|
|
|
R. Tharod Van Jaap en Joop en de rozestekjes, druk 1, 24 blz. | Een verhaaltje met een leelijken titel, onbeduidenden inhoud, en van slappe moraal. Jaap en Joop waren tweelingen, stadskinderen, die weinig van lucht en zon genoten. Eens mochten zij bij oom Barend op bezoek, die bloemist was en zelf geen kinderen had. Bij hun vertrek gaf hij ze ieder een rozestekje mede met de belofte, dat, indien ze hun stekje goed verzorgden en groot kregen, ze later bij Oom in de bloemisterij mochten komen. In den winter, die volgde, werd Joop ernstig ziek en moest weken lang in het Ziekenhuis doorbrengen. Gedurende dien tijd ging Joops plantje kwijnen en stierf, terwijl dat van Jaap frisch en groen stond. Na veel strijd, verwisselde Jaap de plantjes, toen Joop hersteld terugkwam. Deze op zijn beurt schreef nu Oom Barend een briefje, met verzoek, Jaap toch ook maar bloemist te laten worden. Ooms toestemmend antwoord maakte beide kinderen gelukkig. Het verhaaltje is verdeeld in 6 hoofdstukken zonder opschrift. De plaatjes zijn goed; het plaatje tegenover den titel heeft een onderschrift met aanwijzing der bladzijde. Op taal en stijl valt niet te roemen. De titel geeft rozestekjes, terwijl in den tekst rozenstekjes voorkomt. Blz. 7: "Hoe heb jelui me zoo gauw herkend?" verbaasde zich Oom. Blz. 9:... "maar dat wat hem betrof, hem trokken de jongens wel aan." Het herhaaldelijk gebruik van "want" op blz. 11 is leelijk, evenals "naar Zondagsschool" blz. 4 en "onder schrijfles, blz. 10. "Ik heb zelf geen kinderen en er spijt genoeg van." Blz. 17, "den dag, die achter hun lag". Ons dunkt, die "stijlbloemen" zeggen genoeg. Bovendien is in 't algemeen de stijl nergens vlot. De achtste regel van blz, 1 vertoont reeds een grove taalfout. Het viel ons op, hoe dikwijls in dit boekje het woord "prettig" voorkomt. Uitdrukkingen als: "Onze lieve Heer is nog veel mooier en liever dan dominee," (pag: 4), en: "Stil voegden ze er allebei nog een bedankje bij aan onzen Lieven Heer, die hen naar den tuin liet gaan, die even mooi was als het Paradijs" (pag. 9) - zijn ten eenenmale bij ons contrabande. Oom Barend komt 's Zondags op bezoek, ofschoon hij er voor reizen moet met de boot. Wel staat tegenover dit velerlei gebrek, dat de zelfverloochening van Jaap en de liefde, die de broertjes elkaar toedragen, navolgenswaardige voorbeelden zijn. De jongens zullen het misschien wel met genoegen lezen. Doch dit kan onze maatstaf ter beoordeeling niet zijn. Een boekje met zoo weinig diepgang, en zoo gebrekkig naar den vorm, kunnen we geenszins aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1915 Open Jachin-boekbeoordelingen. |