|
|
|
C.Th. Jongejan-de Groot Van een geel ballonnetje, druk 1, 16 blz. | Prijs f 0,20; slappe omslag; geïll.; jongens- en meisjesboek, leeftijd 7-9 jaar. Inhoud: Twee arme kinderen, Dickie en Doortje, krijgen op de markt een ballonnetje. Ze zijn erg pover gekleed en lijden kou en honger. Hun moeder moet gaan werken om geld te verdienen. Dickie heeft een plannetje. Van zijn zusje heeft hij gehoord, dat de Heere Jezus alles geven kan. Als hij nu eens het ballonnetje loslaat met een briefje er aan voor de Heere Jezus om een jas en een pop voor Doortje en brood en kolen voor moeder. Meester Boudewijn vindt de ballon en ontfermt zich. Hij brengt een mand vol met al het begeerde en vertelt ze van het Kerstfeest. Conclusie: Voor de kleintjes had het beter in lettergrepen verdeeld kunnen zijn. Ook is voor hen het lettertype minder geschikt. Jammer dat de aanloop zo groot is en er van de hoofdzaak zo weinig gezegd wordt. Eindoordeel: matig aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1949 Open Boekbeoordeling. |
C.Th. Jongejan-de Groot Van een geel ballonnetje, druk 1, 16 blz. | G.K.O. 3 t.d.t. Dit boekje vertelt van een paar arme, geestelijk volslagen onwetende kinderen, die door middel van een briefje aan een ballonnetje een boodschap aan de Here in de hemel zenden met verzoek om een mantel, een pop, kolen en brood voor moeder. Het ballonnetje komt natuurlijk bij iemand terecht, die natuurlijk voor dit alles zorgt. Dit verhaaltje meet alles van dat ballonnetje breed uit, maar datgene waar het om gaan moet, wordt afgedaan in enkele zinnetjes vanaf pag. 14 onderaan tot het einde. En wat voor zinnetjes ... „Hij zegt, Wie de Here Jezus is, Gods Zoon, Die op aarde is gekomen om de mensen in de Hemel te laten komen. En als je nu bidt, moet je eerst vragen, of de Heiland je zonden wil vergeven en je boze hartje vernieuwen. Dat is de hoofdzaak, zie je." Maar juist van die hoofdzaak zegt het boekje niets ... Die lieve kinderen weten niet wat bidden is, pag. 14 — wat zullen zij van hun zonden en van hun „boze hartje" weten? Het ballonnetje, dat is de hoofdzaak ... Kinderen uit Christelijke gezinnen zullen lachen om het naieve praten en doen van deze beide kinderen, en voor anderen, uit niet-Christelijke gezinnen, zegt het niets. En wat voor praat is dat: „een mens, die de Here Jezus vergeet en dan niet meer in de hemel kan komen"? De schrijfster zegt: „wat is dat erg," pag. 16. Ja, maar erger is, dat zij niet dieper de zonde van die moeder peilt en niet beter de weg wijst. Het spijt ons, dat Mevrouw Jongejan, die het zoveel beter kan, zulk een boekje gepubliceerd heeft. Als 't op deze manier gaat, wordt het toch wel al te oppervlakkig. „Jachin" moet dit zonder reserve afkeuren. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1949 |