|
|
|
C. van Ophemert Uw wil geschiede! , druk 1, 40 blz. | Deze vertelling munt uit door natuurlijkheid en frischheid van voorstelling. Eene familie maakt een uitstapje naar een Geldersch dorp. Eene nicht uit Den Haag, onderwijzeres aan eene Zondagsschool, gaat mede, en heeft daar eene aangename ontmoeting met een oud vrouwtje, die "het huisje op de heide" bewoont. Deze verhaalt, hoe zij den Heere Jezus heeft leeren kennen, en hoe zij nu op haren ouden dag nog zooveel troost heeft uit den Bijbel. 't Geheel maakt den indruk, dat men hier te doen heeft met een verhaal, dat binnen de grenzen van het gebeurlijke blijft. Daardoor munt het boven vele andere uit. Dikwijls is de phantasie in kinderboekjes niet zeer beschroomd. Maar al te vaak houdt de verdichting zich niet binnen de perken van het geloofwaardige. Taal en stijl zijn niet onberispelijk. Ook bevelen wij bij een 2den druk eenige onnauwkeurigheden aan de zorge van den corrector aan. "Strelen" in plaats van streelen, bladz. 11, "hemeltogen" in plaats van hemelbogen, " andere morgen" in plaats van den anderen morgen. Ook vonden wij : "zesjarige", "anders als", "hulphoevend", "jonkske". Ik verheug mij er op, (blad 31 en 32) "thuis bij de Heer", bladz. 40. Deze uitgave ziet er keurig uit en wordt opgeluisterd door zeer schoone plaatjes. De strekking van dit boekje is blijkbaar, den kinderen eerbied en liefde in te boezemen voor het Woord van God. Een beter thema kon de Schrijfster waarlijk niet bedenken. Als wij hier eene opmerking zouden maken, zou het deze zijn, dat op het toevallig opslaan van den Bijbel te veel gebouwd wordt. De kinderen behooren te leeren, de Heilige Schrift met verstand te raadplegen. Overigens een kostelijk boekje, dat wij gaarne als lectuur voor onze kinderen aanbevelen. Jammer dat er steeds "Heer" in plaats van "Heere" in voorkomt. Dit werkje, "vrij naar het Engelsch" bewerkt, ademt ook eenen vrij Engelsche geest. Een arm meisje uit eene groote stad raakt onder de paarden van de tram. Zij wordt opgenomen en bij haren grootvader tehuis gebracht, wiens huishouding zij, hoewel slechts 9 jaar oud, al geruimer tijd waarneemt. De geneesheer constateert verlamming. Door de woorden van iemand, die haar bezoekt, leert zij in stille berusting zich onderwerpen aan den wil Gods, die deze beproeving haar zond, "opdat zij iets voor Jezus zou kunnen doen." Zij richt eene Zondagsschool op. En haar arbeid is niet te vergeefs. Eenen jongen brengt zij zoover, dat hij "zijn best zal doen" om een "kind van Jezus" te worden. Ook anderen wijst zij voortdurend op "den goeden God." Haar ziekbed wordt haar sterfbed. Zij vreest den dood niet. God zal niet alleen voor haar, maar ook voor haren grootvader zorgen. En schier op hetzelfde oogenblik, als zij sterft, wordt ook de levensdraad van den grootvader afgesneden. De korte inhoudsopgave toont reeds, dat de samenloop der omstandigheden vrij wonderlijk en de inkleeding van het verhaal sterk romantisch is. Het boekje is door en door methodistisch. (Zie pag. 29 en 30). Dit blijkt vooral uit het onderwijs der kleine Minie, zoo heet de heldin van het verhaal, op hare Zondagsschool. Dat is verbazend oppervlakkig. Niets wordt daarin gevonden van de noodzakelijkheid der wedergeboorte, noch van de verzoening alleen door voldoening. Men moet "zijn best doen", om Jezus te dienen; "zijn best doen", om niet meer te jokken, omdat Jezus het liever niet heeft. Het zwaartepunt in den weg des heils wordt eenzijdig in den mensch geplaatst, in 's menschen wil (pag. 36). Daar wordt gesproken van een vragen aan den Heiland, om te willen helpen zijn "kind" te zijn. Zelfs wordt de mogelijkheid verondersteld, dat de gezaligden in den hemel, (dan engelen geworden!) degenen, die hier op aarde hun "best willen doen" om "kinderen" van Jezus te worden, veel zouden kunnen helpen, om dat doel te bereiken. Niet alleen tegen den geest, dien het boekje ademt, ook tegen vele afzonderlijke uitdrukkingen hebben wij bezwaar, als: "o hemel" (pag. 7); herhaaldelijk wordt in een ongunstig verband gesproken van "den goeden God." Voorts onderschrijven wij, hoewel in anderen zin, het oordeel op bladz. 15 uitgesproken : "En toch was het kind veel te oud en te wijs voor haar jaren." De titel "Uw wil geschiede" wordt ook niet verklaard in den zin van de bede uit het gebed des Heeren. De uitvoering van het boekje is, als altijd bij den heer C., loffelijk. Een der commissieleden maakte aanmerking op het eerste plaatje vooral betreffende het beeld van den grootvader. Tot ons leedwezen kan ons oordeel over dit boekje niet gunstig zijn. Wij hebben voor onze Gereformeerde Zondagsscholen althans andere lectuur noodig, waarin, op voor kinderen bevattelijke wijze, de leer der waarheid naar het Woord Gods en de belijdenis onzer vaderen meer tot haar recht komt. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1901 Open Jachin-boekbeoordelingen. |