|
|
|
Johanna Vaders broertje , druk 1, 24 blz. | Willem en Anton Kooiman hebben met elkander twist gehad en samen gevochten. Ze worden door hunnen vader streng bestraft. Maar die vechtpartij heeft den heer Kooiman tevens aanleiding, zijnen jongens de geschiedenis te verhalen van zijn broertje. Dit broertje, Johan geheeten, was een zacht, lief en godvreezend ventje. Veel had hij te verduren van Hein Schenk, eenen waren kwelduivel. Jacob, zoo heette mijnheer Kooiman, beschermde zijn jonger broertje telkens tegen Schenks plagerijen. Dientengevolge zon Hein op wraak. Op eenen kwaden dag ontmoette hij Johan alleen, viel hem aan en sloeg en stompte hem zoo, dat de dood na verloop van tijd er op volgde. Op zijn ziekbed wist Johan zijnen broer Jacob te bewegen, vergiffenis te schenken aan zijnen vijand, gelijk hij ook vergiffenis zocht en vond voor al zijne zonden in het bloed van Jezus, zijnen Heere. Het sterven werd hem gewin. Sinds dien tijd kon de heer Kooiman nooit meer zien of verdragen, dat jongens met elkaar vechten. Vandaar ook de ernstige bestraffing van Willem en Anton en de ernstige vermaning, om elkander lief te hebben en als broeders van hetzelfde huis saam te wonen. De stijl van dit verhaal is vloeiend, doch ietwat sentimenteel. Ook rees de vraag hij ons op, of de straatgevechten van jongens niet te sterk geteekend worden. Men onthoude zich van al te realistisch te worden. Aan wat min en plat is, bestede men niet te veel verven. Een woord van ernstige vermaning is bier beter op zijne plaats dan een veelkleurig tafereel. Ook is de licht- (de kleine Johan) eveneens als de schaduwpartij (Hein Schenk) wat al te scherp, zelfs bij het onnatuurlijke af geteekend. Op de uitvoering valt niets af te dingen. Wij stuiten op eene enkele drukfout, bijv. pag. 3, washok voor waschhok. Het boekje moet een Paaschverhaal wezen. Doch van de geheele Paaschgeschiedenis verneemt men zoo goed als niets. Dat de geschiedenis omstreeks den tijd, van het Paaschfeest voorviel, kan het o.i. bezwaarlijk tot een Paaschverhaal maken. Dat Psalm 133 : 3 op pag. 4 niet letterlijk geciteerd wordt, is af te keuren. Laten wij het onnauwkeurig aanhalen van Schriftuurplaatsen toch in geen enkel opzicht bevorderen. Het boekje heeft eene goede strekking. Het houdt met ernst den kinderen voor oogen, hoe zondig twist en haat zijn en welke vreeselijke gevolgen vechtpartijen kunnen hebben. Goed komt tot zijn recht, dat haat de wortel van den doodslag is. Ook wordt met ernst herinnerd aan de roeping tot vergevensgezindheid, welke alleen in 's Heeren kracht kan worden vervuld. Wijl vooral in het jongensleven vechtpartijen nog al eens voorkomen, is het uitnemend, dat ook in de Zondagsschoollectuur daartegen gewaarschuwd wordt. Ofschoon het vanwege zijne belangwekkende strekking een goed boekje is, zal het om het afwisselend gebruik van "Heer" en "Heere", om de aanhaling van uitsluitend gezangverzen, en om zijn meer methodistisch dan Gereformeerd cachet in onze kringen niet allerwege een gunstig onthaal vinden. Wij durven het voor onze kinderen dan ook niet onvoorwaardelijk aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1904 Open Jachin-boekbeoordelingen. |