Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



W. Mets Tz.

Valsche munters, druk 1, 16 blz.
De heer Verbaal, commissaris van politie, is teneinde raad. Bijna een jaar lang hadden valse munters hun gang kunnen gaan, zonder dat het hem was gelukt de misdadigers te vinden. Zelfs een beloning van vijfhonderd gulden had nog geen resultaat opgeleverd.Uiteraard houdt de zaak de gemoederen erg bezig, want vele marktkooplieden en winkeliers waren al de dupe geworden van het valse geld. Ook Willem, Peter en Anton, drie jongens van twaalf en elf jaar, vinden het een interessant geval. Ze fantaseren er over wat zij wel met die vijfhonderd gulden zouden kunnen doen. Anton zegt nuchter dat ze beter kunnen gaan vissen. Helaas vinden ze in het tuinhuis geen hengels maar wel een jachtgeweer,eigendom van de vader van Peter en Anton, en nemen dat mee. De jongens denken dat het wapen ongeladen is, wat het doorgaans ook is, maar als Willem, mikkend op een paar mussen, voor de grap, de trekker overhaalt, valt er een schot. "Bijna op 't zelfde ogenblik werd men een vreeslijk gejammer waar aan de andere zij de van den heg. 't Was Piet de tuinman, die daar in den tuin aan 't wieden was geweest, zonder dat de knapen er iets van wisten. "Terwijl de beide broers hulp verlenen aan de tuinman die een schot hagel in zijn been heeft, gaat Willem er in paniek vandoor. "In zijn verhitte verbeelding zaten de gerechtsdienaars hem kort op de hielen en namen hem gevangen als moordenaar." Het kind vlucht het bos in en houdt zich schuil in een grote eikeboom. Terwijl hij daar met een angstig geweten de nacht doorbrengt, valt het hem ineens op dat er rook opstijgt uit de overblijfselen van een reusachtige, door noodweer getroffen olm. Er komt licht uit de grond en hij ziet menselijke gestalten bewegen. Willem is wel bang, maar niet bijgelovig. Aan aardmannetjes en bosgeesten gelooft hij niet, maar het zouden rovers kunnen zijn! Hij houdt zich muisstil. 't Schijnt dat daar onder de grond druk gewerkt wordt, gelet op het luide geklop en gehamer. Eindelijk rijzen er mannen op uit de boomstronk, en Willem, onzichtbaar in zijn schuilplaats, vangt genoeg van een gesprek op om te begrijpen dat, wat hij voor een rovershol had gehouden, de geheime werkplaats van de valse munters is. Ondertussen wordt er druk naar Willem gezocht. De politie wordt ingezet en al spoedig is Willem gevonden. Het arme kind is nog steeds in de veronderstelling een moord op zijn geweten te hebben. Men kan hem gerust stellen. Piets verwondingen vallen mee en de man was eigenlijk zelf mede schuld aan het ongeluk, omdat hij het jachtgeweer had geladen met zware hagel om mussen af te schieten. Nu vertelt Willem, wat hij die nacht heeft gezien en gehoord. Commissaris Verbaal laat zich meteen de plek wijzen. En jawel hoor, de heren valse munters die meenden na gedane arbeid ook goed te kunnen rusten, worden, al tegenstribbelend, door de agenten uit hun onderaardse werkplaats gehesen. Hen wachtte een gevangenisstraf van tien jaar. De beloning van vijfhonderd gulden die Willem kreeg voor zijn aanwijzingen,bestemt hij voor de tuinman "als een goede pleister op de wond." Het geld werd op Piets naam belegd bij 'de rijkspostspaarbank," want zo zegt oom, "Hij heeft dan op zijn ouden dag een mooi sommetje om voor armoe gevrijwaard te zijn." In die tijd was vijfhonderd gulden nog een heel kapitaal!
W. Mets Tz. (1846-1920) was een sociaal bewogen mens die vele functies heeft bekleed. Zo was hij onder andere 'brievengaarder' en gezagvoerder op de stoomboot "Ada van Holland" van de Alkmaarder packet, de veerdienst op Den Helder. Zijn maatschappelijke betrokkenheid blijkt uit de oprichting van verschillende charitatieve fondsen, zoals het Weduwen - en Weezenfonds `Texels Belang' en het Helden der Zeefonds `Dorus Rijkers.' Ten behoeve van het Weduwen- en Weezenfonds schreef hij een groot aantal boekjes voor het goede doel. Ook verschenen van zijn hand enkele jeugdboeken, Naar de IJszee en Bram en Black. In 1898 schreef hij een 'Koninginne-cantate' ter gelegenheid van de kroning van Wilhelmina. Gezagvoerder, wethouder, loco-burgemeester, schrijver, kortom een ware steunpilaar van de maatschappij, een naam die op Texel nog steeds hoog wordt gehouden.
Met een kwartje de wererld rond, Toos M. Saal-Zuurveen, 1999, 1918