdekking van het verraad der Engelschen op Ambon; de verovering van San Salvador; de overwinning in de Allerheiligenbaai; het buit maken der zilvervloot - zullen de belangstelling der jeugdige lezers wel gaande houden. Dat Piet Hein een godvruchtig zeeman was, die naast het werken ook het bidden, naast het bidden ook het werken had geleerd, komt in het verhaal duidelijk uit. Het Schriftwoord, dat de godzaligheid een belofte heeft, niet alleen voor het toekomende, maar ook voor het tegenwoordige leven, wordt in de geschiedenis van Piet Hein - van visschersjongen tot admiraal - wel bevestigd. Ook het tegengestelde, dat de zonde vaak reeds in dit leven haar straf vindt, wordt door de schrijfster geteekend in den levensloop van Allert Schouten, Piet Heins schoolmakker. Jammer dat niet alle gedeelten met evenveel zorg zijn bewerkt. De zedelijke lessen, die de schrijfster geven wil, komen soms uit den mond van personen, van wie men die niet op die wijze kan verwachten. Ook de woordenkeus laat hier en daar wel wat te wensen over. Op blz. 8 b.v. lezen we van Symon, jonger broertje van Piet Hein, ongeveer 8 jaar oud: "Symon had met critischen blik geluisterd naar dit omstandig verhaal." Dit omstandig verhaal komt uit den mond van Piet Hein, die in twee zinnen, samen 5 regels druks, de inneming van den Briel vertelt. Weinig natuurlijk is het, dat een moeder tot haar tienjarige zoontje zegt, dat hij maar een knap ambacht moet leeren, want "Dan verdien je een mooi daggeld en kan je nog eens af en toe een Carolusgulden op zij leggen voor den schralen tijd en op je ouden dag ben je - als God het wil - een gezeten burger." {blz. 9) Nog onnatuurlijker echter komt het ons voor, dat gevangenen die als verraders ieder oogenblik hun doodvonnis kunnen verwachten, over niets anders klagen, dan over hun gemis van "ham en eieren" en van "thee" en "edroogde vischjes met rijst". (blz. 61). De nauwkeurigheid laat eveneens wel wat te wenschen over. De tweede zin van het eerste hoofdstuk is door gebrekkige punctuatie onverstaanbaar. Zoo ook blz. 105 regel 19-24 v. boven. Verklaringen van vreemde woorden en uitdrukkingen worden eens geplaatst tusschen gedachtestrepen, dan weer tusschen haakjes, dan weer aan den voet der bladzij. Zeventiende-eeuwsche spreekwijzen worden nu eens wel, dan weer niet denzelfden persoon in den mond gelegd. Ook historische onnauwkeurigheden ontbreken niet. Op blz. 1 wekt de schrijfster den indruk, dat de steden Zutfen, Deventer, Delfzijl, Hulst, Nijmegen en ook Steenwijk en Koevorden alle in één zomer door Maurits werden ingenomen. Op blz. 39 zegt ze dat Ostende reeds drie jaar werd belegerd, nog voor de slag bij Nieuwpoort had plaats gehad, terwijl het beleg eerst na dien slag een aanvang nam. Ook is het onjuist te zeggen, dat bij Nieuwpoort de Spaansehe krijgsmacht niet alleen verslagen, maar geheel vernietigd werd. Dat Maurits nu den Spanjaarden wetten kon stellen gelijk de schrijfster beweert, is eveneens een scheeve voorstelling der feiten. "Meer dan roem werd niet behaald," zegt Dr. Brugman. De schrijfster, die in kleine levensbijzonderheden van geschiedkundige personen historisch juist wenscht te zijn, zal wel doen bij de vermelding van groote historiefeiten zulke vergissingen te vermijden. Ondanks deze opmerkingen, die we niet achterwege mochten laten, kunnen we het boekje wel aanbevelen, vooral voor jongens van 11 jaar en ouder. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1908