Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



A. van der Flier

Van Jacatra tot Batavia, druk 1, 154 blz.
De lezer heeft hier nu eens niet een van die vele verhalen van dronken vaders, die plotseling bekeerd worden, of van arme gezinnen, die op het Kerstfeest door een rijk heer onverwachts met groote geschenken worden verblijd. Hij vindt hier een stuk geschiedenis. Daarom alleen reeds verdient het boek eene bijzondere aanbeveling. Gelijk de titel doet vermoeden, is Jan Pietersz. Koen de hoofdpersoon in dit verhaal. Zijn leven, heldendaden en karakter als gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië worden in boeienden verhaaltrant beschreven. Het boek vangt aan met te verhalen, op welke wijze Jan Willemsz., een echt Hollandsche jongen uit Hoorn, de geboortestad ook van Coen, er toe kwam, naar Indië te gaan. Op zeer onderhoudende wijze wordt ons zijne reis derwaarts medegedeeld en hoe hij in aanraking komt met den grooten Toewan Bezar. En dan wordt ons in breede trekken door de bekwame Schrijfster gemaald, hoe Jan Pietersz. Coen zijne levensleuze : "Ende desespereert niet" in daden omzettend, Batavia stichtte op de puinhoopen. van Jacatra, en daarmede den grond legde voor de verbazende hoogte, waartoe Jan Compagnie later in Indië kwam. Al mag aan dit boek met eere het adjectief "historisch" worden toegekend, toch speelt in het "bijwerk" de fantasie der Schrijfster wel eens parten. De lotgevallen van Jan en Daan, twee Hollandsche jongens, zijn zeer onnatuurlijk. Hunne vlugheid in het aanleeren van het Maleisch, zoodat ze reeds dadelijk gesprekken met Javanen kunnen houden en gesprekken, in het Javaansch gevoerd, kunnen afluisteren, grenst aan het ongeloofelijke. Doch te groote rijkdom van vinding en overvloed van jonge, dartelende verbeeldingskracht zijn te zeldzaam, om ze niet met blijdschap te begroeten, al kan men er niet altijd vollen vrede mee hebben. Het boek is verdeeld in 18 hoofdstukken zonder opschrift. Ook om den stijl is het een genot, dit boek te lezen. Flinke gespierde zinnen, waar het de beschrijving van een landschap geldt, en een losse, natuurlijke toon in het weergeven van de gesprekken. Hier en daar komt, in den mond vooral van het zeevolk, eene ruwe uitdrukking voor. De auteur is haar rijk besnaard instrument ten volle meester. Een enkele toon nu en dan klonk ons wat schril. Wat "gehierewierdebrij" (blz. 8) is, had wel eenige toelichting mogen ontvangen. Een woord als "zondoorschitterd" past meer in den stijl van den modernen tijd, dan in een werk over Coen. "Heer" en "Heere" komen afwisselend voor. De Uitgever heeft dit boek in een den schoonen inhoud waardig kleed gehuld. Wij hebben er niets dan lof voor. Alleen heeft de corrector niet scherp toegezien. Hij kan er bij eenen tweeden druk nog verscheidene foutjes uithalen. Wij verwijzen hem daartoe naar pag. 17, 19, 24, 43, 91, 92, 97, 137. Ook ontbreken bij tusschenzinnen dikwijls de komma's. De vier plaatjes verhoogen ongetwijfeld de waarde van het boek. Ze zijn goed geteekend en fijn uitgevoerd, zoodat men onder het lezen ze nog eens bekijkt, om den verkregen indruk te versterken. In meer dan één opzicht achten wij Van Jacatra tot Batavia een kostelijk boek. Ter bestrijding van den Jan Salie-geest vinden wij in Jan Willernsz. eenen Jan Courage geteekend, die voor de karaktervorming onzer hedendaagsche jeugd uitstekend is, te meer waar deze courage wortelt in ongeveinsde godsvrucht. Vervolgens brengt dit boek geene geringe aardrijkskundige kennis aan, vooreerst, wat de reis naar Indië betreft, waarbij we ons voorstellen, dat een wakkere knaap zijnen atlas raadpleegt, en verder met betrekking tot de Indische toestanden. En laatst - niet het minst - in den hoofdpersoon Coen is een man geteekend met oud-Hollandsch karakter, met eene vaderlandsliefde, met eenen adeldom des harten, die niet nalaten kan eenen veredelenden indruk op de gemoederen der jeugdige lezers te maken. Ook het godsdienstig gehalte is gezond te noemen: het geheele boek is van eenen echt Christelijken geest doortrokken. Indien wij eene aanmerking wilden maken, zouden wij alleen willen vragen, of bij het sterven van Prins Mian niet te veel uit het oog verloren is, dat hier sprake is van eenen Mohammedaan: wel is waar had hij van den Christelijken godsdienst iets vernomen, maar toch ook weer te weinig, om in zijne stervensure te zeggen: "Ik heb Hem nooit gezocht in goede dagen" enz. Met warmte bevelen wij dit schoone boek aan. 't Is niet voor kinderen beneden de 12 jaar bestemd, maar jongelieden zullen het ongetwijfeld met veel genoegen lezen. Wij achten dit werk eene aanwinst voor onze lectuur voor de jeugd, dat door zijne degelijkheid van studie, door fijne waarneming en rijke fantasie iets bijzonder volledigs en uitnemende biedt. De Schrijfster neemt eene benijdenswaardige plaats in onder de auteurs voor de jeugd, die eene toekomst hebben. Zij beheerscht het speeltuig, dat niet het minste is, veeleer voor het zwaarste doorgaat, zóó meesterlijk, alsof het de beschaming van forscher vingeren gold. Haar zin voor streng historische opvatting verdient inderdaad eerbied en waardeering.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1904

Open Jachin-boekbeoordelingen.


A. van der Flier

Van Jacatra tot Batavia, druk 1, 154 blz.
Wie 't degelijke en aangename wil vereenigen neme de boeken van Mej. A. van der Flier ter hand, b.v.: "Een martelaar der heerschzucht", een mooi boek over Floris V of "Uit bange dagen", waarin ons de sympathieke figuur van Lodewijk Napoleon duidelijk voor oogen wordt gesteld. Die Fransche tijd is minder afgezaagd dan de tachtigjarige oorlog. Behartenswaardige wenken en enkele grapjes vindt men in dit zeer mooie boek. Wim is slechts een bijfiguur, doch ook goed. Ik herinner hier nog aan vroeger uitgekomen werken van dezelfde schrijfster: "De Geuzenadmiraal van Zeeland". Het is degelijke kost, die hier den kinderen wordt voorgezet, en af en toe verwijst de schrijfster naar de bronnen, waaruit zij veel stof voor dit boek putte. Enkele drukfouten zullen bij een herdruk wel verbeterd worden; een enkelen keer had de stijl nog beter verzorgd kunnen zijn; en "Van Jacatra tot Batavia", ook zeer goed, met vele nuttige wenken voor 't leven. Het flinke karakter van Jan Pieterszoon Coen vinden wij er levendig in beschreven; en ten slotte "Uit het leven van een held", ook zeer goed, over Piet Hein.Boekbeoordeling in Het Kind, 20-11-1909

Open Boekbeoordeling.